Slavenka Drakulić: ‘We koesterden veel illusies, dat was naïef’

Interview

Kroatische schrijfster waarschuwt voor nationalisme

Slavenka Drakulić: ‘We koesterden veel illusies, dat was naïef’

Het voormalige Joegoslavië beheerst nog steeds de dagelijkse gewoonten van de Kroatische schrijfster Slavenka Drakulić. ‘Het zal nog een generatie duren om een volwaardige democratie te worden.’ En ze waarschuwt daarbij voor het nationalisme dat, net als een virus, een vijand zoekt.


‘Alle oorlogen lijken op elkaar. Het geweld begint nooit met bombardementen of bloedvergieten. Een oorlog sluipt altijd op kousenvoeten het leven van gewone mensen binnen. Er gaan jaren van psychologische voorbereiding aan vooraf.’

Volgens de Kroatische schrijfster Slavenka Drakulić (75) verklaart dat waarom haar essaybundels over de Balkanoorlogen, zoals Balkanexpress (1992), ontkomen aan de vergetelheid. Het is niet toevallig dat veel van haar boeken de laatste jaren naar het Oekraïens vertaald worden. Tijdens het gesprek over haar werk en leven slaat de slinger vaak van het heden naar het verleden over.

Ze ziet gelijkenissen tussen de onderlinge etnische spanningen in het voormalige Joegoslavië en de jaren voorafgaand aan de huidige oorlog in Oekraïne. ‘De woordenoorlog tussen de volkeren van de Balkan was al begonnen voordat Joegoslavië uit elkaar viel. Ook de Russen hadden voor de invasie de Krim en de Donbas al bezet. Het is een menselijk zelfverdedigingsmechanisme om die signalen te negeren en af te doen als loze woorden die nooit werkelijkheid zullen worden.’

‘Wanneer mensen met nostalgie over het tijdperk van Tito praten, dan hebben ze het niet over heimwee naar het politieke systeem maar snakken ze naar de afwezigheid van ongelijkheid.’

Na een leven als journaliste en schrijfster van bekroonde boeken als Hoe wij het communisme overleefden en bleven lachen (1992) en Ze zouden nog geen vlieg kwaad doen (2003) beseft Drakulić dat die anekdotes en verhalen over Joegoslavië niet meer vanzelfsprekend zijn voor
het jongere deel van de Kroatische bevolking.

‘Mijn generatie is stilaan op weg naar de uitgang. De Balkanoorlogen veroorzaakten een breuk in ons leven, en mijn leeftijdsgenoten vergelijken het heden nog steeds met de communistische dictatuur van maarschalk Tito (zie kader) die ervoor kwam. Maar voor de huidige generaties is Tito niets meer dan een figuur uit de geschiedenisboeken. Jongeren hebben geen idee en vooral geen enkele herinnering.’

Maarschalk Josip Broz ‘Tito’ (1892 - 1980)

Tito regeerde vijfendertig jaar lang over Joegoslavië. Hij werd al vroeg actief binnen de communistische partij, maar echte faam verwierf hij door het stichten van de partizanenbeweging die tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de bezettingsmacht van de nazi’s streed.

In 1945 werd verzetsheld Tito premier van Joegoslavië, maar in 1946 schafte hij de monarchie af en installeerde hij een communistische dictatuur naar het voorbeeld van de Sovjet-Unie. Het land heette vanaf toen Federale Volksrepubliek van Joegoslavië, in 1963 omgedoopt tot Socialistische Federale Republiek van Joegoslavië. Daarbij liet Tito
zich tot president voor het leven benoemen.

In 1948 kwam het al tot een breuk met Stalin, omdat Tito niet afhankelijk wou zijn van de Sovjet-Unie.

Maar Tito was net als Stalin een dictator. Zonder pardon liet hij zijn politieke tegenstanders executeren. Met een staalharde verdeel-en-heersstrategie trachtte hij ook de interne etnische spanningen tussen de islamitische Bosniakken, de Orthodoxe Serviërs en de katholieke Kroaten onder controle te houden. Maar
na zijn dood in 1980 zou vooral in Servië het nationalisme snel oprukken. Het was de ‘psychologische voorbereiding’ die begin jaren negentig zou uitmonden in de Balkanoorlogen en het einde
van Joegoslavië.

 

Iedereen gelijk in armoede

Drakulić verblijft afwisselend in de Kroatische hoofdstad Zagreb en de Zweedse hoofdstad Stockholm, waar ze al decennia woont. ‘Zweden was me bij mijn verhuis al niet onbekend. Als studente kwam ik er in 1969 voor het eerst om er tijdens de zomer in de horeca te werken. In tegenstelling tot inwoners van andere Oostbloklanden konden wij ons met een Joegoslavisch paspoort makkelijk verplaatsen.’

Ondanks enkele vrijheden werd haar leven en dat van de meeste Joegoslaven toch vooral gekenmerkt door armoede. ‘Wanneer mensen met nostalgie over het tijdperk van Tito praten, dan hebben ze het niet over heimwee naar het politieke systeem, maar snakken ze naar de afwezigheid van ongelijkheid. Er was in Joegoslavië weinig voorhanden, maar de armoede werd wel rechtvaardig verdeeld.’

Ook in de opvoeding lag de nadruk op het collectief en niet op het individu. Tijdens haar verblijf als gastdocente in Amerika ervaarde ze dan ook een ware cultuurschok. ‘Bij mijn aankomst in 1983 vond ik niets echt vreemd, we kenden New York al van de films. Maar toen iemand me een compliment gaf voor een van mijn essays, was ik geschokt. Zoiets was ondenkbaar onder het communisme. Iedereen was gelijk. Je moest je vooral niet beter wanen dan de rest.’

En toch was haar talent onmiskenbaar. Dat merkt ook de Amerikaanse journalist Robert D. Kaplan, wanneer hij Drakulić aan het begin van de jaren ’90 in Zagbreb ontmoet. In zijn boek Balkanschimmen (1993) omschrijft Kaplan hoe zij als geen ander de complexiteit van de politieke situatie in Joegoslavië schetst.

‘Er zijn zo veel mensen om mee te praten. De draden van het tapijt zijn zo subtiel met elkaar verweven. Het ligt zo ingewikkeld’, vertelde ze Kaplan.

Vrouwen redden de meubelen

Drakulić heeft nooit de nood gevoeld om dat ingewikkelde politieke kluwen puur theoretisch te behandelen. ‘Wanneer ik over de maatschappij of over politiek schrijf, doe ik dat vanuit kikkerperspectief, en niet vanuit vogelperspectief met grote ideeën of abstracte principes. Ik vertrek altijd vanuit het dagelijkse leven van mensen om inzicht in de politieke omstandigheden te verwerven.’

De essaybundel Hoe wij het communisme overleefden en bleven lachen bevat een rist aan voorbeelden daarvan, zoals hoe je de economische toestand in Joegoslavië kon afleiden aan de kwaliteit van het wc-papier. Vaak zijn die taferelen uit het dagelijkse leven van vrouwen gegrepen.

‘In de meeste maatschappijen redden de vrouwen de meubelen. Zij zorgen voor de kinderen en het huishouden. Zij vormen niet alleen het bindmiddel van de familie, maar van de hele samenleving. Wat zij mankeren en hoe zij behandeld worden, zegt veel over de manier waarop het politieke bestel functioneert.’

Voor Drakulić zal het communisme pas volledig verdwijnen wanneer de laatste getuige ervan sterft. Tot dan leeft het voormalige Joegoslavië voort in de gewoonten en denkbeelden van hen die erin zijn grootgebracht. 

‘Onder het regime van Tito waren plastic zakken erg zeldzaam. We wisten niet dat het wegwerpartikelen waren en hielden ze altijd bij. We waren ecologisch uit noodzaak. Tot op vandaag bewaar ik alle glazen voedingspotjes uit de supermarkt. Het lijkt mij vreselijk om ze zomaar weg te gooien, want je weet nooit waar ze nog voor kunnen dienen. Het is een generatietrekje. Mijn gewoonten zijn al die jaren nooit veranderd. Ik zal nooit een consumente worden.’

Nieuwe barrières

Terwijl de gewoonten van de mensen onveranderlijk bleven, transformeerden de landen van het voormalige Joegoslavië zich in de jaren ’90 wel bruusk tot kapitalistische markteconomieën.

‘Plots konden enkelingen zich door dat privatiseringsproces immens verrijken. Terwijl een nieuwe oligarchie alle macht naar zich toetrok, verloren de meeste Kroaten niet alleen hun werk maar elke vorm van sociale bijstand. Die dramatische omwenteling was erg pijnlijk om door te maken.’

Volgens Drakulić werden er na de val van de Berlijnse Muur nieuwe barrières opgetrokken. Ditmaal waren die niet politiek maar economisch van aard. ‘Twee weken geleden vloog ik van Zweden naar Slovenië. In de luchthaven van Stockholm functioneert alles automatisch, maar in de terminal vanwaar ik vertrok, moest je nog handmatig inchecken. Ik vroeg een bediende hoe dat kwam, en die zei me dat deze terminal uitsluitend voor de minder bemiddelde vliegmaatschappijen bedoeld was. Toevallig waren dat bijna allemaal Oost-Europese maatschappijen.’

Ook de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie in 2013 kon de nieuwe economische barrières met het Westen niet doen verbrokkelen.

‘De zaken zijn veranderd, maar niet zoals we ons hadden ingebeeld. Na het uiteenvallen van Joegoslavië koesterden we veel illusies. We dachten dat de toetreding tot de Europese Unie ons grotere appartementen, meer geld en mooiere vrouwen zou opleveren. Achteraf bezien was dat heel naïef, maar hoe konden we dat toen weten? Het sneuvelen van onze dromen is iets waar we doorheen moesten. Dat station zijn we nu gepasseerd.’

Nationalisme is als een virus

Ondertussen zijn Kroatië en de andere landen van het voormalige Joegoslavië ook veranderd in parlementaire democratieën. Net zoals bij de economische privatiseringen ging die transformatie niet zonder slag of stoot. Voor Drakulić speelt het historische gebrek aan ervaring met een democratische cultuur de landen in Centraal- en Oost-Europa parten.

‘Een Brits spreekwoord zegt dat democratie zoals gras: het duurt honderd jaar om een deftig gazon te hebben. Het is dan ook niet mogelijk om van een communistisch land plots naar een democratie om te schakelen. Er bestaat geen snelcursus in democratie. Het is niet iets dat je op dertig jaar kunt leren.’

Drakulić beschrijft de landen in de regio als ‘formele democratieën’. ‘De procedures en instellingen zijn democratisch, maar de politieke cultuur is nog niet gevolgd. Kijk naar een figuur als Viktor Orbán. Zijn autoritaire regeerstijl is erg gelijkaardig aan die van de communistische leiders. Het politieke systeem is wel gewijzigd, maar mensen kunnen niet zo snel veranderen. Het zal een generatie duren om de transitie te vervolmaken.’

Die autoritaire regeerstijl gaat vaak gepaard met een nationalistisch discours. Zo maakt ook de Servische president Aleksandar Vučić geen geheim van zijn wens om de Servische vlag opnieuw over Kosovo te laten wapperen. In Kroatië viseert de rechtse regeringspartij dan weer geregeld de Servische minderheden van het land.

Drakulić duidt die opflakkering van nationalisme in de Balkan met een metafoor van de Poolse dissident Adam Michnik. ‘Nationalisme is als een virus. Het slaapt tot de voorwaarden rijp zijn. Politieke actoren in de Balkan grijpen terug naar het nationalisme om een zondebok te zoeken voor bijvoorbeeld de economische malaise. Het heeft altijd een vijand nodig om te woekeren. Maar als dat gebeurt, kan het ongelofelijk vernietigend uithalen.’

Genocide van Srebrenica

Dat bleek ook bij de val van Srebrenica, waarbij de Servische troepen van generaal Ratko Mladić tussen 11 en 13 juli 1995 meer dan 8000 Bosnische moslims afslachtten.

Aan het begin van deze eeuw volgde Drakulić de processen over de genocide aan het Internationaal Strafhof in Den Haag. Op basis van getuigenissen schreef ze in 2003 het boek Ze zouden nog geen vlieg kwaad doen. Zelf benoemt ze het als het meest betekenisvolle boek dat ze ooit geschreven heeft.

‘Wat mij opviel, was dat de Servische militairen één ding uit het oog verloren. Toen ze duizenden mannen lieten knielen in de velden, toen ze hun geweren op hen richtten en hen omver knalden… op al die momenten kwam het nooit bij hen op dat iemand het zou kunnen overleven.’

Maar het is na al die jaren toch vooral één zin van een overlevende die in het hoofd van Drakulić blijft rondspoken. ‘Het was een jongeman en zijn grootste bekommernis was niet zozeer dat hij zou sterven. In zijn getuigenis had hij het vooral over hoe verdrietig hij was dat hij dorstig zou sterven. “Kon ik maar een glas water drinken!”, dacht hij toen de Serviërs hem dreigden te vermoorden. Dat was zijn weeklacht. Telkens ik aan Srebrenica denk, hoor ik die zin in mijn hoofd.’

‘Het is fantastisch dat zulke zinnen ons bereiken, dat mensen zo’n verschikking overleven. Ik heb het dan niet eens over straf of gerechtigheid. Gewoon het simpele feit dat zelfs de grootste gruweldaden altijd aan het licht komen, vind ik geweldig.’

Voor Drakulić was de vertaling en de heruitgave van Ze zouden nog geen vlieg kwaad doen in Oekraïne erg belangrijk. Ze beschouwt het als een signaal dat haar werk ook nu nog relevant blijft en dat haar woorden niet aan kracht hebben ingeboet.

‘Na de slachtingen door het Russische leger in het Oekraïense stadje Boetsja waren er ook mensen die erover getuigden. Dertig jaar na de Balkanoorlogen blijft er zich dus dezelfde soort gruwel afspelen. Wij als mensen zullen nooit iets leren en helaas blijft de oorlog zichzelf op veel manieren herhalen. Ik zeg het nog eens: alle oorlogen lijken op elkaar. Maar gelukkig zullen er ook altijd overlevenden zijn om over die gelijkenissen te getuigen.’

Wie is Slavenka Drakulić?

  • geboren in 1949 in Rijeka, Kroatië

  • leeft afwisselend in Stockholm en Zagreb

  • als schrijfster vooral bekend om haar essaybundel Hoe wij het communisme overleefden en bleven lachen (1991) en The Balkan Express (1993). Ook haar latere romans zoals Dora en de Minotaurus (2020) en Frida’s pijn (2021) werden goed ontvangen in de internationale pers

Dit interview werd afgenomen voor MO*155, het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in