Een bijtend relaas over de westerse medeplichtigheid in de genocide in Gaza
Schrijver Omar El Akkad: ‘De stilzwijgende mens dient Israël meer dan de luide cheerleader’

© Kateshia Pendergrass

© Kateshia Pendergrass
Met zijn messcherpe essay One day, everyone will have always been against this, dat dit voorjaar verscheen, oogstte Omar El Akkad wereldwijd lof. Maar dat is het laatste wat de Egyptisch-Amerikaanse schrijver beoogt. Zijn boek is niet alleen een aanklacht tegen de westerse medeplichtigheid in de genocide in Gaza, het is ook een sombere zoektocht naar zijn eigen rol.
Omar El Akkad heeft er een druk jaar opzitten met honderden lezingen, interviews en auteursgesprekken. Hij reist op het moment van schrijven door Europa en opende op 3 september het herfstseizoen van het Brusselse cultuurcentrum Bozar. Maar de schrijver, die ik vlak voor zijn afreis naar Europa online spreek, moet zowat de meest bescheiden en zelfkritische succesauteur zijn die ik ooit interviewde.
Het is ochtend in Oregon. Zoals altijd begon El Akkad zijn dag met het doornemen van het nieuws om de blik op de live slachtpartij in Gaza niet te verliezen. Niet omdat hij een moedig persoon is, want zo ziet hij zichzelf niet. Verre van zelfs, zegt hij zelf. Hij zal zichzelf gedurende het hele gesprek een lafaard noemen. Evenmin omdat hij zou hongeren naar gruwelbeelden. Maar omdat wegkijken geen optie is.
Het leven dat El Akkad tot twee jaar geleden leidde, dat van een westers opgeleide Egyptenaar die opgroeide en leefde in Qatar, Canada en de Verenigde Staten, is verleden tijd. Gaza is de laatste doodsteek voor de westerse moraal.
Gedurende het overgrote deel van zijn leven geloofde hij in de westerse narratieven, vertelt hij. Hij bleef eraan vasthouden, ook nog toen hij als journalist in Afghanistan, Guantanamo Bay en elders dingen zag die de kloof tussen woord en daad van het Westen duidelijk zichtbaar maakten.
‘Ik maakte mezelf wijs dat gebeurtenissen geïsoleerd waren van het grotere geheel: uniek in de tijd, de ruimte en de situatie.’ Dat vermogen tot ontkoppelen is helemaal verdwenen in de voorbije twee jaar waarin de medeplichtigheid van de VS, maar evengoed Europa, zich zo zwart-wit aftekende.
Opvallend in zijn boek en tijdens dit gesprek is hoe El Akkad zichzelf als medeplichtige ziet en aan de schandpaal nagelt. ‘Ik ben medeverantwoordelijk. Ik heb te lang gezwegen en het is mijn belastinggeld dat direct naar de bommen en kogels gaat die elke dag opnieuw kinderen doden. Het is onmogelijk om terug te gaan naar de troostende veilige wereld waarin ik leefde.’
Uw boek is een aanklacht tegen de dubbele moraal van het Westen. Verwoordt de titel ook uw teleurstelling in de mensheid in het algemeen?
Omar El Akkad: ‘Als ik spreek over mijn volledige vertrouwensverlies in het Westen, bedoel ik de politieke, journalistieke, academische, culturele instituten. Ondanks de titel van mijn boek denk ik dat de meeste mensen “tegen” zijn. Want overal waar ik ga, zie ik mensen die woedend zijn over de slachtpartij in Gaza. Ik ben nog nooit zo geïnspireerd geweest als vandaag door de solidaire daadkracht van mensen en de volharding om dat te doen, ondanks de tegenwerking die ze krijgen.’
‘Ik denk wel dat we als burgers de goedkeuring hebben gegeven aan de slechtsten onder ons om de touwen in handen te nemen. We stonden toe dat onze instituten medeplichtig zijn en mee profiteren van de verschrikkelijkste dingen die mensen kunnen doen.’
‘Als ik het geloof zou hebben verloren in een bepaald aspect van de menselijkheid, of teleurgesteld of gedesillusioneerd ben, dan is dat vooral in mezelf. Ik ben persoonlijk medeplichtig omdat ik, gedurende het grootste deel van mijn leven, net zo stil als coöperatief met deze systemen was.’
Waar plaatst u eigenlijk zelf uw essay? Is het een pamflet van verzet of een rouwbetuiging?
Omar El Akkad: ‘Ik denk dat mijn boek de meest basale en zielige vorm van verzet is tegen het stilzwijgen. Dat stilzwijgen is al zo lang als de mens bestaat de olie om slachtmechanismen zoals in Gaza verder te laten draaien. In ons land hebben we hooggeplaatste cheerleaders van de genocide.’
‘Maar Israël is minder afhankelijk van die cheerleaders dan van de mensen die bereid zijn te zwijgen. Ik kan je niet vertellen hoe vaak ik in een gesprek over de genocide op de reactie bots van iemand die het wegwuift en daarna zegt: ‘‘Och, het is allemaal zo ingewikkeld’’.’
‘Het verraderlijke aan stilzwijgen is dat je daar veel moeilijker iemand verantwoordelijk voor kan houden. Ik wil maar zeggen: toekomstige geschiedenisboeken zullen alleen de mensen die luidop de genocide toejuichten noemen, niet de mensen die zwijgen.’
‘Door dit boek te schrijven, erover te spreken en het te promoten, heb ik het voorrecht om mensen te leren kennen die echt verzet bieden. Ik heb mensen ontmoet die momenteel wachten op hun rechtszaak omdat ze opkwamen tegen de genocide. Ik heb mensen ontmoet die familieleden hebben verloren en ondanks de verwoesting van hun leven toch zijn blijven vechten.’
‘Dit boek bevindt zich, op zijn best, aan de uiterste rand van dat verzet. Tot mijn grote schaamte is het meest zielige gevolg misschien wel dat ik me persoonlijk beter voel, omdat ik ‘‘tenminste iets heb gezegd’’.’
Waarom betrekt u in uw boek, een aanklacht tegen de genocide in Gaza, ook persoonlijke zaken waarmee u worstelt, zoals racisme en kolonialisme?
Omar El Akkad: ‘Ten eerste is het voor mij onmogelijk om de genocide en de gedeelde verantwoordelijkheid daarin aan te klagen en te onderzoeken zonder mijn eigen medeplichtigheid in vraag te stellen. Ik zou het woord “worstelen” niet gebruiken, want ik ken het niet. Ik ben immers altijd ongelofelijk bevoorrecht geweest: ik leef aan de kant die de wapens lanceert, niet aan de andere kant die de bommen ontvangt.’
‘De andere reden is een beetje abstracter: ik heb het gevoel gehad niet verankerd te zijn. Ik verliet Egypte toen ik vijf was en vanaf toen ging ik naar Britse en Amerikaanse scholen, leefde ik in Qatar, Canada en de VS. Maar dat betekent ook dat ik een wat caleidoscopische ervaring heb met kolonialisme.’
‘Ik kreeg allerlei verschillende perspectieven op kolonialisme te zien maar merkte dat de mechanismen bijna altijd hetzelfde zijn, waar ook ter wereld. Ik kan praten over een groep mensen van wie het land werd gestolen, die opgesloten werden in openluchtgevangenissen, die als wilden werden beschreven, massaal zijn uitgeroeid. Helaas kan dit evengoed gaan over de Palestijnen als over de oorspronkelijke bevolking in de VS en Canada.’
‘Dat aspect probeerde ik in mijn boek te krijgen. Voor mij, een schrijver met een vrij beperkt talent, waren mijn eigen ervaringen daarvoor het vertrekpunt.’
Literair verzet
Mensen worden gearresteerd en auteurs van publieke evenementen geweerd omdat ze zich uitspreken tegen het genocidaire geweld van Israël. Hoe werd uw boek ontvangen?
Omar El Akkad: ‘De carrières van sommige mensen zijn vernietigd omdat ze de “fout” begingen om te snel hun mening te geven. Toen we naar New York gingen om voor het eerst formeel met de uitgeverij over dit boek te praten, anderhalf jaar geleden, voelde ik ook echt nervositeit in die kamer. Maar bij de verschijning, een jaar later, haalde het meteen de cover van de New York Times Book Review en kwam het snel op de bestsellerslijst. Dat had alles te maken met het momentum: het was veilig om het verhaal te vertellen.’
‘Mijn boek is eigenlijk een mak boek. Als het al zal worden herinnerd, dan als een van de tamste in zijn genre. De hoeveelheid terechte woede die ik tijdens boekvoorstellingen en lezingen heb gezien, doet alles in dit boek er vreemd uitzien.’
U bent opvallend hard voor uzelf en stelt uw schrijverschap voortdurend in vraag: ‘Waar zijn wij, schrijvers, goed voor?’ Geeft uw essay daar geen antwoord op?
Omar El Akkad: ‘Dat weet ik niet. Schrijven is het enige waar ik een beetje goed in ben. Het bepaalt mijn eigenwaarde en hoe ik in de wereld sta. Maar dit jaar heb ik nauwelijks een letter op papier gekregen, terwijl het mijn verzet bij uitstek is: de genocide veroordelen via het literaire woord. Doe ik dus wel genoeg?’
‘Samen met anderen probeer ik het Portland Boekenfestival onder druk te zetten om de banden met twee van hun sponsors door te knippen. Het gaat om banken die investeren in wapenfabrikanten die rechtstreeks leveren aan de genocide in Gaza. Dat geeft veel spanning en verpest mijn relatie met literaire organisaties.’
‘Gaat dit die verdomde genocide tegenhouden, ook als het boekenfestival van Portland overstag gaat? Dat bedoel ik dus: ik weet niet waar het schrijven goed voor is, ik weet niet waar mijn pleidooi binnen het literaire wereldje goed voor is. Ik heb een diep gevoel van leegte daarbij. Ik zou willen dat er een “maar” aan het einde van die zin stond. Die is er niet.’
De echte waarde van journalistiek
U bent ook heel streng voor de media waarin u jaren hebt gewerkt. U noemt de grote westerse media sterk medeplichtig aan de genocide door mee te heulen in de Israëlische propagandashow.
Omar El Akkad: ‘De narratieven en hoe de media die in stand houden, spelen een immense rol in het verdoezelen van een genocide. Ik vraag niemand om Palestijnen klakkeloos te geloven, ik zeg alleen dat media moeten kiezen. Of je kiest de ene interpretatiemethode en past die universeel en consequent toe, of je kiest een andere.’
‘Als je, telkens de staat Israël mensen vermoordt, kiest om daarover in de meest passieve bewoordingen verslag te brengen, pas dat dan overal toe. Dan is het tenminste allemaal even slechte journalistiek.’
Kunt u dat verduidelijken?
Omar El Akkad: ‘Als je elke Palestijn die een bloedbad overleeft, gaat vragen of hij Hamas steunt of niet, of dat dit vermoorde kind misschien het neefje was van de neef van de vriend van iemand die ooit voor het Gazaanse ministerie van Landbouw heeft gewerkt, pas die vragen dan overal toe.’
‘Dat immense onevenwicht, en die term is een understatement, komt op zoveel manieren voor. Ik zag het ook in Afghanistan. Elke buitenlandcorrespondent wist dat het merendeel van de feitelijke informatie ons werd aangereikt, op gevaar van eigen leven, door fiksers of lokale mensen die het terrein kennen.’
‘Een van onze fiksers was een voormalige chirurg die van job was gewisseld omdat hij met dit werk meer geld verdiende dan in een ziekenhuis. De naam van die erudiete man stond in het beste geval als een nauwelijks leesbaar detail onderaan vermeld.’
Gelooft u toch ook nog in de waarden van journalistiek?
Omar El Akkad: ‘Ik heb de afgelopen twee jaar van de beste journalistieke prestaties gezien door Palestijnse journalisten. De meesten zijn nu dood, hun families zijn geëxecuteerd. Puur omdat ze journalistiek bedreven. Ik zal het beroep van journalistiek dus niet veroordelen, maar ik veroordeel wel de vorm van journalistiek die grote media zich vandaag hebben toegemeten.’
‘Toen ik op een avond na een boekvoorstelling naar huis reed, luisterde ik naar een interview op de nationale publieke radio NPR. De interviewee was een onderzoekster met expertise in het door de overheid gefinancierde gezondheidszorgsysteem Medicare, dat door de republikeinen ten dode is opgeschreven.’
‘De interviewer verwees naar een volkomen gratuite uitspraak van een republikeinse politicus. 50% van de uitgaven in Medicare zou fraude zijn. De onderzoekster antwoordde dat ze geen enkele reden had om aan te nemen dat dit cijfer klopte, want uit hun onderzoek bleek dat gemiddeld 5% van de uitgaven factureringsfouten zijn. De reactie van die journalist: “Als die republikein het over 50% heeft en u heeft het over 5%, kunnen we misschien kijken wat de middenweg is?”.’
‘Ik stond perplex. Zo’n model van journalistiek faalt niet alleen grondig maar is ook kwaadaardig en schadelijk. Dat kan je niet toepassen op een genocide die zich voltrekt voor de ogen van de hele wereld. De schade die de journalistiek zichzelf als instituut heeft toegebracht, zal nog generatieslang voortduren. Er zullen hele generaties fundamenteel wantrouwig staan tegenover wat een belangrijk en maatschappelijk essentieel instituut kan zijn.’
Hopeloosheid biedt geen alternatief
Hoe kijkt u naar mensen die zeggen: ‘ik maak me zorgen maar ik volg het nieuws niet meer omdat ik het mentaal niet aankan?’
Omar El Akkad: ‘Het eerste wat ik zie als ik wakker word en mijn computer open, is het ergste is wat een mens zich kan voorstellen. Maar ik kan dat doen vanuit het voorrecht van dit huis, waar de lichten en de wifi werken, drinkbaar water uit de kraan komt, waar ik me geen zorgen hoef te maken mijn knusse plek samen met mijn hele bloedlijn van de aardbodem wordt weggevaagd.’
‘Ik ben ongelofelijk geprivilegieerd om hier in een online interview te vertellen hoe schadelijk het is om die beelden te zien. Of ik kan je vertellen, vanuit datzelfde voorrecht, hoe ik nu dermate geconditioneerd ben dat ik weet dat een foto van een lachend Palestijns kind op X betekent dat het dood is. Natuurlijk berokkent dat mij psychische schade en rouw ik als ik die beelden zie. Ja, ik herken de neiging om een vorm van psychologische zelfverdediging te willen toepassen.’
‘Het is niet aan mij om iemand te vertellen wat hij moet doen of om iemand van iets te overtuigen. Ik weet wel dat wanneer ik die impuls tot zelfbescherming en wegkijken voel, ik mezelf eraan moet herinneren wat een privilege het is dat ik die impuls überhaupt heb. Dat volstaat om mezelf te herinneren aan mijn plicht om daadwerkelijk iets te doen in plaats van er maar in te blijven hangen.’
Versta ik het goed als ik in uw boek lees dat het de verdomde plicht van elk individu is om hoop te hebben?
Omar El Akkad: ‘Ik probeer een onderscheid te maken tussen hoop als proloog en hoop als epiloog. Het is de epiloog van het gemiddelde Hollywoodscenario: hoe erg we het ook verpesten, hoe slecht het ook even gaat, alles komt altijd goed.’
‘Veel belangrijker en vitaler is hoop als uitgangspunt. Want het is de motor om vervolgens iets te doen. Het biedt een alternatief naast de aanvaarding van een wereld waarin mensen die op jou lijken gruwelijk worden weggemaaid.’
‘Ik gun mezelf niet het recht om namens iemand anders op te geven. Ik heb mensen ontmoet die een groot deel van hun familie hebben verloren. Hoe empathisch ik ook probeer te zijn, ik kan me hun niveau van lijden niet voorstellen. En toch weet ik dat die mensen hoopvoller zijn dan ik. Welk recht heb ik dan om in hopeloosheid te blijven hangen?’
Ten slotte: hoe wilt u uw kinderen die boodschap van hoop meegeven?
Omar El Akkad: ‘Dit is wat wij als journalisten de fuck-offvraag noemen. (lacht) De rotvraag die je tot het einde bewaart. De reden waarom ik met die vraag moeite heb, is omdat ik er veel over nadenk. Telkens ik dat doe, kan ik mijn eigen lafheid niet van me afzetten. Mijn zoontje is nog te jong maar mijn dochter niet.’
‘Ze is acht en boycot McDonald’s nadat ze zich heeft gerealiseerd hoe vlees wordt gemaakt. Mijn dochter is het liefste, het aardigste en meest zorgzame wezen dat bestaat, en is veel slimmer dan ik. Ik probeer haar te beschermen, wil haar in noppenfolie wikkelen en een muur optrekken tussen haar en de realiteit van dit moment.’
‘Ik praat met haar over het soort mens dat ik hoop dat ze zal blijven. Ik probeer haar bij te brengen dat de wereld waarin ze terecht zal komen als ze volwassen wordt, gebaseerd is op beloning en straf. Ik vertel haar daarbij hoe gemakkelijk het is om de meest ellendige, onverschillige, egoïstische mens te zijn, omdat aan de andere kant een enorme beloning wacht.’
‘Ik vertel haar dat ze het vermogen moet ontwikkelen om daar niet aan toe te geven. De meerderheid van de mensen op deze aarde weet trouwens wat goed en fout is. Maar ik denk dat we in deze situatie verkeren omdat er een enorme beloning tegenover staat als je dat allemaal negeert. Dat is heftig en ik heb geen idee wat ze ermee doet.’
Ze boycot McDonald’s…

One Day, Everyone Will Have Always Been Against This door Omar El Akkad is uitgegeven door Penguin Random House Usa. 208 blzn. ISBN 978 15 247 1281 5
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in