‘Waarom immigranten in Europa gemiddeld een vijfde minder verdienen’

Are Skeie Hermansen, Andrew Penner en Marta M. Elvira (via IPS)

18 juli 2025
Opinie

Het volledige potentieel wordt niet benut

‘Waarom immigranten in Europa gemiddeld een vijfde minder verdienen’

Afkomst is van tel: voor immigranten uit westerse landen is het verschil in loon veel bescheidener.

Afkomst is van tel: voor immigranten uit westerse landen is het verschil in loon veel bescheidener.

Migranten verdienen een vijfde minder dan autochtone werkkrachten, en dat komt vooral omdat ze in de verkeerde banen terechtkomen. Zo gaat een groot potentieel verloren, stellen de Noorse sociologen Are Skeie Hermansen, Andrew Penner en Marta M. Elvira in dit opiniestuk.

Veel landen in de westerse wereld worstelen met een vergrijzende bevolking, dalende geboortecijfers, schaarste aan arbeidskrachten en begrotingstekorten. Redenen genoeg dus om immigranten succesvol te integreren op de arbeidsmarkt.

Maar uit ons nieuwe onderzoek blijkt dat de salarissen van immigranten in Europa en Noord-Amerika gemiddeld bijna 18% lager liggen dan die van autochtonen.

We analyseerden de salarissen van 13,5 miljoen mensen in negen landen die immigranten ontvangen: Canada, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Spanje, Zweden en de Verenigde Staten. De gegevens zijn verzameld over de periode van 2016 tot 2019.

Immigranten verdienden minder in die landen, voornamelijk omdat ze geen beter betaalde banen vinden. Amper een kwart van de kloof kan worden toegeschreven aan loonverschillen tussen migranten en autochtone werknemers voor hetzelfde soort werk.

De landen met hoge inkomens die we in Europa en Noord-Amerika hebben onderzocht, kampen allemaal met vergelijkbare demografische uitdagingen: een laag vruchtbaarheidscijfer leidt tot een vergrijzende bevolking en een tekort aan arbeidskrachten.

Een beleid om dat geboortecijfer omhoog te krikken zal die demografische situatie waarschijnlijk niet veranderen - maar een degelijk immigratiebeleid kan helpen.

Sterke regionale verschillen

We ontdekten dat immigranten gemiddeld 17,9% minder verdienen dan autochtonen. Die loonkloof varieert wel sterk per land. In Spanje, dat relatief recent op grote schaal immigranten heeft ontvangen, bedroeg de loonkloof meer dan 29%. In Zweden – een land waar veel werkende immigranten werk vinden in de publieke sector – bedraagt die loonkloof 7%. De resultaten houden geen rekening met werkloze immigranten of de informele economie.

Ook de afkomst van de mensen blijkt van belang. De grootste gemiddelde loonverschillen waren er voor immigranten uit Afrika ten zuiden van de Sahara (26,1%), het Midden-Oosten en Noord-Afrika (23,7%). Voor immigranten uit Europa, Noord-Amerika en andere westerse landen was het verschil een veel bescheidener 9%.

En onze resultaten tonen ook aan dat de kinderen van immigranten aanzienlijk betere vooruitzichten hebben dan hun ouders.

Voor de landen waar gegevens van de tweede generatie beschikbaar waren – Canada, Denemarken, Duitsland, Nederland, Noorwegen en Zweden – werd de kloof in de loop der tijd kleiner en hadden kinderen van immigranten een aanzienlijk kleiner loonverschil, met gemiddeld 5,7%.

Beter betaalde banen

We wilden niet alleen de kloof zelf kwantificeren, maar ook de oorzaak ervan begrijpen. Het is belangrijk om te weten of immigranten minder betaald krijgen dan autochtonen wanneer ze dezelfde baan bij hetzelfde bedrijf hebben, of dat de verschillen ontstaan doordat immigranten doorgaans in lager betaalde banen werken.

We ontdekten dat vooral dat laatste het geval is: driekwart van de kloof was daaraan te wijten. De loonkloof voor hetzelfde werk bij hetzelfde bedrijf bedroeg gemiddeld 4,6% in de negen landen.

Die verschillen wijzen er dus op dat het beleid immigranten niet goed integreert: ze blijven zitten in banen waar ze niet hun volledige potentieel kunnen benutten.

Uit analyses blijkt ook dat het gebrek aan toegang tot beter betaalde banen niet terug te leiden is tot een verschil in vaardigheden. En we stelden vast dat de situatie vergelijkbaar is voor immigranten met en zonder universitaire opleiding.

Dat betekent dus dat de loonkloof tussen immigranten en autochtonen grotendeels te wijten is aan marktinefficiëntie en een falend beleid, met aanzienlijke sociale gevolgen voor zowel immigranten als landen die immigranten ontvangen.

Implicaties voor het beleid

Een beleid dat inzet op gelijke verloning voor gelijk werk lijkt een haalbare oplossing, maar het zal de loonkloof niet dichten. Zo’n beleid helpt immers alleen degenen die al een baan hebben.

Veel immigranten worden echter al lang vóór hun sollicitatie geconfronteerd met belemmeringen. Ingewikkelde procedures voor de validatie van hun diploma's of andere kwalificaties bijvoorbeeld, en moeilijke toegang tot professionele netwerken.

Het beleid zou zich daarom moeten richten op een betere toegang tot betere banen.

Om dat te realiseren, zouden overheden moeten investeren in programma's zoals taaltraining, onderwijs en beroepsvaardigheden voor immigranten. Ze zouden ervoor moeten zorgen dat immigranten al vroeg toegang hebben tot informatie over werkgelegenheid, netwerken, hulp bij de zoektocht naar werk en verwijzingen naar werkgevers.

Ze zouden een gestandaardiseerde en transparante erkenning van buitenlandse diploma's en getuigschriften moeten implementeren, zodat immigranten toegang krijgen tot banen die passen bij hun vaardigheden en opleiding.

Brain waste

Dat is met name belangrijk voor Europa, dat zich in een race bevindt om geschoolde immigranten aan te trekken – en te behouden – die in het Trump-tijdperk mogelijk twijfels hebben over de VS. In de Europese Unie heeft ongeveer 40% van de universitair opgeleide immigranten een baan waarvoor geen diploma vereist is. Dat is een onderbenutting van vaardigheden die bekendstaat als ‘brain waste’.

Sommige landen nemen al stappen om daar iets aan te doen. De Duitse “Wet op de immigratie van geschoolde arbeidskrachten” – die in 2024 van kracht werd – staat buitenlandse afgestudeerden toe te werken terwijl hun diploma's formeel worden erkend. En dit jaar hervormde Frankrijk het “Passeport Talent” om geschoolde professionals aan te trekken en het tekort aan arbeidskrachten aan te pakken, met name in de gezondheidszorg.

Dit soort beleid draagt ertoe bij dat in het buitenland geboren werknemers hun volledige capaciteit kunnen inzetten en dat landen ten volle kunnen profiteren van immigratie in termen van productiviteitswinst, hogere belastinginkomsten en minder ongelijkheid.

Als immigranten geen toegang krijgen tot goede banen, worden hun vaardigheden onderbenut en lijdt de samenleving verlies. Een slim immigratiebeleid beperkt zich niet tot de grens, maar begint daar pas.