Noorwegen wil met toerisme zijn greep houden op Spitsbergen. Maar wat met de natuur?

Reportage

Een moeizame balans tussen economie en ecologie

Noorwegen wil met toerisme zijn greep houden op Spitsbergen. Maar wat met de natuur?

Maya Toebat

17 november 202515 min leestijd

Spitsbergen, waar ijsbergen en stilte de overhand hebben, wordt steeds vaker overspoeld door toeristen. Noorwegen probeert het tij te keren: strikte regels beschermen niet alleen de natuur, maar versterken ook de controle over het eiland. Maar kun je de wildernis wild laten, als je er tegelijk voet aan wal wil houden?

Het is juli in het noorden van Noorwegen, waar de zon ’s zomers nooit ondergaat. Aan boord van de Mencia, de zeilboot van Antwerpenaren Sammy en Robin, hijsen we de zeilen en varen de uitgestrekte Noordelijke IJszee op. Het kompas staat op 0 graden noord, recht naar Svalbard, de archipel die deel uitmaakt van het Noordpoolgebied. Zodra de motor zwijgt, rest alleen het klapperen van de zeilen. Vijf dagen en nachten varen we door een wereld van water en lucht.

Wanneer we eindelijk de haven van Longyearbyen bereiken, voelt het onwerkelijk om weer gebouwen te zien. Mensen laten hun honden uit en toeristen drinken koffie op cruisebalkons. Het contrast is groot: ons slaaptekort en de verwondering na de oversteek tegenover het gemak en toerisme van Longyearbyen – vijf straten comfort in het Arctische niets.

Spitsbergen, het grootste eiland van Svalbard, ligt bijna duizend kilometer ten noorden van Noorwegen en valt onder Noors bestuur. Het ruige landschap is grotendeels ontoegankelijk. Slechts in drie nederzettingen zijn er wegen. In de zomer reis je per boot, in de winter per sneeuwscooter – altijd met een geweer, voor het geval er een ijsbeer verschijnt. Toch trokken in 2024 meer dan 70.000 toeristen naar dit afgelegen gebied, vooral via cruises. Ter vergelijking: begin dat jaar telden de eilanden van Svalbard en Jan Mayen samen slechts 2596 inwoners.

Het Noordpoolgebied is al lang niet meer alleen het domein van ontdekkingsreizigers of wetenschappers. Zeker in de laatste vijftien jaar is het toerisme er sterk gegroeid. ‘Schepen komen hier al sinds de 19de eeuw, maar landtoerisme begon pas echt in 1991’, zegt Ronny Brunvoll, CEO van Visit Svalbard. ‘Toen besloot de Noorse overheid het toerisme te ontwikkelen als economische activiteit.’

Het aantal overnachtingen verdubbelde sinds 2007 zelfs tot ruim 164.000 in 2024, met ook expeditiecruises als belangrijkste groeier.

Volgens onderzoeker Zdenka Sokolíčková, auteur van The Paradox of Svalbard (2023), weerspiegelt die trend ook een economische verschuiving. ‘In 2021 waren er minder dan 100 voltijdse banen in de mijnbouw, ruim 230 in onderzoek en onderwijs, en meer dan 510 in de toeristische sector. Toerisme is een belangrijke pijler geworden.’

‘Wanneer er meerdere cruiseschepen tegelijk aanmeren, wordt Longyearbyen volledig overspoeld’, vertelt de Belgische fotograaf Catherine Lemblé, die het eiland al tien jaar geregeld bezoekt voor een fotografieproject. ‘Een schip met 3000 passagiers verandert het stadje volledig. Voor Europeanen is dit deel van het Noordpoolgebied het makkelijkst en goedkoopst bereikbaar. Vroeger gingen er tweewekelijks vluchten, nu bijna dagelijks.’

Trends als last-chance tourism en coolcations wakkeren de populariteit verder aan: reizigers willen de kwetsbare natuur zien vóór die verdwijnt. Het smeltende zee-ijs maakt bovendien nieuwe gebieden bereikbaar en verlengt het cruiseseizoen. ‘Ook sociale media spelen een rol’, zegt Sokolíčková. ‘Vroeger kende bijna niemand Svalbard. Nu staat het zelfs in reisbrochures.’

Einde van de mijnbouw

Jarenlang leefde Spitsbergen van de mijnen. Die boden werk en inkomsten in een omgeving waar weinig andere opties waren. Maar de voorbije jaren sloten ze één voor één. Tijdens ons bezoek, in juli 2025, viel het doek voor de laatste Noorse mijn (de Russische mijn in Barentsburg blijft wel nog actief). Sindsdien zet de Noorse overheid sterker in op toerisme, onderzoek en onderwijs.

‘In 2015 maakten we een masterplan voor toerisme, met als hoofddoel tegen 2025 te groeien’, zegt Brunvoll. ‘De overheid wilde meer bezoekers, het hele jaar door. Dat is gelukt: het aantal bezoekers is verdubbeld.’

Ook de gouverneur van Spitsbergen benadrukt het belang van toerisme. ‘Toerisme levert een enorme bijdrage aan de lokale economie, het zorgt voor jobs en toeristen geven geld uit’, zegt medewerker Eva Therese Jenssen. ‘Het maakt Svalbard en Longyearbyen ook levendiger dan je zou verwachten van een stad met 2500 inwoners.’

Officieel benadrukt Noorwegen de economische voordelen van toerisme, maar onderzoekers en lokale ondernemers wijzen openlijk op de geopolitieke dimensie. Het smeltende zee-ijs opent nieuwe zeeroutes, China zoekt invloed via de ‘Polar Silk Road’, Trump aast op Groenland en Rusland breidt zijn militaire aanwezigheid uit; er zijn zelfs nog Russische mijnen op Spitsbergen.

‘Noorwegen ziet toerisme als een economische optie nu de mijnen sluiten en als een manier om aanwezig te blijven op Spitsbergen’, zegt klimaatonderzoeker Grete Hovelsrud. ‘Het is belangrijk voor de regering dat Noren blijven wonen op Spitsbergen. In 2025 vieren we ook de 100ste verjaardag van de invoering van de Svalbard Act, het verdrag uit 1920 dat Noorwegen soevereiniteit over de archipel geeft. Je voelt dat de overheid voet aan wal wil houden.’

Dat blijkt ook uit de White Paper, een beleidsdocument van de Noorse overheid uit 2024. Dat stelt dat de ‘Noorse soevereiniteit over Svalbard onbetwist is: over land, de territoriale wateren tot 12 zeemijl en het luchtruim.’

Minister van Justitie Emilie Enger Mehl zei eerder ook in een persbericht: ‘Svalbard is een belangrijk deel van Noorwegen. In een tijd van grote veranderingen moet het bestuur voorspelbaar blijven. We willen de nationale controle versterken en de Noorse aanwezigheid op de archipel ondersteunen.’

Van groei naar grenzen

Nog geen tien jaar geleden stond toerisme op Spitsbergen synoniem voor vooruitgang. Het moest de lokale economie redden én Noorwegen zichtbaar houden in het Noordpoolgebied.

Inmiddels is de toon veranderd. Sinds januari 2025 gelden strengere regels: schepen mogen niet meer dan 200 passagiers meenemen in nationale parken en natuurreservaten, en alleen aan land gaan op 43 goedgekeurde locaties, je moet minimaal 150 meter afstand houden van walrussen en 500 meter van ijsberen; en gebruik van drones, sneeuwscooters en rupsvoertuigen in beschermde gebieden is beperkt, net als het breken van vast ijs.

De maatregelen beschermen de kwetsbare natuur en beperken de ecologische impact van massatoerisme, dat vlak voor de coronapandemie een piek bereikte.

‘Het werd te veel’, zegt Hovelsrud. ‘Daarom heeft de regering besloten om de Svalbard Environmental Protection Act uit 2001 te herzien, om het milieu verder te beschermen. Die wet bepaalt dat ecologische belangen altijd voorrang hebben op economische belangen.’

De officiële motivatie van die herziening is ecologisch: in de White Paper van 2024 staat dat ‘de toename van toerisme, vooral expeditiecruises, een uitdaging vormt voor de milieudoelstellingen en wetgeving’.

Toch wijzen onderzoekers en lokale ondernemers opnieuw op een politieke verschuiving. Waar Noorwegen eerst zijn aanwezigheid in het Noordpoolgebied via groei versterkte, gebeurt dat nu via regulering en controle.

‘Rusland en China tonen toenemende interesse en Noorwegen wil duidelijk maken dat het hier de touwtjes in handen heeft’, zegt onderzoeker Sokolíčková. ‘Beperkte bezoekersaantallen en landingsplaatsen maken monitoring makkelijker. Bovendien werken veel buitenlanders in de toeristische sector. Door toerisme in te perken, kan het dat wat terugdringen. De ecologische winst is mooi meegenomen.’

Ook Alexia Spencer van reisoperator Spitsbergen Reise ziet in de nieuwe regels meer dan louter ecologisch beleid. ‘De regelgeving is deels politiek gemotiveerd en niet altijd volledig wetenschappelijk onderbouwd’, zegt ze. ‘Volgens de Noorse staat zijn experts geraadpleegd, maar er is geen rapport openbaar gemaakt dat vermeldt welke deskundigen dat waren en wat hun overwegingen waren. Ik ken geen onderzoekers die fulltime in Svalbard werken en zijn geraadpleegd.’

Officieel konden bedrijven en organisaties hun mening geven tijdens de consultatierondes, maar volgens velen werd er nauwelijks écht geluisterd. ‘Neem nu de ijsberenregel’ zegt Brunvoll. ‘Het oude systeem, waarbij je een wapen moest meenemen en afstand houden, werkte prima, zolang er toezicht was en overtreders werden bestraft. In plaats daarvan kwamen er nieuwe regels bij. Daardoor is er nu minder geld voor inspecties.’

Gids Hilde Falun Strøm ziet de ongewenste effecten: ‘Schepen wijken uit naar noordelijkere gebieden, waar de restricties niet gelden. Daar varen ze zelfs door vast ijs, dat juist essentieel is voor het ecosysteem in de oceaan. Het doel om toerisme te beperken, leidt zo paradoxaal tot meer druk op kwetsbare plekken.’

Wake-upcall

Op papier zijn de regels streng, maar in de praktijk is er nog veel mogelijk. Met onze kleine zeilboot hoefden we alleen een globaal vaarschema door te geven en konden we grotendeels vrij rondvaren. Zo verlieten we Longyearbyen en zetten koers naar het noorden. In St. Johnsfjorden gingen we aan land en wandelden we naar Osbornebreen, een machtige gletsjer die tot in de zee reikt.

Het is paradoxaal: we voelen ons kwetsbaar tegenover de natuur, maar juist wij, mensen, hebben de macht om de gletsjers al zo ver terug te laten trekken. Zelfs met een zeilboot blijven we immers toeristen die hier eigenlijk niet zouden moeten komen.

Toch geloven sommige gidsen en reisorganisaties dat toerisme ook iets positiefs kan brengen. Een bezoek aan een van de snelst opwarmende plekken ter wereld zou mensen wakker schudden.

‘Toerisme op Spitsbergen is niet duurzaam, maar je kunt er het maximale uithalen door mensen echt te laten ervaren wat er hier gebeurt’, zegt Birgitte Vegsund van Basecamp Explorer Svalbard.

‘Onze gasten zijn een week met dezelfde gids op pad, waardoor de gesprekken natuurlijker verlopen. We geven geen lezingen, maar wisselen verhalen en kennis uit. Wanneer toeristen met eigen ogen zien hoe snel de gletsjers veranderen, begrijpen ze beter wat er op het spel staat. Bovendien leren ze omgaan met schaarse middelen: thuis draai je gewoon de kraan open. Hier maken we water door sneeuw te smelten. Niets gaat verloren.’

Volgens Fålun Strøm liggen de enige echte voordelen van toerisme op Spitsbergen, los van het creëren van lokale werkgelegenheid, in de educatieve waarde en de mogelijkheden voor mensen om deel te nemen aan burgerwetenschap (citizen science).

‘Als gidsen hebben we de plicht om op een positieve, inspirerende manier te informeren’, zegt ze. ‘Wie hier komt, wordt zich bewuster van het Noordpoolgebied en de gevolgen van klimaatverandering. Maar het vraagt ook iets van de bezoekers zelf: ze moeten zich voorbereiden en bereid zijn te leren. Alleen dan kunnen ze thuis iets doen met die ervaring.’

Alexia Spencer van Spitsbergen Reise sluit zich daarbij aan. ‘We kunnen mensen uitleggen wat klimaatverandering betekent, maar uiteindelijk beslissen ze zelf of het hen raakt. In kleine groepen, dicht bij de natuur, raken mensen vaker sneller betrokken. Bij cruises met duizenden passagiers tegelijk is dat veel moeilijker.’

Ze vervolgt: ‘Het is een unieke ervaring om omringd te zijn door ijs in een desolaat landschap, met amper anderen om je heen. Het besef dat dit landschap in de toekomst misschien niet meer bestaat, verandert mensen. Ze voelen zich kwetsbaar, maar zien ook dat hun handelen een impact heeft op iets groters. Mensen denken vaak: Ik ben maar één persoon, mijn impact stelt niets voor. Hier zie je met eigen ogen dat je één van miljarden bent. Op andere plekken word je daar niet zo mee geconfronteerd.’

Toekomstplan

Hoe toerisme op Spitsbergen er in de toekomst uit zal zien, blijft onzeker. ‘Er is geen langetermijnvisie’, zegt Spencer. ‘Elke vier jaar verandert de Noorse overheid en daarmee veranderen ook de prioriteiten.’

Volgens haar blijft het voorlopig zoeken naar evenwicht: ‘We kunnen andere bedrijven niet tegenhouden om massatoerisme te organiseren, maar we kunnen wel proberen hun activiteiten iets duurzamer of veiliger te maken. Ook een samenwerking met onderzoekers en universiteiten speelt daarbij een belangrijke rol.’

Het masterplan voor toerisme uit 2015 (dat in 2022 werd herzien) legt momenteel de focus op kwaliteit boven kwantiteit, met als (vaag) doel omhoogwaardige ervaringen te bieden die de juiste gasten aantrekken, op de juiste plekken, op het juiste moment en in het juiste aantal’.

Brunvoll benadrukt dat het draait om ‘groei in kwaliteit voor bedrijven én de gemeenschap. ‘We willen het toeristische seizoen verlengen en bezoekers langer in Longyearbyen houden, zodat ze meer bijdragen aan de lokale economie.’

De seizoenen bepalen het aanbod: sneeuwscooters, hondensleeën en skiën in de winter; boot- en kajaktochten en wandelingen om wildlife te observeren vanaf mei; en in september verandert het landschap alweer, met sneeuw en korte dagen.

‘Een bezoek aan Spitsbergen draait om de wildernis,’ zegt Brunvoll, ‘maar in het donkere seizoen gaat het ook om cultuur: festivals, muziek, lekker eten en natuurlijk de duisternis zelf, waarbij je het noorderlicht zelfs overdag ziet.’

Om het masterplan te ondersteunen, beperkt Basecamp Explorer Svalbard bijvoorbeeld het aantal gasten per trip en investeert het in langere, full-serviceprogramma’s met persoonlijke begeleiding. Vegsund: ‘We verschuiven van volume naar waarde. Het gemiddelde verblijf is toegenomen van vijf naar tien dagen, waardoor bezoekers maximaal profiteren van de ervaring en de druk op het milieu beperkter wordt.’

Daardoor wordt Spitsbergen nog exclusiever dan het al was. ‘Wie langer blijft of een uitgebreider programma volgt, betaalt meer’, stelt Hovelsrud. ‘Maar dat beperkt massatoerisme automatisch. Je kunt je afvragen of elk stukje van de wereld voor iedereen toegankelijk moet zijn? Willen we de natuur daarvoor opofferen?’

Toch ziet ze het toerisme niet snel stoppen. ‘Zolang er vluchten zijn, zullen er toeristen blijven komen. De huidige regels beperken de expeditiecruises enigszins, maar ze veranderen het toerisme niet fundamenteel. Daarvoor zouden brandstofprijzen drastisch moeten stijgen of Noorwegen het moeten afremmen.’

Na bijna een maand op zee zetten wij koers terug naar Noorwegen. Achter ons verdwijnen de bergen en gletsjers, alsof het eiland zichzelf weer afsluit. Spitsbergen lijkt onaantastbaar, maar onder het ijs broeit verandering. Het eiland balanceert tussen economische noodzaak en ecologische grenzen, tussen aanwezigheid en bescherming. Toerisme houdt het levendig, maar zet het ook onder druk.

En terwijl de eerste dolfijnen opnieuw naast de boot opduiken, blijft de vraag hangen: hoeveel mens kan deze wildernis verdragen voordat ze ophoudt wildernis te zijn?

Logo van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in