Niet de oorlog, maar de mensen: het verhaal van de Afghanen

Boek

Twee boeken geven een inkijk in de beleving van de Afghanen zelf

Niet de oorlog, maar de mensen: het verhaal van de Afghanen

De camera’s zijn weer eens even gericht op Afghanistan. Ditmaal zijn het de verwoeste lemen huizen en dorpen in de bergen, de slachtoffers en de ontoereikende hulpverlening die centraal staan in de berichtgeving. Maar wat de Afghanen écht raakt en beweegt, dat kom je te weten in hun literatuur, eerder dan in de crisiscommunicatie.

Van oorlog ga je houden. Onder die titel onderzocht de Nederlandse oorlogsjournalist Hans Jaap Melissen in 2023 zijn lange gang langs de vechtende mens: In Oekraïne, In Syrië en Irak, in Haïti en Kosovo, en in Afghanistan. Hij is heel duidelijk in zijn opzet: zijn boek gaat niet over Syriërs of Afghanen, maar over (westerse) journalisten die verslag doen van verre of nabije oorlogen.

Voor wie daar niet genoeg van krijgt, was er in 2014 al de Reisgids voor de frontlijn van Arnold Karskens – volgens de uitgever (of de nooit van eigenwaan verstoken auteur) ‘hét overlevingsboek voor de avontuurlijke reiziger, hulpverlener, oorlogsjournalist, zakenman & pensionado met lef’.

Als alles goed is met de lezers van MO*, hebben ze meer behoefte aan inzicht in de oorlog dan fascinatie voor de verslaggever. Dit medium biedt ruim kans om de oorlogen, opstanden en conflicten van de wereld te benaderen via stevige achtergrondanalyses. Wat zijn de sociaal-economische oorzaken van het geweld en de historische wortels ervan, wie zijn de voornaamste actoren en machtsfactoren, zijn er internationale belangen of worden er initiatieven genomen om de vrede te herstellen...? Ik heb de voorbije decennia, zoals overigens ook Melissen en Karskens, zelf een stapeltje dergelijke analyses geschreven over Afghanistan.

Hoe zinvol die analyses, reportages, nieuwsstukken en interviews ook waren, ze slagen er meestal maar heel beperkt in een echte inkijk te geven in de beleving van de Afghanen zelf. Wie dat hiaat wil opvullen, kan daarvoor terecht in een opvallend journalistiek boek én in een Antwerps romandebuut.

Veel vrouwen en een Taliban

De Afghanen. Dat was de oorspronkelijke titel van Asne Seierstads boek toen dat in 2022 in het Noors verscheen. In de recent verschenen Nederlandse vertaling is de titel correcter maar ook omslachtiger: Het land van vele waarheden. Drie levens in Afghanistan.

Seierstad maakte vroeger naam met De boekhandelaar van Kaboel en schreef als journalist vaker over Afghanistan. Na de nieuwe machtsovername door de Taliban, in augustus 2021, wou ze beter begrijpen wat de Afghanen echt dreef en hoe zij zich voelden door decennia van ‘oorlog, liefde en opstand’ heen, zoals de Engelse cover belooft.

Seierstad vermijdt de veralgemeningen die je zou kunnen vermoeden met een titel als De Afghanen door te focussen op drie Afghanen. De verhalen van Djamila, Basjir en Ariana worden door elkaar geweven om het verloop van de voorbije halve eeuw vanuit heel persoonlijke perspectieven te vertellen.

De drie Afghanen van Seierstad bevinden zich aan heel verschillende uiteinden van het maatschappelijke spectrum. Djamila is afkomstig uit een welgesteld gezin, raakt op heel jonge leeftijd gedeeltelijk verlamd door polio en mag stap voor stap studeren. Zij wordt een gedreven voorvechtster van vrouwenrechten die alle kansen onder de westersgezinde republiek gebruikt om meisjes kansen en rechten te geven.

Basjir groeide op in een bergdorpje in de buurt van Kaboel, eerst in de periode van de verwoestende burgeroorlog onder de moedjahedien, dan onder Talibanbestuur. Hij wordt al vroeg aangetrokken door de romantiek van de gewapende jihad en ontwikkelt zich tot een Talibancommandant.

Seierstad brengt zijn verhaal ook via de vrouwen van zijn leven: zijn moeder Hala, zijn echtgenotes Galai en Yasamin en zijn verloofde Mariam. Dat vrouwelijke perspectief wordt in het boek nog steviger uitgewerkt in het verhaal van Ariana, die tot 2021 geen ander Afghanistan kende dan het land waar ook meisjes mochten dromen van onderwijs en een carrière. Haar beleving van de implosie van de republiek en de terugkeer van het emiraat geeft het boek een donder uitzicht.

De grote verdienste van Het land van vele waarheden is dat de auteur niet haar oordeel geeft, maar de beleving en reflectie van haar hoofdpersonages consequent centraal houdt. Dat is voor haar makkelijker als ze de ambitie en het gevecht van Djamila of Ariana beschrijft dan wanneer het over de acties of de beweegredenen van Basjir gaat, maar Seierstad houdt haar opzet vol. Dat biedt je als westerse lezer de unieke kans om de complexe realiteit van Afghanistan binnen te treden. Niet als mensenrechtenridder gezeten op een hoog, wit paard, maar als nieuwsgierige en empathische vlieg op de lemen muur.

Het is uitgerekend een gebrek aan die kijk van binnenuit die de mislukking van de westerse interventie verklaart. Dat is ook de subtekst van het boek, en het is intussen een analyse die redelijk algemeen aangenomen wordt.

Dat “inleven” lukte nooit echt voor zwaarbewapende troepen, die meer gefocust waren op het beveiligen van hun eigen manschappen dan op het creëren van nieuwe kansen voor Afghanen. Maar de verhalen in dit boek laten evenmin toe om het simpele dorpsleven te romantiseren. Daarvoor zijn de genderongelijkheden te groot en is het onrecht te schrijnend.

Dat in dit boek de actoren Afghanen zijn, dat de botsingen onderling plaatsvinden, dat de perspectieven door hen gecreëerd – of gesaboteerd – worden, maakt van dit boek een noodzakelijk document voor iedereen die wil begrijpen wat er in Afghanistan gebeurde tussen de staatsgreep van Daoed in 1973 en het Taliban-emiraat van 2025.

Ik moet wel bekennen dat ik op de eerste pagina’s, wanneer de jaren 1970-1980 snel passeren in de aanloop van Djamila’s verhaal, wat moeite had met enkele onnauwkeurigheden. Zo schrijft Seierstad dat Afghanistan aan het eind van de jaren ’70 op minder Amerikaanse steun kon rekenen omdat de VS nog volop in hun eigen oorlog in Zuidoost-Azië verwikkeld waren – terwijl die oorlogen eindigden in 1975.

Enkele pagina’s verder schrijft ze dat de CIA-operatie om de Afghaanse moedjahedien te bewapenen opgestart werd in 1980 onder president Carter, en dat die ‘zijn hele presidentsperiode’ voortgezet werd. In feite werd de financiering van de moedjahedien begonnen in midden 1979, dus nog voor de Sovjetinvasie eind december van dat jaar. En Carters presidentschap liep af eind 1980.

Maar dat blijken uiteindelijk slechts kleine schoonheidsfoutjes in een verder aangrijpend én uitermate informatief boek over een land dat, zoals alle andere landen, maar bekend kan worden als je erkent dat er vele verhalen, vele waarheden en vele botsende belangen spelen.

Onbekende wereld

Het is met eenzelfde ingesteldheid dat je als lezer aan Dochter van de bergen moet beginnen: met de intentie om een wereld te betreden die je niet kent. Dat vraagt respect voor het ritme, het taalgebruik, de Grote Gevoelens en de vele trauma’s die voorbijkomen. Of minstens vraagt het verhaal van Tahmina, Rostam, Nana, Baba Jan en de anderen voor een opgeschort oordeel.

Het boek lijkt weleens stil te staan of in trage cirkels om de eigen as te draaien, maar krijgt dan een onverwachte schok waardoor het hele voorgaande verhaal plots een heel andere kleur en betekenis krijgt. Rostam verwoordt het zo op pagina 243: ‘Het grootste onrecht dat we anderen kunnen aandoen, is hun realiteit bekijken vanuit ons beperkte inzicht en hun een simplistische beschrijving toedichten.’

Dochter van de bergen is het romandebuut van Mariyam Safi, die als dertienjarig meisje naar België kwam in het kader van gezinshereniging met haar vader, die hier een paar jaar eerder was toegekomen als asielzoeker. Ik leerde haar kennen in 2021, toen ik het dossier De stad is ook van Afghanen schreef. ‘Ik heb lang met de vraag geworsteld of ik nu Afghaanse of Belgische was’, zei Mariyam Safi toen.

Als puber koos ze ervoor zo Belgisch mogelijk te zijn. Maar in het zesde middelbaar begon ze te lezen over Afghanistan. Toen ze in 2012 voor het eerst terugging naar Afghanistan, stelde ze vast dat ze daar een vreemdeling geworden was. Haar mentaliteit, taal en manier van denken: het paste niet in de kaders die voorhanden zijn in Afghanistan. ‘Dat was eerst een pijnlijke vaststelling, omdat ik net mijn Afghaans-zijn herontdekt had. Maar intussen heb ik er vrede mee dat ik mezelf ben, tussen de twee helften van mijn identiteit in.’

Haar hoofdpersonage Tahmina worstelt met gelijkaardige vragen. Niet dat de roman als een soort autobiografie gelezen moet worden, maar de fictievorm biedt Safi wel de ruimte om een inkijk te geven in het arsenaal aan beelden en woorden waarmee een Afghaanse vrouw in België haar worsteling met de eigen identiteit en achtergrond aanpakt.

Safi studeerde rechten, werkt ook als advocate en was een periode gemeenteraadslid voor Groen in Wommelgem. Maar als ze de grote levensvragen via haar literaire verbeelding benadert, zijn het niet Elsschot of Hemmerechts die model staan, maar Rumi en Khaled Hosseini.

Tot haar dertiende was Safi niet naar school geweest, al had ze wel leren lezen en schrijven. En de tantes hadden altijd veel verhalen verteld. Dat voel je nu ze zelf een roman schreef.

De keuze om Tahmina en Rostam, twee legendarische figuren uit de Perzische literatuur, te lenen en op te voeren als hedendaagse Afghaanse migranten in België, is veelbetekenend. Al even relevant is het feit dat Safi dat tragische liefdesverhaal uit de Sjahnama laat navertellen door haar Rostam aan Tahmina, die het niet kent – wat misschien een van de minst geloofwaardige momenten uit de roman is. Maar het boek is in het Nederlands geschreven, voor een Vlaams lezerspubliek – in al zijn diversiteit – en dus kan je er natuurlijk niet van uitgaan dat die lezers het langste, epische gedicht uit de Perzische literatuur kennen.

De relatie tussen Tahmina, de dochter van de bergen én van Antwerpen, en Rostam, die met een beurs literatuur studeert in Brussel, gaat in tegen de normen van de Afghaanse cultuur. Evenmin conformeert het zich aan de verwachtingen van een Europees verhaal.

Hetzelfde geldt voor de relatie tussen Nana en Baba Jan, haar ouders. De subtiliteiten en vaak ongemakkelijke nuances van de liefde zijn universeel, hoezeer ze ook in verschillende culturele vormen gegoten worden. Dat Mariyam Safi dat inzicht laat ontstaan zonder het expliciet te benoemen, is de grote verdienste van haar roman. Op andere momenten sluipt er weleens te veel duiding of uitleg tussen de verhalen, en dat is dan jammer.

Een beeld is in een roman altijd sterker dan veel uitleg. Zo neemt Rostam Tahmina tegen het einde van de roman mee naar een Kintsugi-workshop. Die Japanse kunstvorm lijmt de brokken van vazen, schotels, kopjes of beelden weer aan elkaar met goudlijm, waardoor de breuken expliciet zichtbaar gemaakt worden én het oorspronkelijke voorwerp mooier en waardevoller wordt.

‘Zou hetzelfde ook gelden voor mensen?’ vraagt Tahmina aan Rostam. ‘Onze imperfecties ‘maken ons uniek en uniek is altijd bijzonder mooi’, bevestigde die. Het is een troostende gedachte voor alle mensen die in onze steden en in de hele wereld dagelijks leven met de pijn en het verlies van doorstaan geweld, gedwongen verhuizing en achtergelaten familie.

Maar zelfs dat inzicht brengt geen verlossing, blijkt later. Misschien is de wijsheid die Baba Jan vroeger meegaf wel belangrijker: ‘Pijn is de gevaarlijkste opium en niets is verslavender dan pijn en het verschuilen achter een slachtofferrol. Bachem, mijn kind, pijn mag geen liedje zijn dat je steeds op herhaling zet.’

Het land van vele waarheden. Drie levens in Afghanistan door Asne Seierstad is uitgegeven door De Geus. 475 blzn. ISBN 978 90 445 5125 9

Dochter van de bergen door Mariyam Safi is uitgegeven door Best in Books. 330 blzn. ISBN 978 949 3402 263

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in