Je moet geen dikke kuiten hebben, wel een dikke portemonnee
“‘Kapitalisme in de bergen’
Is China het meest kapitalistische land ter wereld? Blogster Lara Dumortier stelde zich die vraag meermaals tijdens haar drie maanden durende verblijf in het land. ‘In cijfers kan ik je er geen antwoord op geven, maar ik kan je wel een beeld geven van hoe toerisme er aan toe kan gaan. En dat geeft op zijn beurt dan weer een beeld van hoe kapitalistisch het land eigenlijk is.’

© Lara Dumortier
Ik bevind me in Yading Nationaal Park, in de provincie Sichuan in het zuiden van China. Het laagste punt van dit nationaal park ligt op zo’n 4000 meter hoogte. Hoog dus en hoogteziekte is op deze hoogte geen uitzondering meer. Het is geen plek voor iedereen: je moet langzaamaan wennen aan de hoogte en om de bergen te trotseren heb je een goede conditie nodig. Maar niet in China. Hier hebben ze een manier gevonden om iedereen die het kan betalen tot hoge hoogtes te brengen en te laten genieten van het uitzicht op de permanent besneeuwde bergen en de felblauw gekleurde meren die ertussen liggen.

© Lara Dumortier
Je neemt vijf uur de bus van Shangri-La naar Shambala, twee dorpen die hun naam veranderd hebben om meer toeristen aan te trekken. Van Shambala neem je een taxi naar de ingang van het park, om van daaruit, na het betalen van het inkomticket, met een bus naar Yading dorp gebracht te worden. Je kan ook verder tot aan het Tibetaanse klooster rijden en wie geen zin heeft om van daar tussen de yaks te wandelen, kan hier nog op een elektrisch busje richting de sterattracties van het park stappen. Uiteraard telkens tegen extra vergoeding.
In de keuze aan accommodatie merk je dat dit avontuur niet voor iedereen is weggelegd: je moet geen dikke kuiten hebben, wel een dikke portemonnee. Geen berghutten of hostels hier, maar hotels met zachte witte lakens en uitzicht op de bergen. Zelf moet ik elke avond wachten op de last minute deals van hotels die nog niet volgeboekt zijn om te bekijken of ik budgetgewijs nog een dag langer kan blijven. Ik kan me niet inbeelden hoe het dorp Yading er enkele jaren geleden moet hebben uitgezien, maar nu is het een opeenstapeling van hetzelfde soort gebouwen waarin hotels herbergen. En er worden er nog steeds bijgebouwd; in semi-Tibetaanse stijl weliswaar.
Wanneer ik de eerste dag een kleine wandeling maak langs het Tibetaanse klooster, maak ik me onmiddellijk al enkele bedenkingen: de paden en trappen zijn van ijzer gemaakt en maken best veel lawaai als je er over loopt. En de Chinezen die hier hun fotocollectie komen aanvullen zijn ook niet bepaald stil. Hoe gaat de natuur hiermee om? Ik zie een gekke vogel onder het ijzer in het gras pikken en er springen vaak eekhoorntjes over, maar het kan toch niet dat dit geen invloed heeft gehad op de fauna en flora hier?
Om tot de sterattracties van het park, te geraken, het Vijfkleurenmeer en het Melkmeer, moet je uiteindelijk zelf nog een drietal kilometer wandelen waarin je nog 300 meter in hoogte stijgt. Al geven de bordjes anders aan en beweren ze dat je zogezegd vijf kilometer wandelt en 600 meter stijgt. Ik zie veel oudere mensen de ijzeren trappen richting het Parelmeer oplopen. Vijftigers, zestigers en zelfs zeventigers lopen hier langs de toppen van de aarde. In de Alpen, ook al zijn die een stukje lager, kom je ze niet tegen.
Wat ik ook tegenkom onderweg is een pijltje richting een zuurstofbar. Ik heb op dat moment nog geen idee wat dit betekent, maar kom ze later vaker tegen in andere nationale parken: “natural oxygen bars” waar je op een natuurlijke manier zuurstof kan inademen. In Europa noemen ze dat een bos, maar hier heeft men echt alles een rechtstreekse commerciële functie gegeven.

© Lara Dumortier
Er zijn ook verschillende punten waarop je je zuurstofvoorraad kan aanvullen. In het stadje Shangri-La, op 3300 meter hoogte, zag ik al veel mensen rondlopen met zuurstofflessen. Ik moest vaak denken aan ‘Star Wars’ door het geluid van de Chinezen die af en toe ‘Darth Vader’-gewijs heel diep in- en uitademen in hun fles. Maar hier, op meer dan 4000 meter hoogte, zie ik gewoon niemand meer zonder zuurstoffles.
In mijn research naar hoogteziekte lees ik dat wanneer je symptomen hebt, een à twee liter zuurstof per minuut kan helpen. Absoluut ridicuul dat de meeste Chinezen rondlopen met een fles zuurstof van vijf liter die hen dus vijf minuten extra zou geven. Echt helpen doet het dus niet, maar het geeft je even een fijn gevoel, zoals drugs dat doen. Sommige mensen lopen met grote blauwe zakken vol zuurstof rond, een beetje overkill als je het mij vraagt, maar als het fout loopt, helpt dat tenminste.
Ik voel me in een dystopische wereld. Maantoerisme bestaat en wij, zuurstofverslaafde mensen, worden met busjes rondgereden om de mooiste plekken te bewonderen. En Yading is niet de enige plek waar je bergen kan consumeren. In de provincie Yunnan, net onder Sichuan, zijn er verschillende plekken waar je met gemak de bergen kan bezichtigen. Ze hebben leuke namen zoals Jade of Meili Snow Mountain. Bij die eerste bevind zich het hoogste uitzichtplatform ter wereld, op 4500 meter hoogte. Wandelen is hier zelfs niet nodig, want je wordt er naartoe gebracht met een kabelbaan. Naar verluid zouden hier 10.000 bezoekers per dag komen! En natuurlijk heeft ook hier iedereen een zuurstofflesje bij.

© Lara Dumortier
Zelf loop ik voorbij het Melkmeer, nog hoger de berg op, tot bijna 4800 meter hoogte. Vanaf hier zijn er geen toeristen meer. Op drie pelgrims na ben ik niemand meer tegengekomen in de volgende twintig kilometer. Want ja, gek genoeg bestaat er naast dit commerciële gedoe ook nog steeds een Tibetaanse pelgrimsroute die hier al honderden jaren ligt. Ik heb tijd om mezelf veel vragen te stellen: hoe is het zover kunnen komen? Dat we de natuur op deze manier consumeren? De bergen nota bene. Wie heeft deze bergketen opgekocht? Hoe kan dat zelfs? Wie heeft hier een commercieel genot van gemaakt? Hoewel ik me op een pelgrimsroute bevind, zijn de antwoorden niet gekomen…
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in