Kinshasa moet zich schrap zetten voor nog veel meer overstromingen

Analyse

Klimaatverandering maakt het voor kwetsbare landen nog moeilijker om zich te ontwikkelen

Kinshasa moet zich schrap zetten voor nog veel meer overstromingen

De enorme vernieling door overstromingen in de Congolese hoofdstad Kinshasa zal nog vaker voorvallen, waarschuwen wetenschappers. De recente stortbuien hebben wegen ontoegankelijk gemaakt, huizen meegesleurd en aan minstens 33 mensen het leven gekost.

De hevige regen, die op 4 april begon, deed de rivier de Ndjili – een zijrivier van de Congo – buiten zijn oevers treden. De helft van de 26 districten van de stad kwamen daardoor onder water te staan, duizenden inwoners moesten hun huis verlaten en de toegang tot drinkwater werd afgesloten.

Steeds vaker

Kinshasa zet zich maar beter schrap voor meer van dat soort rampen, zeggen experten van de World Weather Attribution (WWA)-groep – die onderzoekt hoe klimaatverandering extreem weer beïnvloedt. Nu de klimaatverandering al afklokt op 1,3 graden Celsius, zullen dergelijke overstromingen niet langer zeldzaam zijn.

Gegevens van twee weerstations in Kinshasa tonen dat zevendaagse regenval sinds de jaren 1960 met 9 tot 19 % intenser is geworden, en die trend kan nog sterker worden als de opwarming zich verder doorzet.

Hoewel er onvoldoende gegevens zijn om de invloed van klimaatverandering op de recente overstromingen te bepalen, komt dat overeen met wetenschappelijke studies over regenval in de Democratische Republiek Congo (DRC) en met wat het wetenschappelijk klimaatpanel van de VN (IPCC) voor Afrika verwacht.

Bevolking groeit

Maar niet alleen de klimaatverandering maakt het probleem erger: Kinshasa is ook kwetsbaar door zijn ligging aan de Congostroom en door zijn snel groeiende bevolking, die vaak in informele woningen leeft.

Verwacht wordt dat de bevolking in twee decennia zal verdubbelen. In combinatie met aanhoudende ontbossing voor de bouw, povere riolering en de bouw van woningen langs kwetsbare oevers, vrezen de experten dat zelfs bij matige neerslag al overstromingen kunnen voorkomen.

Shaban Mawanda, beleidsadviseur bij het Klimaatcentrum van het Rode Kruis, noemt de ernstige gevolgen van de overstromingen ‘niet verrassend’, omdat Kinshasa slecht is voorbereid op periodes van extreme regenval – die inmiddels veel voorkomen.

De onderzoekers benadrukken hoe de hoge armoede en het toenemende conflict in het oosten van het land de Congolese bevolking kwetsbaarder maken voor extreem weer.

Omgekeerd maakt klimaatverandering het voor kwetsbare landen, zoals de DRC, nog moeilijker om zich te ontwikkelen. De frequente hevige regenbuien verwoesten huizen, vernielen oogsten en doen economische winsten teniet, zegt Friederike Otto, hoofddocent klimaatwetenschappen aan het Imperial College in Londen.

‘Met elke fractie van een graad opwarming wordt het weer gewelddadiger, wat een wereld met meer ongelijkheid zal creëren.’

Gebrek aan onderzoek

Maar de achttien wetenschappers die de overstromingen in de DRC hebben onderzocht – afkomstig van universiteiten en meteorologische instanties in de DRC, Rwanda, Zweden, de VS, het VK en Nederland – benadrukten ook dat hun onderzoek beperkt is. Ze konden de invloed van de klimaatverandering op de recente hevige regenval niet goed kwantificeren, deels door het gebrek aan investeringen in monitoring en klimaatwetenschap in Afrika.

De stijging van 19 %, zoals aangetoond door de twee weerstations in de stad, is ‘niet het overtuigende bewijs waar onze studie naar zocht’, zegt Dieudonne Nsadisa Faka, klimaatexpert van de Organisatie van Afrikaanse, Caribische en Pacifische Staten (OACPS).

Dat wijst op een dieperliggend probleem, zegt hij: de klimaatwetenschap heeft een groot deel van Afrika, met name het Centraal-Afrikaanse regenwoud, lange tijd over het hoofd gezien.

Het onderzoek naar de klimaatverandering heeft zich wereldwijd vooral gericht op extreem weer in rijke landen. In veel Afrikaanse landen worden de risico’s daardoor niet goed begrepen. Van de zeven WWA-studies die niet tot een eenduidige conclusie kwamen, gingen er vier over weersomstandigheden in Afrika, aldus de onderzoekers.

Investeringen

Ze pleiten voor meer investeringen in weerstations en klimaatwetenschap in Afrika. Die zijn nodig om landen te helpen de veranderende extremen te begrijpen, zich beter voor te bereiden op de toekomst en sterfgevallen zoals die bij de overstromingen in Kinshasa te voorkomen.

Naast meer studies naar weersattributie en betere datasets hebben landen ook financiële steun nodig om de dreiging aan te pakken, zegt Joyce Kimutai, een van de auteurs van de studie en onderzoeker aan het Centre for Environmental Policy van Imperial College London.

Als Afrikaanse wetenschapper vindt ze de huidige situatie ‘ongelooflijk frustrerend’.

‘Klimaatverandering is geen probleem dat door Afrika wordt veroorzaakt’, zegt ze. ‘Ons continent is slechts verantwoordelijk voor 3 tot 4 % van de wereldwijde uitstoot, maar wordt geteisterd door extreem weer en ontvangt nog steeds geen financiering voor aanpassing, zoals beloofd door rijke landen op mondiale klimaatconferenties.’

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Climate Change News.