Is onveiligheid synoniem voor geweld?

Blog

Is onveiligheid synoniem voor geweld?

In de vroege ochtend wacht blogster Nanda Thuring tussen tientallen migranten bij het Chileense immigratiekantoor. Wat begint als een bureaucratische beproeving, wordt een inkijk in Chili’s groeiende bezorgdheid over migratie.

Een uur voor openingstijd staan er al zeker 50 mensen in de rij voor het nationale kantoor van de politie en immigratie. Er is één ander blond hoofd, waarvan ik vermoed dat het een toerist is. Maar het zou evengoed ook een Chileen kunnen zijn. De rest: Venezolanen, Haïtianen, Dominicanen, Colombianen en mijn buurman komt uit Cuba. Om acht uur zou de poort open gaan, om half negen komt er een eerste medewerker naar buiten die als eerst taak heeft ons in de juiste rij te plaatsen.

‘Ga naar de andere rij.’
‘Dit moet je online aanvragen.’ – ‘Maar ik…’ – ‘ Geen commentaar, je moet nu gaan en het online aanvragen.’
‘Eerst een afspraak maken, wegwezen.’
‘Eerst online aanvragen en dan terugkomen.’ – ‘Maar waar dan?’ – ‘Online.’
‘Deze afspraak is al geweest. Je kunt weer naar huis.’
‘Dit doen we alleen op maandag en dinsdag. We helpen je niet vandaag.’
‘Geen commentaar, je moet nu wegwezen.’
‘Blijf in deze rij.’
‘Online vragen’ – ‘Dat heb ik gedaan.’ – ‘Opnieuw doen en terugkomen.’
‘Je moet de andere rij hebben.’

‘Ik heb een kopie van de Tarjeta Unica Migratoria nodig.’ – ‘Die moet je online aanvragen.’ – ‘Dat heb ik al gedaan, twee weken geleden.’ – ‘Blijf maar staan, dan helpt een medewerker je verder.’

Ik word niet naar huis gestuurd. Ik mag in de rij blijven staan en een medewerker zal me zo te woord staan. Ik krijg volzinnen en ik word aangekeken tijdens het gesprek. Mijn Venezolaanse dansdocent vertelt dat dit normaal is, onderdeel van het migrant zijn. Je verwacht het, je accepteert het. Je hebt het pas echt zwaar als Haïtiaan, die worden niet als volwaardig mens beschouwd.

Mijn probleem is klein. Ik ben door mijn eigen onhandigheid het bonnetje kwijt geraakt dat ik bij binnenkomst van Chili kreeg van de migratie. Mogelijk heb ik het zelfs gewoon weggegooid. Een bonnetje dat uit de supermarkt lijkt te komen, maar onontbeerlijk is wanneer je het land weer wilt verlaten. Ik moet de grens met Argentinië over en weer terug om mijn toeristen visum met 90 dagen te verlengen.

Voor mijn mede rijgenoten staat er meer op het spel. Wel of niet mogen blijven, het land uitgezet worden, een familielid over laten komen, onder een grote boete uitkomen omdat je simpelweg niet wist dat je beboet kon worden, hulp vragen binnen de maas aan wetgeving en websites, een werkvergunning legaliseren, een dak boven je hoofd houden.

Het nationale kantoor van de politie en immigratie.

Het negatief praten over migranten, en specifiek Venezolanen, hoor ik met regelmaat in gesprekken. ‘Sinds die Venezolanen hier zijn, is de stad alleen maar onveiliger geworden.’
‘De eerste keer dat ik met een mes op mijn keel werd overvallen, was natuurlijk door een Venezolaan.’
‘Ze zijn luid, ze weten zich niet aan te passen.’
‘Opeens wordt er allemaal troep verkocht op straat, dat was voorheen nooit zo.’
Toen ik vorige week door mijn buurtje liep, schreeuwde een man vol overtuiging: ‘Ga terug naar je eigen land jij Venezolaanse hoer, je hebt hier niks te zoeken. Ik maak je af, hoor je dat?!’

We keken er allemaal naar en deden niks. Ook het Chileense nieuws laat de migranten niet ongenoemd. De politici die momenteel in verkiezingsstrijd zijn verwikkeld, hebben migratie en de strenge aanpak ervan als speerpunt, zeker de rechtse tak.

Natuurlijk is het begrijpelijk dat een mes op je keel of een pistool tegen je hoofd geen positieve beeldvorming oplevert. Dat het zorgen brengt, een gevoel van onveiligheid. Toch gebeurt er iets opmerkelijks in de correlatie tussen de perceptie van het geweld en de daadwerkelijke cijfers. Ik pretendeer in dit blog uiteraard geen uitputtend journalistiek onderzoek te presenteren, maar zijn er dingen die opvallen.

Chili is wereldwijd een van de landen die zich het meeste zorgen maakt over de migratie, terwijl slechts 9% van de bevolking buitenlander is (Nationale Instituut van Statistiek). In de Global Peace Index van 2025 staat Chili op plek 62 van de 163. Safety & security heeft een score van 2,3/5 , Violent crime een score van 2,5/5 en Violent Demonstrations een score van 2,5/5. Dit levert het land allemaal de code groen op. De Perception of criminality daarentegen heeft een score van 4/5, dit levert de code oranje op.

Het Chileense Nationale Instituut van Statistiek laat zien dat 87,7% van de bevolking een toename van geweld waarneemt. Hiervan is 49,7% gebaseerd op het nieuws, 27,2% op social media en slechts 6% op eigen ervaringen. Volgens het OM wordt 10,4% van de delicten gepleegd door buitenlanders, dit laat dus nog 89,6% over voor de eigen bevolking (waarin niet gespecificeerd is of dit om alleen Chilenen gaat of ook om mensen die de nationaliteit hebben verkregen). Het is een ingewikkelde kwestie, want er is wel degelijk een toename van geweld merkbaar sinds 2015.

Deze toename, in bijvoorbeeld moorden en ontvoeringen, is voornamelijk toe te schrijven aan de georganiseerde misdaad. Eén van de grote spelers hierin is de Venezolaanse Tren de Aragua. Hun origine helpt natuurlijk niet voor de algemene beeldvorming. Waar Chili aanvankelijk alleen een doorvoerland voor drugs was, is het inmiddels ook consument geworden en dit levert een andere problematiek en meer geweld op.

Deze geweldsdelicten zijn niet direct gelinkt aan de Venezolaan die een kiosk heeft op de hoek van de straat en toch is het in het menselijke brein verleidelijk om dit te koppelen. Iedere keer als het concept onveiligheid wordt genoemd, kan ik dit gevoel niet plaatsen, maar ik ben hier ook pas een paar maanden. Ik heb de verandering niet meegemaakt en kan het alleen maar afzetten tegen ervaringen in andere Latijns-Amerikaanse landen, waar ik me veel onveiliger heb gevoeld. Zoals ik al schref: het is ingewikkeld.

Gelukkig is het hierboven geschetste beeld niet het enige. Gelukkig is dit niet de mening van iedere Chileen. Op het moment dat ik mijn dansschool binnenstap, die is opgericht door twee Venezolanen, komen daar twee werelden samen. Tussen het grote aandeel aan Venezolaanse cursisten, lopen ook meerdere Chilenen en met mij twee verdwaalde Nederlanders rond, die zich er helemaal thuis voelen. Er is een familiegevoel, er zijn vriendschappen en er wordt samen geleerd en genoten. Een van mijn Chileense dansvriendinnetjes die een Venezolaanse vriend heeft, geeft toe dat ze half Venezolaanse geworden is. ‘Venezolanen zijn ook zo’n fijne, open, gezellige en charismatische mensen’.