De blik van de balling op de Verloren Stad

Column

De maand van... Karim Abualroos

De blik van de balling op de Verloren Stad

MO*columnist van de maand Karim Abualroos groeide op in Gaza maar woont daar al even niet meer. Hij beschrijft hoe het voelt om de buurten waar hij ooit speelde verwoest te zien worden vanop afstand. ‘Mijn herinneringen zijn mijn erfenis, de draad die mij bindt aan een plek die weigert me te laten gaan.’

Wanneer je in een oorlog leeft en er deel van gaat uitmaken, worden je psychologische veerkracht en fysieke weerstand tegen pijn zoveel sterker dan wanneer je vanop afstand toekijkt hoe die oorlog je stad, je familie en je herinneringen verteert. Dat is de unieke pijn die ontstaat als je moet toekijken hoe Gaza wordt verpletterd onder het gewicht van militaire lucht-, land- en zeetroepen, die stenen vernietigen en levens doen uitdoven.

De pijn komt niet alleen voort uit de overweldigende omvang van het verlies, maar ook uit het gevoel dat de plek die je ooit thuis noemde een verre herinnering is geworden, gezien door lagen van afstand: geografisch, emotioneel en in de tijd.

Voor mij is Gaza niet zomaar een plaats. Het is een labyrint van herinneringen: schooldagen, het vluchtelingenkamp, de wereld ontdekken in een context vol tegenstrijdigheden, een eerste liefde, een eerste kus, de zelfontdekking, rebelleren tegen strakke traditionele normen, vroeg politiek engagement en de dagelijkse uitdagingen van het proberen leven onder een verstikkende blokkade en schrijnende economische, sociale en politieke omstandigheden. Het is een complex en tegenstrijdig tableau.

Vandaag, terwijl ik er vanop een afstand naar kijk, zit ik gevangen tussen verlangen en hulpeloosheid. Alsof ik door een raam staar dat weigert open te gaan.

Het Gaza dat ik kende

Leven in Gaza is een diep persoonlijke ervaring, iets wat veel mensen niet begrijpen. Onder de blokkade had elk van ons zijn eigen verhaal over deze plek, over eenzaamheid, over liefde en haat en over het hele spectrum van menselijke emoties. Elk van ons had zijn eigen relatie met ruimte, afstand en vrijheid – en hoe die uit te drukken.

Gaza was een stad van gelach in de duisternis, waar de straten krioelden van dichte gedachten en verstikte wensen. Haar markten bruisten van de stemmen die verse groenten en fruit aanprezen, en de Middellandse Zee omhelsde haar horizon en schonk vluchtige momenten van rust te midden van de chaos.

Maar de stad was ook diep verwond, op moreel en menselijk vlak, door oorlog. Opeenvolgende oorlogen lieten littekens achter op haar delicate, prachtige gezicht. De oorlog maakte hoop in Gaza geïsoleerd en belegerd, net als de mensen.

Ik zal blijven kijken, herinneren en het verhaal van Gaza vertellen, mij vastklamend aan de hoop dat ik op een dag weer door haar straten kan lopen.

Ik herinner me avonden waarop de elektriciteit afgesloten was en we ’s avonds in het donker bij elkaar kwamen om te praten. We lachten, we rouwden, we deelden wensen voor een betere toekomst, of we klaagden gewoon over het leven in een wereld zonder elektriciteit of licht. Soms, wanneer er geen elektriciteit was, verzonk de stad in een bijna heilige stilte. We staken kaarsen aan, klampten ons vast aan geloof en probeerden onze emoties vast te houden, bang dat de duisternis ze zou stelen en ons gevoelloos zou achterlaten.

We weigerden ons aan te passen aan de realiteit van blokkade, dood en oorlog. We verzetten ons tegen deze realiteit, in een streven naar een beter leven, naar vrede, warmte en vrijheid. Ons verzet werd belichaamd door onze toewijding aan onderwijs, de enige weg voor de jeugd van Gaza om zich te bevrijden en de wereld te zien. Vóór 7 oktober had de alfabetiseringsgraad in Gaza de 96% bereikt, want onderwijs was onze hoop en onze sleutel tot vrijheid uit de openluchtgevangenis. En als de ruimte te benauwd aanvoelde en de eenzaamheid ons overwelmde, dan keken we naar de open hemel. De hemel bleef onbegrensd, geen enkele bezetting kon hem versperren. Het was ons enige baken van hoop.

De lens van ballingschap

Leven in ballingschap verandert je relatie met je thuisland. Vanop afstand is Gaza niet langer alleen de stad die ik kende, het is de stad geworden waar ik mij zorgen over maak, de stad waar ik om rouw en de stad die ik verdedig in gesprekken met mensen die nog nooit in haar straten hebben rondgelopen.

Ballingschap is niet alleen een staat van zijn, het is een voortdurende onderhandeling tussen aanwezigheid en afwezigheid, tussen erbij horen en ervan vervreemd raken. Hoe verder ik van Gaza ben, hoe sterker het mij definieert.

Via nieuwsberichten en sociale media zie ik fragmenten van een realiteit die zowel vreemd als vertrouwd aanvoelt. Ik zie hoe buurten waar ik ooit speelde verwoest worden, ik zie de gezichten van kinderen die jongere broers en zussen van mijn jeugdvrienden zouden kunnen zijn, en ik zie de weerbaarheid van een volk dat weigert te worden uitgewist.

Maar deze beelden zijn gefilterd door de schermen van mijn ballingschap, ontdaan van hun geuren, geluiden en texturen. Het zijn geesten van een realiteit die ik niet langer kan aanraken.

De last van hulpeloosheid

Er is een uniek schuldgevoel dat gepaard gaat met toekijken hoe je stad getroffen wordt terwijl jij elders veilig bent. Het is een gevoel dat geen enkele hoeveelheid pleiten of verhalen vertellen kan kwijtschelden. Ik schrijf, ik spreek, ik protesteer, maar niets kan de kloof van afstand overbruggen.

In ballingschap wordt het onvermogen om direct iets te doen een zware last.Je bent een toeschouwer van een doorlopend verhaal over een plaats die je gevormd heeft, wetende dat jouw afwezigheid zowel een keuze als een noodzaak is.

De verantwoordelijkheid van het geheugen

Ballingschap heeft me geleerd dat herinneren een daad van verzet is. Me Gaza herinneren is een afwijzing van het uitwissen ervan, een bevestiging van de menselijkheid van Gaza in een wereld die haar vaak reduceert tot krantenkoppen en statistieken. Mijn herinneringen zijn mijn erfenis, de draad die me bindt aan een plek die weigert me te laten gaan, zelfs nu ik buiten haar grenzen leef.

Maar herinneringen alleen zijn niet genoeg. Ze moeten gepaard gaan met actie: door te schrijven, door te spreken, door ervoor te zorgen dat Gaza niet alleen gezien wordt als een plaats van lijden maar ook als een plaats van leven, cultuur en geschiedenis. Het is een stad van dichters en vissers, moeders en dromers, mensen wier verhalen het verdienen om verteld te worden.

Aspiraties voor de toekomst

De verloren stad bekijken vanuit ballingschap is een daad van zowel liefde als groot verdriet. Het herinnert me eraan dat afstand geen banden verbreekt, maar ze transformeert. Gaza leeft in mij, niet als een geïdealiseerde herinnering maar als een levend, ademend deel van mij.

En dus zal ik blijven kijken, herinneren en het verhaal van Gaza vertellen, mij vastklampend aan de hoop dat ik op een dag weer door haar straten kan lopen – niet als bezoeker, maar als iemand die eindelijk naar huis is teruggekeerd.

Gaza verdient vrede. Dit is geen politieke verklaring, het is een puur menselijke. Het voelt als luxe om te praten over de politiek van een plek waar meer dan twee miljoen mensen al meer dan twintig jaar worden belegerd en van de wereld afgesloten. De politiek die Gaza nodig heeft, is de opheffing van de blokkade en het terugbrengen naar de tijd waarin de rest van de wereld leeft.