Literatuur, een middel om samen te werken
‘Het allerbelangrijkste in de wereld is respect’

© Alexandra Cool

© Alexandra Cool
De man die internationale schrijvers in de spotlights zette, en daardoor de canon met wereldnamen kleurde, debuteert op zijn zeventigste. Hij heet Paul Buekenhout en wie is hij ook alweer?
Het boek kwam aan in een mooie witte enveloppe, mijn naam stond erop in sierlijke inktletters met de hand geschreven. Hier was over nagedacht. Leven en Dood van een Corsicaan. Het leek wel de titel van een banale stationsroman.
Ik bladerde door het bijzonder ingebonden boek met open rug. Krantenknipsels, een wiegelied, knappe foto’s, interviews, doorlopende tekst en zoveel voetnoten. Het bleek een debuut, uitgegeven door een onbekende, kleine uitgeverij met de naam KLEIN, en geschreven door de mij even onbekende Zetti & Bosch.
Wie deze ongewone roman wil lezen, zet best even alle vooroordelen aan de kant. Zetti & Bosch blijkt een groepsnaam te zijn. ‘Een pseudoniem voor Alexandra Cool, mezelf en anderen’, want ‘ik wou het een anders doen dan hoe het klassieke schrijverschap het voorschrijft en meer erkenning geven aan mensen die betekenis hebben gehad voor het boek’, liet de hoofdauteur Paul Buekenhout weten.
Paul Buekenhout, de oprichter van het literatuurdepartement van Bozar, de gangmaker van het literair festival Het Groot Beschrijf en bezieler en stichter van het internationaal literatuurhuis Passa Porta, ontving talloze schrijvers, van Jonathan Coe tot Orhan Pamuk en Olga Tokarczuk, lang voordat ze hun Nobelprijs in ontvangst namen. Hij ving gevluchte en getraumatiseerde schrijvers op, brak een lans voor vertalers en vond talent bij Belgen met een migratieachtergrond.
Omdat er amper een interview met deze debuterende grijsaard te vinden is op het internet en omdat MO* zich nog goed zijn maatschappelijke betrokkenheid herinnert, spraken we af. Zijn idyllische woning ligt in een dorpje van een schort groot, op tien kilometer van Charleroi. ‘Het is toch wel een verschil in mentaliteit. Je merkt dat bij de bakker, daar maken ze een praatje met je al bij je eerste bezoek. Het is hier goed wonen.’ Verbinding zit ‘m in het bloed.
U houdt van literatuur, van samenwerking en van een goed gesprek. Daar hebt u dan uw werk van gemaakt?
Paul Buekenhout: ‘Ja, zo is dat.’
U wou literatuur naar een groot en divers publiek brengen. Wat was uw tactiek?
Paul Buekenhout: ‘Een literair programma is geen voetbalmatch. En geen cinema. Cinema is een veel opener kunstgenre dan literatuur. Voor literatuur bestaat er nogal wat koudwatervrees. Die wou ik wegnemen.’
‘Dus organiseerden we midden jaren negentig in Brussel het eerste festival Het Groot Beschrijf. Dat was een Vlaams initiatief met middelen van Vlaamse en Vlaams-Brusselse overheden. Maar van in den beginne was het duidelijk voor mij dat ik niet anders kon dan ook met Franstalige en met buitenlandse, anderstalige schrijvers te werken. Het Groot Beschrijf werd een groot feest voor een groot publiek dat open stond voor ontdekkingen.’
Wat moet ik me voorstellen bij dat festival?
Paul Buekenhout: ‘We programmeerden honderd activiteiten op één dag. We deden niet alleen de gevestigde locaties zoals de AB, Bozar, het Beursgebouw of de KVS aan, maar ook plekken die niet voor de hand lagen, zoals de verkoopzaal van het Leger des Heils, het Klein Kasteeltje of een Marokkaans restaurant.’
‘In het Klein Kasteeltje hebben we schrijvers in oude gevangeniscellen gezet; de bewoners werden daarbij betrokken. Want het was niet de bedoeling om daar even in een ons vreemde wereld binnen te dringen en dan weer snel als toeristen weg te zijn.’
‘We wilden Brussel op een andere manier laten zien, de grote onbekende voor veel Vlamingen. Die gingen ’s morgens van het station naar hun ministeries en ’s avonds trokken ze naar huis. Die hadden niks met Brussel. Ik vertel niks nieuws nu. Onbekend is onbemind. Dus toon het.’
‘Ik zocht naar artistieke of culturele openheid maar ook naar maatschappelijke betrokkenheid. Als een publiek in een Marokkaans restaurant zit en door gastvrije Marokkanen lekker eten en schitterende verhalen krijgt aangeboden, dan kan dat iets triggeren, een klein of een groot verschil maken. Ik geloof in dat soort zaken. Dat is een beetje naïef, hè. Ik vind dat meer mensen naïef moeten zijn.’
Welke relevantie heeft het vreemde voor de maatschappij?
Paul Buekenhout: 'Ik ben van mening dat Vlaanderen een grote nood heeft aan een verbreding van zijn horizon. Hoe komt het dat Nederland in de jaren negentig al zogenaamde allochtone schrijvers van belang telde? In Franstalig België waren die er ook, en in Frankrijk zelfs à volonté.’
‘Maar in Vlaanderen niks hè. Hoe komt dat? Vlamingen presenteren zichzelf graag als een gul en gastvrij volkje. Wel, dat klopt niet.’
‘Ik dacht: we gaan hier binnenkort met een literatuur te maken krijgen waar bloedarmoede zal heersen. Heel de wereld is ingesteld op een mondiale kijk en Vlaanderen blijft zo – excuses voor het cliché – onder de kerktoren literatuur produceren. We organiseerden dus een cursus “Schrijven in den vreemde”. Die had als doel om literair talent van vreemde origine in Vlaanderen op weg te helpen, met coaches zoals Koen Peeters en Benno Barnard.’
‘Passa Porta vangt nog steeds gevluchte schrijvers op. Salman Rushdie lag aan de basis van dat initiatief. Hij toonde zich niet meteen een goede organisator, maar plantte wel het zaadje.’
‘Daar zijn namen uit voortgekomen die het nadien gemaakt hebben. Mustafa Kör, bijvoorbeeld en Rachida Lamrabet. Ik zeg niet dat dat dankzij ons is, zij waren er waarschijnlijk ook wel zonder ons gekomen, maar we hebben wel een proces versneld. Dat zijn zo van die dingen waarvan je nadien zegt: “Goed gedaan”.’
‘Het talent zit hier niet enkel bij witte mensen meer. In het voetbal is dat heel duidelijk, maar ook het theater is divers, de muziek, de dans. En de literatuur volgt. Cultuur heeft grenzen overschreden en dat wordt niet meer teruggedraaid.’
Uitwisseling stond centraal bij u.
Paul Buekenhout: ‘Uitwisseling veronderstelt de bereidheid om uit je comfortzone te treden, om het vreemde te accepteren. Uitwisseling veronderstelt respect. Respect is het allerbelangrijkste in de wereld, vind ik. Ik spreek niet van liefde, want iedereen kan niet verliefd zijn of liefdevol kijken naar andere mensen. Maar respect, dat is een minimum. Daarvoor moet je willen luisteren naar wat die ander te zeggen heeft.’
Missen we dat op dit moment?
Paul Buekenhout: ‘Absoluut! Als je hoort hoe polariserend de discussie is tussen Belgische politici wanneer het over Gaza gaat. Er zijn twee kampen die niet naar elkaar luisteren. Dat is nochtans nodig om een land te leiden. Onze politici hebben er ocharme gewoon voor gezorgd dat de regering niet viel.’
Is de luisterbereidheid erop verminderd?
Paul Buekenhout: ‘Ik heb die indruk. Woke versus anti-woke, globalisten versus nationalisten, Israël-fans versus zogenaamde anti-semieten … We krijgen te maken met een groeiende polarisering. De globalisering werd vroeger ook al in vraag gesteld, maar velen hadden toch het gevoel dat de wereld verbonden was met elkaar en dat dat uitgedragen moest worden. Net als vele anderen in de culturele sector wou ik niet alleen iets doen voor en met witte mensen.’
‘Dat streven kreeg in 1991 een boost. Ons land werd op Zwarte Zondag door elkaar geschud door het racistische en haatdragende Vlaams Blok dat als winnaar uit de verkiezingen kwam.’
U werkte veel met internationale schrijvers. Hoe vond u die?
Paul Buekenhout: ‘Via ambassades en buitenlandse culturele instituten zoals het Goethe Institut of Instituto Italiano. En, minstens even belangrijk, door verenigingen die een kamer hebben in Brussel en zich dan bijvoorbeeld “het Roemeens Huis” noemen. En via privépersonen met contacten. Ik praat liever met een gewone mens dan met een cultureel attaché van een ambassade, want die hebben een agenda, dat voel je, en die is niet per se interessant.’
‘Ook uitgeverijen hielpen ons aan contacten. Ik spreek van ons. Bij Passa Porta was ik niet de enige met een inhoudelijke inbreng. Ook mijn collega’s hadden ideeën, én adressenboekjes.’
‘God ja, nu ik eraan denk, in het begin contacteerden we schrijvers vaak per telefoon. Dan belden ik of een van mijn collega’s naar Harry Mulisch, Orhan Pamuk of Alain Robbe-Grillet. Die namen gewoon hun telefoon op en waren vriendelijk. Dat is nu ondenkbaar geworden.’

© Alexandra Cool
U schreef ooit een pleidooi voor meer “complicité” tussen de gemeenschappen van België. Wat wou u daarmee bereiken?
Paul Buekenhout: ‘In België zitten we met verschillende gemeenschappen en de ene weet nauwelijks iets af van de andere. Dat is een vaststelling. En als er dan over de andere gemeenschap wordt gesproken, is dat meestal in een taal die vastzit in een soort van oorlogslogica. De ander is een beetje de vijand.’
‘We wilden die grens doorbreken. Nu ja, niet alle grenzen zijn slecht. Soms is het goed om een grens te hebben. In 2011 publiceerden we een nulnummer van het Passa Porta Magazine, helemaal gewijd aan dat thema. Het is bij dat nulnummer gebleven. Gebrek aan centen.’
U wou met dat nummer ook aankondigen dat Passa Porta gevluchte schrijvers opving?
Paul Buekenhout: ‘Jazeker. Passa Porta vangt nog steeds die schrijvers op, als lid van ICORN (International Cities Of Refuge Network). Salman Rushdie lag aan de basis van dat initiatief. Hij toonde zich niet meteen een goede organisator, maar plantte wel het zaadje. Een Noorse organisatie pikte het vervolgens op en stichtte ICORN.’
‘Passa Porta is er een actief lid van geworden. De leden van dat netwerk verbinden er zich toe om schrijvers, die in eigen land monddood worden gemaakt en met gevangenschap of de dood bedreigd worden, op te vangen en hen twee jaar lang te voorzien van kost en inwoning.’
Staat ICORN in contact met PEN?
Paul Buekenhout: ‘Ja, dat is een hele oude relatie. PEN is een soort van lobbyclub die vecht tegen censuur, zij houdt een zwaar pleidooi voor een zo groot mogelijke vrijheid van meningsuiting. PEN zit overal in de wereld, soms clandestien. Zij geven een lijst van namen van vervolgde schrijvers aan de hoofdzetel van ICORN, en die bezorgt die namen aan haar leden. Passa Porta en de andere leden pikken er dan iemand uit.’
Vlaamse canon
Tot nu toe zit Alexandra Cool, de partner van Paul Buekenhout, stil mee te luisteren. Ze staat af en toe op om ons als een gulle gastvrouw van geurende quiche en koffie te voorzien. Tot het over de schrijvers in gevaar gaat.
Ze pikt fel in op het gesprek: ‘Paul ging daarin echt ver. Hij nam dat persoonlijk op zich en stelde zich verantwoordelijk voor die persoon. Er kwam een hoop paperassen bij kijken en een borgstelling. Hij lag er wakker van.’ ‘Ik moest dat persoonlijk doen, in mijn naam. Dat ging inderdaad ver’, vult Paul Buekenhout aan.
Vond u toen dat uw engagement te ver ging?
Paul Buekenhout: ‘Neeneenee, dat niet. Maar ik kon soms wel niet slapen van de machteloosheid, van boosheid ook. Die hardvochtigheid van Vreemdelingenzaken om die Afghaanse man – hij was de eerste, dat weet ik nog goed – niet te aanvaarden in België! Reden was dat we niet aangetoond zouden hebben waar die man zou verblijven. Dat was nonsens. Van bij het begin hebben we gezegd dat we een goed onderkomen voor hem hadden, in ons dossier stond een adres en al.’
‘De lichtzinnigheid van die besluitvorming en het vooroordeel dat die man alleen wou profiteren terwijl het de overheid niks ging kosten, dat was niet serieus, dat maakte me boos. Die man was een dossier, een nummer, geen mens die in Afghanistan geliquideerd zou worden. Op het nippertje is hij naar Noorwegen kunnen vertrekken.’
Lette u op de ideologie die een bepaalde schrijver aanhing om hem of haar een residentie aan te bieden?
Paul Buekenhout: ‘Ja. Maar dat is een moeilijke kwestie. Tijdens een algemene vergadering van ICORN gooide er eens iemand in de groep: “Ik heb een aanvraag gekregen van een schrijver. Hij blijkt een rechtse, superconservatieve rakker met foute ideeën. Ik moet die man eigenlijk niet. Anderzijds heeft ook hij het recht op een mening. Vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen, voor links en voor rechts”.’
‘Maar de vrijheid van meningsuiting kan niet onbegrensd zijn. Een houvast biedt natuurlijk de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die is door ongeveer alle landen ter wereld goedgekeurd (maar wordt door niet al te veel landen gerespecteerd).’
‘Maar het blijft moeilijk. Neem nu Céline, de Franse schrijver met Nazi-sympathieën. Een schitterende schrijver, maar met crapuleus gedachtengoed ... Schrap je die uit de Franse canon?’
‘Dat doet me denken aan Jef Geeraerts die geen plaats krijgt in de Vlaamse canon. Hij verdedigt het kolonialisme niet, maar valt het ook niet aan en in zijn boeken toont hij zich een seksist. Maar zijn stijl en aanpak van verhalen vertellen waren baanbrekend voor de Vlaamse literatuur. Ik vind dat hij een plaats verdient in de Vlaamse canon. En gebruik zijn boeken als materiaal voor discussie. Enfin, dat is mijn standpunt.’
Conservatief kunstgenre
Het gesprek stopt hier niet. Allerlei topics en initiatieven komen nog aan bod. Moeten ook minder goede vervolgde schrijvers gered worden? Buekenhout vindt alvast van wel. Hij vertelt hoe hij vertalers meer zichtbaarheid wou geven en daarvoor in 27 landen actie voerde en Europees geld vond.
Hij legt uit waarom samenwerken steeds winst is en waarom hij streeft naar gedeeld of anoniem schrijverschap. En hoe hij als sporadische concertorganisator lyrisch werd bij de traditionele volksmuziek van de Inuït of de podiumtoeren van Senegalese percussionisten. En hoe de Velvet Underground-zangeres Nico in zijn auto terecht kwam en diezelfde dag ook nog John Cale. ‘Jammer dat Lou Reed er niet bij was’, zegt hij droogweg.
En ons gesprek brengt ons natuurlijk ook bij Leven en dood van een Corsicaan, het boek waarmee hij op zijn zeventigste debuteert. ‘Het begon met Perdono mio Dio, een Corsicaans lied over schuld en boete. Er ontspon zich vervolgens een verhaal over een eremoord. De mores in Corsica – vaak met het katholicisme aan het stuur – worden belicht in voetnoten en bijlagen.’
Paul Buekenhout werkte er jaren aan en die genese krijgt de lezer ook mee. De roman is qua vorm vrij experimenteel maar blijft toch een vlot leesbaar verhaal. ‘Ik vind dat literatuur het meest conservatieve kunstgenre is. Film, theater, muziek is de laatste decennia enorm geëvolueerd, maar in de literatuur dateert de laatste experimentele fase uit de jaren vijftig. Ik trek in deze roman veel registers open, misschien te veel volgens literatuurcritici, maar ik zit daar niet mee. Ik sluit me aan bij de moeder van Tom Lanoye in haar beenhouwerij, zij zei vaak: “Mag het ietske meer zijn?”. Ik probeer graag eens iets anders.’
Dat de uitgeverij KLEIN zijn eigen uitgeverij is en daarom misschien de geloofwaardigheid van zijn boek ietwat kan aantasten, vindt hij als opmerking weinig interessant. Op de vraag of hij ermee naar een mainstream uitgeverij had kunnen stappen, antwoordt hij: ‘Kunnen wel, natuurlijk, maar ik ben zo goed als zeker dat ze Leven en dood van een Corsicaan niet zouden uitgeven. En dat heeft dan te maken met twee dingen. Het is niet mainstream genoeg. En om het boek te maken zoals het er nu ligt, zouden ze zeker zeggen: “Wij doen dat niet. Te duur.” Omdat het een kunstwerk is.’

Leven en dood van een Corsicaan van Zetti & Bosch is uitgegeven door KLEIN / Etablis-sement N° 8. 360 blz. ISBN 978 94 647 7442 9
Boekhandelstournee
Brussel - Passa Porta - 5 oktober – 11.00 uur
Leuven - Barbóék in M - 12 oktober – 11.30 uur
Oostende - Corman - 19 oktober – 15.00 uur
Antwerpen - De Groene Waterman – 21 oktober – 18.00 uur
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier inNiets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.
