Reactie op partnergeweld in Europa ‘absoluut ontoereikend’, zegt WHO

Nieuws

Reactie op partnergeweld in Europa ‘absoluut ontoereikend’, zegt WHO

De Europese hulpverlening is ‘absoluut ontoereikend’ om vrouwen en meisjes te behoeden voor gendergerelateerd geweld. Dat stelt de Wereldgezondheidsorganisatie in een nieuw rapport.

Miljoenen meisjes en vrouwen in Europa zijn slachtoffer van het geweld, stelt het rapport Care, courage, change: health sector leadership in ending violence against women and girls, en ze slagen er niet in om snel levensreddende, medische of psychologische zorg te ontvangen. 

Maar liefst 28,6% van de vrouwen en meisjes in de Europese regio van de WHO - een totaal van 54 landen - krijgt tijdens het leven te maken met fysiek en/of seksueel geweld. De zorgverlening in een groot deel van deze landen slaagt er niet in om de essentiële zorgen voor vrouwen verplicht te maken. 

Crisisniveau 

De cijfers verschillen van land tot land. In België en Nederland krijgt 17% van de vrouwen ooit te maken met partnergeweld. Duitsland en Azerbeidzjan zitten er met 15% iets onder, terwijl Albanië, Oostenrijk, Frankrijk en Wit-Rusland tussen de 18 en 19% schommelen. 

In landen als Roemenië en Turkije loopt het geweld tegen vrouwen op tot 34% en in Hongarije zelfs tot 42%.

‘Geweld tegen vrouwen en meisjes heeft een crisisniveau bereikt en onze gezondheidszorg is vaak het eerste en enige aanspreekpunt voor slachtoffers’, zegt Hans Kluge, regionaal directeur van de WHO voor Europa. ‘Uit onze cijfers blijkt dat politieke toezeggingen om het welzijn van vrouwen en meisjes te beschermen en gendergerelateerd geweld te voorkomen, niet leiden tot veilige en toegankelijke zorg’, zegt Kluge. 

Hij benadrukt dat de WHO een zorgpakket heeft uitgewerkt met aanbevelingen die politici kunnen implementeren. Het gaat bijvoorbeeld over snelle hulpverlening na een verkrachting en toegang tot veilige zorg indien een vrouw kiest voor een abortus.

Van de 53 lidstaten in de Europese regio van de WHO bieden er maar 7 landen (13%) veilige abortusdiensten aan. In 17 landen (32%) kan een vrouw makkelijk aan noodanticonceptie geraken, 20 landen (38%) bieden medicatie aan tegen seksueel overdraagbare aandoeningen. 

“Ik geloof je”

Volgens de studie is het ook in bijna een derde van de landen (32%) verplicht voor gezondheidswerkers om huiselijk geweld of geweld door intieme partners zonder toestemming van volwassen slachtoffers aan de politie te melden. De WHO raadt deze praktijk echter af, omdat die in strijd is met de autonomie van slachtoffers. Bovendien weerhoudt het vrouwen er vaker van om medische of mentale hulp te zoeken. 

Gelukkig is er ook goed nieuws te melden, zeggen de auteurs van het rapport. Landen als Polen, Spanje, Noord-Macedonië, Oostenrijk, Andorra, Frankrijk en België hebben nationale strategieën en beleid ontwikkeld om geweld tegen vrouwen te voorkomen of beter te behandelen. En algemeen is er in Europa een groeiend aanbod aan opleidingen voor hulpverleners om geweld tegen vrouwen en meisjes te herkennen en slachtoffers beter te begeleiden. ‘Dit weerspiegelt een groeiend besef van de rol van de gezondheidssector bij het signaleren, reageren en doorverwijzen’, stelt het rapport. 

Melanie Hyde, medewerker Gender, Gelijkheid en Mensenrechten bij WHO Europa benadrukt het belang van gerichte kennis voor gezondheidswerkers op alle niveaus. ‘Dat helpt onder meer om op een niet-oordelende manier te kunnen reageren. Alleen al het horen van “Ik geloof je en ik ben er om je te helpen” van een gezondheidswerker, kan een groot verschil maken in het genezingsproces.’