Professor Berber Bevernage: ‘Herinneringscultuur is aantrekkelijk voor politici die willen polariseren’

Interview

In verschillende landen wordt de geschiedenis herschreven

Professor Berber Bevernage: ‘Herinneringscultuur is aantrekkelijk voor politici die willen polariseren’

Een dictatuur laat altijd diepe wonden na. Om die te helen, zijn herinneringscultuur en overgangsjustitie cruciale elementen. In een toenemend aantal landen wordt de herinnering aan de gruwel vandaag ingeruild voor een herschreven geschiedenis waarin ongemakkelijke waarheden vervangen worden door trots op het vaderland.

In de Verenigde Staten eiste president Trump onlangs dat meer dan twintig musea een positiever beeld geven van de Amerikaanse geschiedenis. Als ze dat niet doen, dreigen ze hun subsidies te verliezen. In Rusland worden de misdaden van Stalin dan weer duchtig gerelativeerd. Her en der duiken er zelfs nieuwe beelden van de oud-Sovjetdictator op. En in Israël, ten slotte, legt de regering-Netanyahu de geschiedenis voortdurend in een andere plooi, om zo het bestaan van Palestina uit te wissen.

De voorbeelden van autocratische leiders die voor eigen gewin een loopje nemen met de geschiedenis zijn talrijk. In sommige landen zet dat het al kwetsbare proces van overgangsjustitie (transitional justice) op de helling. Berber Bevernage is professor Historische Theorie van de vakgroep Geschiedenis aan de Universiteit van Gent. Hij heeft een grondige kennis van de overgangsjustitie in Argentinië, waar ook de regering-Milei dezer dagen het verleden wil herschrijven.

‘Overgangsjustitie is de verzamelnaam voor buiten- of schijnbaar gerechtelijke mechanismes die ontworpen zijn om rekenschap te geven van mensenrechtenschendingen, gepleegd door een voorgaand regime, in situaties waarbij het klassieke strafrecht niet volstaat, of zelfs als contraproductief wordt beschouwd, om de overgang naar een democratie te doen slagen’, doceert Bevernage. 

Argentinië was nochtans een pionier in dit proces. President Raúl Alfonsín (1983-1989) riep er in 1983 de Nationale Commissie voor de Verdwijning van Personen, CONADEP, in het leven. Door onderzoek te doen naar de feiten, de verantwoordelijken en de slachtoffers van de militaire dictatuur (1976-1983) en daarover publiek te rapporteren, leverde deze waarheidscommissie niet enkel cruciale informatie voor het strafproces tegen een kleine groep juntaleiders, maar legde het ook de basis voor een bredere herinneringscultuur. 

Deze herinneringscultuur kreeg vorm in musea, culturele centra, herinneringssites, vormingsmateriaal en in een overvloed aan documentatie. Heel wat landen hebben intussen zo’n proces doorlopen: Zuid-Afrika na de afschaffing van de apartheid, Cambodja, Rwanda, Brazilië, Chili, El Salvador, Guatemala, Duitsland, Spanje en Noord-Ierland. 

Maar nooit is dit een garantie dat de verontwaardiging over het kwaad zijn kracht behoudt of dat het kwaad niet weerkeert in een nieuwe gedaante. Ook al hebben samenlevingen afgesproken: ‘Dit nooit meer’. 

In Brazilië kwam Jair Bolsonaro, die de dictatuur verheerlijkte, aan de macht. El Salvador kreeg Nayib Bukele. In Italië viel met de overwinning van Giorgia Meloni de schroom weg om een partij met banden met Mussolini opnieuw aan de macht te brengen. De extreemrechtse AfD kon in Duitsland met moeite van de macht geweerd worden, hoewel die partij nog extra ruggensteun van Elon Musk had gekregen. Extreemrechts, dat graag grappen maakt over de gruwel van de Holocaust, was vorige week een geëerde gast op een conferentie over het bestrijden van antisemitisme in Jeruzalem, een slag in het gezicht van talrijke Joodse organisaties. 

Fragiele machtsbalans

Wat maakt het werk van waarheidscommissies en de hele herinneringscultuur zo kwetsbaar? 

Berber Bevernage: ‘Internationaal merken we een groeiende scepsis tegenover herinneringsinitiatieven. Het idee dat moral remembrance, of de morele herinnering, een dam kan opwerpen tegen het aantreden van autoritaire leiders, lijkt af te zwakken. Die kwetsbaarheid heeft gedeeltelijk te maken met de context. Een overgangsjustitie wordt vaak opgezet in omstandigheden waar de machtsbalans extreem fragiel is. In Argentinië was dat zeker het geval. Men spreekt er over de “burgerlijk-militaire dictatuur” omdat een deel van de maatschappij de dictatuur steunde. De militairen trokken zich terug, maar niet zonder zichzelf eerst amnestie te geven.’

Argentijns oud-president Raúl Alfonsín heeft die amnestie toch weer ingetrokken? 

Berber Bevernage: ‘Ja, maar pas na het uitvaardigen van twee belangrijke wetten. Toen de Punto Final-wet in december 1986 van kracht werd, kon er niet meer vervolgd worden. Met de wet van de Obediencia Debida gingen militairen die enkel orders uitvoerden, vooral jongeren, vrijuit. Alleen de hogere officieren werden vervolgd.’ 

‘President Carlos Menem (1989-1999; red.) veegde opnieuw de spons over de veroordelingen, maar onder de regering van Nestor Kirchner (2003-2007; red.) is het proces ten volle hervat. Dat gebeurde met brede steun aan de herinneringsinstanties als de Moeders en Grootmoeders van de Plaza de Mayo, aan mensenrechtenorganisaties en door de erkenning van de herdenkingsplekken.’ 

‘Maar ook die volle steun van de overheid is delicaat, want wanneer zo’n proces te dicht aanleunt bij de heersende politieke macht, worden de betrokken organisaties daarmee geassocieerd en kan het hele proces als links worden weggezet.’

Berber Bevernage: ‘Het is belangrijk dat de netwerken in het middenveld de boodschap blijven uitdragen om recht te doen geschieden en de democratische fundamenten weer op te bouwen.’

Contradicties van overgangsjustitie

Die afhankelijkheid maakt organisaties bijgevolg ook kwetsbaar? 

Berber Bevernage: ‘Dat klopt. Het is een van de contradicties van de overgangsjustitie. Het proces wordt in gang gezet door ngo’s en middenveldorganisaties, maar die blijven vaak wel afhankelijk van de staat voor logistieke en financiële steun. Bovendien vragen deze groepen ook om erkenning door de staat, die tegelijk de dader is. Die gespannen verhouding maakt het proces kwetsbaar bij een regimewissel.’ 

Toch is de band met de staat noodzakelijk? 

Berber Bevernage: ‘Je kan niet zonder. Overgangsjustitie gaat niet alleen om het bestraffen van de daders, maar ook over het herstellen van het vertrouwen tussen de staat en zijn burgers. Bij staatsterreur ervaar je als burger een ultieme machteloosheid wanneer de overheid jouw rechten niet erkent. Dat vertrouwen moet op langere termijn hersteld worden. Als een politicus dat vertrouwen schendt, blijkt de staat opnieuw onbetrouwbaar.’

‘Landen met zo’n complexe machtsbalans zijn ook vaak erg gepolariseerd en hebben een laag vertrouwen in politieke systemen. Daardoor wordt het heel aantrekkelijk voor autoritaire of populistische leiders om op oude breuklijnen in te spelen. Een foute foto of een verkeerd gebaar kan een storm van verontwaardiging opwekken.’

Leg eens uit.

Berber Bevernage: ‘Vaak wordt er gespeeld op wrok, op gevoelens van gekrenkte trots of van gekwetst patriotisme. In een recent verleden werd in Polen het Nationale Herinneringsinstituut helemaal overgenomen door het rechtse PiS (Recht en Rechtvaardigheid; red.). Daarbij begonnen allerlei revisionistische verhalen te circuleren over hoe Polen nooit betrokken was bij de Holocaust. Het was heel duidelijk dat de trots van de natie niet geschonden mag worden.’

‘Populistische politici spelen graag in op dergelijke oude breuklijnen omdat er best nog wel veel mensen zijn die deze provocerende strekking aanhangen. Het verstrijken van de tijd en de generatiewissel zwakken de verontwaardiging erover ook af. Of het verleden wordt gezien als een last die men liever niet meezeult. De toekomst is belangrijker, heet het dan.’

Patriotisme en eer is één ding. Is het opleggen van een bepaald economisch model niet vaak de onderliggende drijfveer?

Berber Bevernage: ‘Dat was zeker het geval in Argentinië, maar ook in Chili en Brazilië. De militaire dictaturen daar organiseerden een economisch neoliberaal model. Het leger zag zichzelf als voortrekker van een modernisering waarbij de samenleving werd gereorganiseerd door het bekampen van vakbonden en politieke dissidenten. Heel veel van de slachtoffers waren vakbondsmilitanten.’

Pijnlijke Congocommissie

Zijn er voor die overgangsjustitie lessen te trekken op basis van de terugval van de morele verontwaardiging van vandaag? 

Berber Bevernage: ‘Het is belangrijk dat de netwerken in het middenveld de boodschap blijven uitdragen om recht te doen geschieden en de democratische fundamenten weer op te bouwen. Bovendien zijn in dat proces verschillende aspecten van belang. Heel wat mechanismen van de herinneringspolitiek of overgangsjustitie zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op wat sommige denkers de “expressieve dimensie” ervan noemen, de symbolische betekenis en het inhoudelijke besef. Het gaat over meer dan het erkennen van feiten, maar ook over wat er in dat proces wordt uitgedrukt. Er is daarbij ook een verschil tussen kennis en erkenning (in het Engels “knowledge” en “acknowledgement”; red.).’

Hoe bedoelt u?

Berber Bevernage: ‘Erkenning is bijvoorbeeld wanneer kennis door een staat officieel wordt opgenomen in de schoolboeken en officiële rapporten. Het gaat over de expressieve kracht van die erkenning en voor heel veel mensen is die erg belangrijk. In de Congocommissie, bijvoorbeeld, konden politici er niet toe komen die officiële erkenning te geven, waardoor je moet besluiten dat het er voor ons niet genoeg toe doet. Dat is heel pijnlijk. En daar zie je ook weer die fragiliteit. Want uiteindelijk zijn er heel veel mensen in België die er wel achter staan, maar toch kon dit niet tot een officiële erkenning van de verantwoordelijkheid voor de mistoestanden leiden.’ 

‘Ook het aanbieden van politieke verontschuldigingen wordt vaak gezien als iets futiels. Dat is het niet als de overheid dat gebaar omzet in daden en die verontschuldigingen bijvoorbeeld koppelt aan een herinneringsprogramma. Dat maakt deel uit van het proces om het vertrouwen weer op te bouwen. Het is die expressieve dimensie, de inhoudelijke betekenis, die overgangsjustitie zo gevoelig maakt. Als een nieuwe politicus breekt met het herstellen van het vertrouwen, komt het idee dat de staat onbetrouwbaar is opnieuw bovendrijven. Zo’n proces komt tot stand in een fragiele machtsbalans die altijd weer naar de andere kant kan overhellen.’

Het is nooit verworven, zegt u? 

Berber Bevernage: ‘Precies. Het moet voortdurend herbevestigd en veiliggesteld worden. En dan stoot je opnieuw op een paradox. Omdat er zoveel in geïnvesteerd wordt, en er zoveel symbolisch belang aan gehecht wordt, wordt die herinnering des te aantrekkelijker voor politici die willen polariseren. Maar naast die broosheid zijn er ook inzichten verworven en netwerken opgebouwd die niet volledig teniet gedaan kunnen worden. Er zijn verhalen en technieken opgebouwd over hoe we kunnen herinneren, maar als de context verandert, moeten we die telkens heruitvinden.’

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in