Wie betaalt Kagame's PR-machine?

Column

De maand van Anneke Verbraeken

Wie betaalt Kagame's PR-machine?

Demonstraties, zoals tijdens de Vuelta in Spanje, zullen we tijdens het WK Wielrennen in Rwanda niet zien, schrijft MO*columniste Anneke Verbraeken. ‘Geen enkele wielerploeg weigert deelname. Hooguit krijgen renners het advies om niet te praten over mensenrechten. De propagandamachine draait er op volle toeren.'

De directeur van de plaatselijke Kamer van Koophandel ontvangt me met open armen. ‘Natuurlijk mevrouw, u krijgt alle cijfers over handelaren in coltan en cassiteriet’.

Het is 2009, ik ben voor het eerst in Goma, de hoofdstad van de Congolese provincie Noord-Kivu. Mijn missie? Uitzoeken hoe de illegale mijnbouw werkt en waar die grondstoffen naartoe gaan.

Ik ben er met Sylvestre, mijn fixer, mijn leraar en soms ook mijn reddingsboei. We worden naar een klein kantoor geleid, waar achter een veel te groot bureau een man zit te wachten. Het is de baas van de ‘comptoirs’, de grondstoffenhandelaren van Goma. Later legt Sylvestre uit dat de meeste van die comptoirs Rwandese wortels hebben en dat dit een man van gewicht is, stevig gelieerd aan buurland Rwanda.

Ik stel vragen, krijg nietszeggende antwoorden, overhandig een lijstje van cijfers die ik graag zou willen hebben. De directeur stuurt iemand op pad en de baas van de comptoirs draait zijn laptop naar me toe.

‘Ik wil je iets laten zien’. Ik buig me nieuwsgierig voorover, maar plotseling grijpt Sylvestre mijn arm. Hij pakt mijn tas, opschrijfboek en pen en trekt aan mijn arm. Ik kan nog net excusez mompelen naar mijn gastheren, en weg zijn we.

Buiten in de felle zon ontplof ik. ‘Wat doe jij nou?’

‘Hij nam een foto van je’, zegt Sylvestre. ‘Die man was hier helemaal niet om vragen van jou te beantwoorden, maar om te zien welk vlees hij in de kuip had. Hij is gevaarlijk, we kennen hem allemaal.’

Ik zie angst in zijn ogen, want het hoofd van de comptoirs had hem natuurlijk ook herkend. Mijn fixer Sylvestre was in het dagelijks leven een bekend mensenrechtenactivist. Pas weken later zou blijken wat het gevolg van deze ontmoeting was. Door die ene klik met de computer waren mijn naam en gezicht verankerd in Rwanda’s machtige systeem.

Rwanda’s hongerige ogen

Sinds de genocide in 1994 kijkt Rwanda met hongerige ogen naar de schatten van de buurman. Goud, diamant, coltan, cassiteriet: de ingrediënten om een verwoest land weer op te bouwen. En dat deed Rwanda, met bewondering van de internationale gemeenschap. Rwanda werd na de genocide, mede door steun aan rebellengroepen als het CNDP en later M23, een sleutelspeler in de illegale Congolese grondstoffenhandel.

Vliegtuigjes stegen op van geïmproviseerde landingsbanen in de bush. Iedereen in Noord-Kivu wist wat erin zat en waar ze landden. Rwanda de brenger van stabiliteit? De lokale bevolking kon er om lachen, met kiespijn, dat wel. Zij waren degenen die moesten vluchten. Zij waren degenen die honger leden, omdat hun akkers onbereikbaar waren. Zij waren degenen die werden verminkt, verkracht, vermoord.

De kracht van propaganda

De RPF, het Rwandese leger dat in 1994 Rwanda “bevrijdde”, besefte al snel dat beeldvorming alles was. En dus werden waarnemers en journalisten al tijdens de genocide van bepaalde plaatsen geweerd.

Beetje bij beetje werden de geschiedenisboeken herschreven. Kagame kreeg de rol van held en bevrijder. Tutsi’s waren de enige slachtoffers, Hutu’s de enige daders, al mocht er wettelijk niet meer over etnische afkomst worden gesproken. Wie kritiek had op het regime, kreeg het etiket “genocide-ideoloog” opgeplakt.

Vanuit ambassades werd naar harte lust gespioneerd en gesurveilleerd. Het regime bleef graag op de hoogte van de Rwandese diaspora en de critici van hun regime. Tegelijkertijd werden critici geweerd uit het land en kregen internationale journalisten een rode-loperbehandeling.

Tot ze zich kritisch uitlieten, dan sloten plots de grenzen. Een land mag zelf bepalen wie het binnenlaat.

Geen humanitaire ramp, maar schattige babygorilla’s

Rwanda maakte na de genocide handig gebruik van het schuldgevoel van de internationale wereld. Die had immers lijdzaam toegekeken of zelfs de Hutu’s geholpen Rwanda te ontvluchten.

Zo kon Rwanda zonder repercussies de vluchtelingenkampen in Oost-Congo bombarderen en honderdduizenden Hutu’s genadeloos naar de andere kant van het land jagen. Geschat wordt dat meer dan 100.000 Rwandezen omkwamen.

In plaats van agressor werd Rwanda een corruptievrij paradijs waar vrouwen ’s avonds veilig over straat konden gaan.

De VN schreef een duimendik rapport over onder andere de Rwandese agressie tegen Hutu’s tussen 1993 en 2003. Het woord ‘genocide’ in het rapport zorgde voor veel internationale commotie. Het antwoord van Kigali? Het in de arm nemen van dikbetaalde internationale PR-firma’s.

Racepoint, een van die bureaus, kreeg in 2009 de opdracht voor een grootscheepse campagne die 18 maanden duurde. Het streek 50.000 dollar per maand op. Terwijl 60 procent van de Rwandese begroting destijds uit buitenlandse hulp bestond.

De campagne was een doorslaand succes. Lobbyisten lieten het rapport in diepe bureaulades verdwijnen en er werd nauwelijks over gesproken. In plaats van agressor werd Rwanda het land van babygorilla’s en groene heuvels. Een corruptievrij paradijs waar vrouwen ’s avonds veilig over straat konden gaan.

De trollenfabriek

Een ander deel van de Racepointcampagne bestond uit een agressieve tegenbeweging naar iedereen in het buitenland die kritiek had op Rwanda: diaspora, politici, wetenschappers, journalisten.

Sommige redacties stuurden me een mail. Dat ze liever niet meer met me in zee gingen.

Dit alles onder het motto: ‘Educate and correct the ill informed and factually incorrect information perpetuated by certain groups’ (Onderwijs en corrigeer de slecht geïnformeerden en feitelijk onjuiste informatie uitgevoerd door bepaalde groepen, red.). Wie kritiek durfde te leveren, kreeg een gratis een trollenleger over de vloer.

Ik ook. Als ik een kritisch stuk schreef over Rwanda, lag er de volgende dag een lijvige mail in de inbox van de betreffende hoofdredacteur waarin minutieus uit de doeken werd gedaan wat er allemaal niet klopte. Ik werd neergezet als onbetrouwbaar, misleidend, een aanhanger van de genocide-ideologie. Sommige redacties, niet zo goed op de hoogte van de situatie en bang zich te branden aan de genocide, stuurden me een mail. Dat ze liever niet meer met me in zee gingen.

Dankzij de propagandamachine en de ogenschijnlijke economische vooruitgang, werd Rwanda een donor darling. Tony Blair werd een Rwandafan, Bill Clinton glimlachte breed naast Kagame.

Rwanda sponsorde internationale sportclubs, verbood de Franse taal, blote voeten en rieten daken, en zette zich in de etalage als het Singapore van Afrika. Het WK Wielrennen eind september dit jaar, past naadloos in dit plaatje.

EU knijpt oogjes dicht

De PR-campagne werkt ook in de EU door: er was en is een stevige lobbyclub. De EU werd een van de belangrijkste sponsors, naast de VS en individuele landen als Frankrijk en Engeland. Nederland was zeer actief op het terrein van de rechtsstaat: rechters en advocaten werden opgeleid, gevangenissen werden mede dankzij Nederlandse steun, gebouwd.

België heeft altijd een aparte haat-liefdeverhouding gehad als voormalig kolonisator. In 2022 ontving Rwanda circa 1,2 miljard dollar aan buitenlandse steun, zo’n 17 procent van de begroting. Wat de EU in totaal aan steun geeft is lastig te becijferen. Het geld komt via verschillende EU-kanalen en individuele landen.

Dankzij het blinkende imago van Rwanda kan de EU een oogje dichtknijpen; Rwanda is immers een voorbeeldig en veilig land. Met name de Europese Commissie vindt economische belangen belangrijker dan de mensenrechten.

De Europese energietransitie en defensie worden belangrijker geacht dan de humanitaire ellende in Noord- en Zuid-Kivu.

Zo kwam in er in 2024 een Memorandum of Understanding tot stand over grondstoffen. Iedereen weet dat het grotendeels gaat over uit Oost-Congo geroofde bodemschatten, maar de Europese energietransitie en defensie worden toch belangrijker geacht dan de humanitaire ellende in Noord- en Zuid-Kivu.

Het Europese Parlement heeft een kritischer houding dan de Commissie. Het veroordeelde in januari dit jaar de grondstoffendeal en drong onlangs aan op de vrijlating van oppositieleider Victoire Ingabire. Zij werd in juni vastgezet omdat ze een bedreiging zou zijn voor de nationale veiligheid.

Die kritische houding van het Europese Parlement zal president Kagame een zorg zijn. Europa is verdeeld en veel macht heeft het Parlement niet.

Terug naar Goma

Mijn eerste onderzoek in 2009 bracht me bij mijnwerkers, vakbonden, douaniers, tussenhandelaren. Ik kreeg talloze bijzondere, mooie, schrijnende, trieste verhalen te horen, maar kreeg geen betrouwbare cijfers.

Wel ontmoette ik er vrienden voor het leven, zoals Sylvestre. Hij zou een jaar later, in 2010, worden ontvoerd en gemarteld door rebellenleider Ntaganda. Hij overleefde en kreeg uiteindelijk een warm welkom in Den Haag.

Tegen het glas van het douanehok hing mijn gezicht, Rwanda had me in het vizier.

Toen we aan ons aan het einde van mijn missie bij de grensovergang van Goma naar Gisenyi meldden -hij zou me net over de grens op de bus zetten - schrokken we ons een ongeluk. Tegen het glas van het douanehok hing mijn gezicht, de foto die de baas van de comptoirs met zijn computer had gemaakt. ‘Geef je paspoort niet af’, zei Sylvestre, ik ga even praten.

Hij kwam al vlug, telefonerend, terug. Zijn gezicht stond op onweer. Daarna ging alles razendsnel. Een jeep reed naar ons toe, Sylvestre duwde me erin en sprong met mijn koffer naast me op de achterbank.

Onderweg legde Sylvestre uit dat die foto betekende dat Rwanda me in het vizier had. Ik kon niet het risico nemen om het land binnen te gaan. Anderhalf uur na het zien van mijn foto, zat ik nog steeds compleet perplex, in een klein vliegtuig richting Kinshasa. Ik had in levenden lijve ervaren hoe Rwanda macht kon uitoefenen. Ik had de diepe angst gezien in de ogen van Sylvestre.

In Spanje kon de Vuelta niet finishen omdat er grootschalig werd gedemonstreerd, met instemming van de Spaanse president, tegen de aanwezigheid van de Israëlische wielerploeg.

Geen enkele wielerploeg weigert deelname aan dit WK vanwege de mensenrechtensituatie in Rwanda.

In Rwanda zou zo’n demonstratie onmogelijk zijn. Niet alleen ziet Rwanda zich als het Israël van Afrika, demonstraties bevlekken het blinkend beeld van het land.

Geen enkele wielerploeg weigert deelname aan dit WK vanwege de mensenrechtensituatie in Rwanda. Hooguit krijgen renners uit een aantal landen als België en Nederland, het advies niet te praten over mensenrechten en foto’s met Kagame te mijden.

Kagame maalt er niet om. Er zijn genoeg podia om wél te schitteren. De propagandamachine draait op volle toeren, betaald met geroofde Congolese bloedmineralen en buitenlands donorgeld, oorspronkelijk bestemd voor de doodarme Rwandese bevolking.

Met de oppositie in het buitenland of in de gevangenis, tandeloze staatsafhankelijke media, en een leger aan begeleiders voor internationale journalisten, staat niets een schitterend WK in de weg. Het draait in Kigali niet om de sport, maar om het beeld dat de wereld wordt ingestuurd.

Als ik de renners straks hun rondjes zie draaien, dan zal ik zeker terugdenken aan die allereerste ervaring tijdens mijn missie in 2009. Hoe je door een simpele klik van een computer, onverwacht en ongewild te maken krijgt met Kagames macht. En daar nooit meer onderuit komt.