6 miljoen kinderen van school door wereldwijde besparingen

Dit jaar daalt de officiële ontwikkelingshulp voor onderwijs met naar verwachting 3,2 miljard dollar – een daling met bijna een kwart tegenover vorig jaar. Het aantal kinderen dat niet naar school gaat, zou daardoor wereldwijd stijgen van 272 naar 278 miljoen. Dat is alsof alle basisscholen van Duitsland en Italië zouden leeglopen.

‘Elke dollar die op onderwijs wordt bezuinigd, is niet alleen een budgettaire beslissing, maar ook een risico voor de toekomst van een kind’, zegt Unicef-directeur Catherine Russell. ‘Onderwijs, vooral in noodsituaties, dient vaak als een reddingslijn en brengt kinderen ook in contact met essentiële diensten zoals gezondheidszorg, bescherming en voeding. Het biedt een kind ook de beste kans om aan armoede te ontsnappen en een beter leven op te bouwen.’

Afrika

Volgens de schattingen zullen West- en Centraal-Afrika het zwaarst worden getroffen. Bijna twee miljoen kinderen dreigen daar uit de boot te vallen. Het Midden-Oosten en Noord-Afrika zouden te maken kunnen krijgen met een toename van 1,4 miljoen kinderen die niet naar school gaan.

Uit de analyse blijkt dat 28 landen ten minste een kwart van hun steun voor onderwijs dreigen te verliezen. Ivoorkust en Mali lopen de grootste risico's, met een verwachte daling in het aantal inschrijvingen van 4% - of  respectievelijk 340.000 en 180.000 leerlingen.

Het basisonderwijs zal naar verwachting het zwaarst worden getroffen, maar ook onderwijs in humanitaire opvangkampen dreigt de impact sterk te voelen. Daar is onderwijs meer dan leren, zegt Unicef: het biedt ook steun, stabiliteit en een gevoel van normaliteit aan getraumatiseerde kinderen.

Dat is onder meer het geval in de Rohingya-vluchtelingenkampen, waar 350.000 kinderen permanent de toegang tot basisonderwijs dreigen te verliezen. Ze worden daardoor kwetsbaar voor uitbuiting, kinderarbeid en mensenhandel.