Het gaat niet goed met de Europese oester

Nieuws

Status van de Europese oester: ‘ingestort’

Het gaat niet goed met de Europese oester

De inheemse oesters doen het in Europa bijzonder slecht, blijkt uit analyse van historische gegevens. De soort is er zo sterk op achteruit gegaan dat ze als ‘ingestort’ bestempeld moet worden.

Ooit namen oesterriffen in Europa samen 1,7 miljoen hectare in, blijkt uit een omvangrijk onderzoek naar historische gegevens over de soort. De riffen vormden echte 3D-structuren, vormden een thuis voor vissen, krabben en zeesterren, en boden voedsel voor talloze soorten, inclusief de mens. Bovendien speelden de oesterriffen een belangrijke rol als waterfilter: elke volwassen oester filtert immers tot tweehonderd liter per dag.

Losse oesters

De situatie vandaag is een heel ander verhaal: wetenschappers vinden meestal enkel losse oesters verspreid over de zeebodem - meestal maar 1 exemplaar per vierkante meter. Enkel in Zweden en Noorwegen worden nog kleine clusters gevonden.

Dat heeft veel te maken met overexploitatie, slechte waterkwaliteit en ziektes. De wetenschappers waren naar eigen zeggen geschokt door het enorme verschil tussen de historische data en de huidige staat van de oesterriffen in Europa.

‘Het rijke en diverse ecosysteem op de zeebodem dat in veel historische documenten wordt beschreven, is bijna niet voor te stellen in de verarmde Europese zeeën van vandaag’, zegt Ruth Thurstan, hoogleraar Historische Ecologie aan de Universiteit van Exeter. ‘De perspectieven openen een venster op het verleden en helpen ons inzien wat we zouden bereiken als we de zeeën zouden beschermen en herstellen.’

Rode Lijst

De wetenschappers hebben de teloorgang gedetailleerd beschreven omdat dat nodig is om een soort op te kunnen laten nemen in de Rode Lijst van de IUCN met bedreigde soorten.

Dat de Europese oester op die lijst terecht komt, is natuurlijk geen goed nieuws maar het kan wel aanzetten tot nieuwe actie.

‘Als we daar de tijd en ruimte voor creëren, kan de natuur zich herstellen’, zegt Alison Debney, hoofd Natuurbescherming aan de Zoological Society of London. ‘En oesterriffen herstellen kan potentieel een sneeuwbaleffect hebben voor het herstel van andere soorten. Het is geen snelle fix, want oesterriffen ontwikkelen zich traag, waarbij nieuwe oesters zich vestigen op de schalen van hun dode voorgangers.’

Een herstel van de oesterriffen kan ook kustgemeenschappen ten goede komen, onder meer dankzij werkgelegenheid in de visserij, het toerisme en recreatie.