Oorlog in Oekraïne drijft orthodoxe kerken in Estland uit elkaar
‘De Russisch-orthodoxe kerk wilde ons vernietigen. Dat zullen we nooit vergeten’

© Thibault Coigniez

© Thibault Coigniez
De oorlog in Oekraïne drijft een wig tussen de Russische en Estse orthodoxe kerk, stelde MO*medewerker Thibault Coigniez ter plaatse vast. Van de Estse overheid moet de Russische kerk de banden met Moskou verbreken. ‘Maar niemand mag raken aan de spirituele band met onze moederkerk in Moskou.’
Behoedzaam glijden de vingers van priester Toomas Hirvoja langs de verfschilfers op de iconostase, de wand die in de kerk de altaarruimte van de gelovigen scheidt. ‘Oorspronkelijk was die van bladgoud, maar tijdens de Sovjet-bezetting hebben ze eroverheen geschilderd. Langs buiten is de renovatie al voltooid. Nu willen we ook de binnenkant in volle glorie herstellen.’
De avondzon accentueert de net gerenoveerde felblauwe koepel van dit orthodoxe kerkje in Nõmme, een voorstadje van de Estse hoofdstad Tallinn. Met hun haar gewikkeld in sjaaltjes slaat een viertal vrouwen een kruisje voor de ingang. Ze tekenen present voor het Jezusgebed.
Binnen werpen kaarsen een gloed over de iconen, de stilte daalt neer onder de gelovigen. Ze geven elkaar de hand, hun vingers haken in elkaar. Negentig minuten lang zullen priester Hirvoja en de kerkgangers dezelfde zin prevelen in verschillende talen: ‘Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.’
De zin weerklinkt in het Kerkslavisch en in het Ests. Hij wordt afgewisseld met vereringen van vooraanstaande figuren binnen de orthodoxe kerk. ‘Slava Kirill,’ ‘glorie aan Kirill’, galmt meermaals door de ruimte. Daarmee eren de kerkgangers patriarch Kirill, de geestelijke vader van de Estse Christelijk-orthodoxe kerk, die onder het patriarchaat van Moskou valt. Althans, tot voor kort. Want recent besloot de Estse overheid om daar een einde aan te maken.

Het kleine kerkje in Nõmme, een voorstad van de Estse hoofdstad Tallinn.
© Thibault Coigniez
Orthodoxe jihad
Door zijn innige band met het regime van Russisch president Vladimir Poetin is patriarch Kirill erg omstreden. Zo schaarde hij zich meteen achter de invasie van Oekraïne. Hij zegende zelfs de Russische tanks, voordat die naar het slagveld trokken. En in maart vorig jaar verklaarde hij ‘de heilige oorlog tegen het Westen’.
‘Dat is niets minder dan een orthodoxe jihad. Want verander christenen in moslims en westerlingen zullen meteen begrijpen waarom we deze maatregel nemen’, vertelt Vootele Päi. Hij is voormalig adviseur van de minister van Binnenlandse Zaken en de geestelijke vader van de ‘Kerken en congregaties’-wet.
Die wet verbiedt religieuze verenigingen om administratieve banden te onderhouden met buitenlandse organisaties die een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. Ook in zijn jaarrapport wijst de Estse geheime dienst op infiltratie via de Russisch-orthodoxe kerk. Haar leider, metropoliet Eugenius, werd al het land uitgezet.
Zo stijgen de spanningen tussen de twee orthodoxe kerken die sinds de onafhankelijkheid in 1991 in Estland actief zijn. Enerzijds is er de Estse orthodoxe kerk (ook wel de Apostolische genoemd), onder het patriarchaat van Constantinopel. Anderzijds is er de Estse tak van de Russisch-orthodoxe kerk, tot voor kort onder leiding van Moskou.
Van een eenmaking is al lang geen sprake meer. Integendeel: de scheiding tussen de twee kerken wordt met de dag groter. Want volgens de Russisch-orthodoxe kerk zet de nieuwe wet haar religieuze vrijheid onder druk. ‘Kirill is afgedwaald, maar hij blijft onze kerkelijke vader’, verzucht Hirvoja vanop de kerkbanken in Nõmme.
‘De Estse geheime diensten kunnen gericht achter de judassen onder de priesters aan gaan. Maar de banden met onze moederkerk is een spirituele aangelegenheid. Het is iets waar de staat niet aan moet komen.’

Priester Toomas Hirvoja draagt het Jezusgebed voor in Nõmme.
© Thibault Coigniez
Imperiale Russische kerk
Om de spanning tussen de twee orthodoxe kerken in Estland te begrijpen, trekken we naar het universiteitsstadje Tartu, in het zuidoosten van het land. Met zijn enthousiasme compenseert Priit Rohtmets ruimschoots de afwezigheid van de studenten, die nog vakantie hebben. De professor kerkgeschiedenis aan de befaamde theologieafdeling oreert moeiteloos over elke kerk die we vanuit de ramen van het universiteitsgebouw aanschouwen.
Geflankeerd door zijn impressionante boekenkast in zijn kantoor, vertelt Rohtmets dat de orthodoxe kerk eigenlijk bestaat uit allemaal onafhankelijke kerken. ‘Historisch en kerkjuridisch gezien is het één geheel. Maar in de praktijk is de orthodoxe kerk territoriaal opgedeeld. Doorgaans één kerkelijke entiteit per land.’
Zo besloten bijvoorbeeld de orthodoxe kerken in Griekenland, Servië en Roemenië om zich na hun onafhankelijkheid in de negentiende eeuw lost te weken van het patriarchaat van Constantinopel. Volgens Rohtmets verliep dat moeizaam, maar gaf Constantinopel toch zijn fiat.
‘En dat is meteen het verschil met de Russisch-orthodoxe kerk. Sinds haar breuk met Constantinopel, in 1589, is die een imperiale kerk. Toen Estland zich in 1918 losscheurde van Rusland, weigerde Moskou om het land ook kerkelijke autonomie te verlenen. De Estse orthodoxe kerk zag zich genoodzaakt om toenadering tot Constantinopel te zoeken.’
Met het Molotov-Ribbentroppact beloofden nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie elkaar in 1939 niet aan te vallen en diplomatiek neutraal te blijven. Ze verdeelden Polen en de Baltische staten onder elkaar. Stalin aarzelde niet en bezette de Baltische staten in 1940. Maar toen Hitler een jaar later het pact schond en tegen de Sovjets ten strijde trok, besloot Stalin om tienduizend Esten naar Siberië te deporteren.
In de kantine van de Universiteit wijst Rohtmets naar een statig portret van een geestelijke. ‘Dat is Johan Kõpp, de toenmalige bisschop van de Estse protestantse kerk. Hij voelde het tij hangen, toen het Rode leger de Duitsers in 1944 weer uit Estland verjoeg. Via Duitsland vluchtte Kõpp naar Zweden. Hij kreeg gelijk. Want vijf jaar later volgde weer een grootschalige deportatie. Alleen had Kõpp nooit vermoed dat de Sovjets 47 jaar zouden blijven en dat hij in ballingschap zou sterven.’

De zondagsmis lokt heel wat gelovigen naar de Sint-Simeon- en Sint-Annekerk in Tallinn.
© Thibault Coigniez
Bijna vernietigd
Tijdens de zondagsmis in de Sint-Simeon- en Sint- Annekerk, aan de haven van Tallinn, druppelen de gelovigen binnen. Het ‘hallelujah’ klinkt met de minuut luider. Ook het publiek is gemengd, zo blijkt uit het gekrijs van kinderen. In de gang probeert de vader zijn tweekoppige kroost te kalmeren.
‘Bij mijn geboorte was de Estse orthodoxe kerk bijna uitgeroeid. Ik zocht daarom eerst mijn heil in het boeddhisme. Zulke omzwervingen wil ik mijn kinderen besparen. Vanaf hun geboorte laat ik hen onze Estse tradities ontdekken. Alleen moeten ze zich nog wat leren gedragen.’
Na de mis ruimen de achterste banken plaats voor een koffietafel met traditionele gebakjes. Niets doet vermoeden dat deze kerk bijna was uitgeroeid. Maar als geboren inwoner van Tallinn kan Peeter Holluviir zich niet alleen de evolutie van de kerk, maar ook van deze stad levendig herinneren.
‘Bij mijn geboorte in 1961 telde onze hoofdstad amper honderdduizend inwoners. In de jaren ’70 steeg dat naar tweehonderdduizend inwoners. Vooral door de instroom van migranten uit toenmalige Sovjetrepublieken. De Sovjets wilden Estland russificeren.’
Tot op vandaag is dat effect nog zichtbaar in wijken als Lasnamäe, waar de voertaal op straat voornamelijk Russisch is. En het zorgde ervoor dat de Russische minderheid in Estland steeg tot ongeveer een derde van de bevolking. Ook de Russisch-orthodoxe kerk zag haar schare gelovigen in Estland groeien. Volgens de laatste telling in 2020 telde die 170.000 leden.
Als zoon van een gerenommeerde basketbalcoach ging Holluviir vaak mee op reis naar de Sovjet-Unie. ‘De Russen beschouwden ons gebruik van het Latijnse alfabet als collaboratie met de Duitsers. Ze omschreven de Esten als “nazi’s die nog vernietigd moesten worden”.’
Met de Estse orthodoxe kerk was dat ook bijna gelukt. Voor 1945 waren er 200.000 gelovigen en 180 priesters. Bij de onafhankelijkheid in 1991 bleven er daarvan nog maar 7000 en 10 over. Momenteel telt de kerk weer 30.000 gelovigen.
Om de Estse orthodoxe kerk opnieuw uit te bouwen, verzocht het Patriarchaat in Constantinopel Stephanos om als metropoliet de leiding te nemen. ‘Ik was een Franse priester van de Grieks-orthodoxe kerk. Ze zochten een westersgezind iemand om de Estse kerk uit haar as te doen verrijzen. Mijn eerste vier jaar in Estland waren erg moeilijk, ik belandde op onbekend terrein’, vertelt de nu 85-jarige Stephanos in het kantoor van zijn ambtswoning in Tallinn.
Nadat de Estse orthodoxe kerk onder leiding van Constantinopel uit ballingschap was teruggekeerd, waren er plots twee orthodoxe kerken op één grondgebied. Tot de Estse regering in 1993 besliste om de Estse orthodoxe kerk als enige te erkennen. Maar de Russische kerk week niet. En tien jaar later vormde de erkenning van beide kerken een voorwaarde voor de toetreding van Estland tot de Europese Unie.
Enigszins verrassend verleende ook metropoliet Stephanos zijn goedkeuring voor die erkenning. ‘De Russische kerk wilde ons vernietigen. Dat zullen we nooit vergeten. Toch zinnen we niet op wraak. Ik blijf tolerant en wil niet dat die kerkgemeenschap tot een illegale sekte vervalt. We reiken haar altijd de hand. Alleen staan zij nooit open voor dialoog.’
Op de banken van Nõmme zucht priester Toomas bij de rivaliteit tussen de twee kerken. ‘Voor ons was het een goede zaak om in 1944 terug te keren naar de schoot van de Russische moederkerk. Maar na de onafhankelijkheid scheurden Estse priesters zich weer af. Ze zeiden dat ze de kerk herstelden, terwijl ze de levende kerk in twee delen splitsen. Het verlies van die spirituele eenheid stemt mij nog altijd droevig.’

De 85-jarige metropoliet Stephanos in het kantoor van zijn ambtswoning in Tallinn.
‘Russische wereld’
In het kantoor van Rohtmets heerst intussen een sceptischere houding over die spirituele eenheid. Hij springt recht, grabbelt enkele leren boeken uit zijn kast en legt ze tussen ons op het salontafeltje. ‘Veel mensen denken dat Kirill het nationalistische gedachtegoed van Poetin overnam, maar eigenlijk is het andersom.’
‘Al in de jaren ‘80 voelde de Russisch-orthodoxe kerk dat de katholieken op de loer lagen om zich in Rusland te vestigen. En dus kwamen ze met het concept “canonieke territorialiteit” op de proppen. Dat is het gebied dat altijd tot de invloedssfeer van de kerk behoort, ongeacht de landsgrenzen.’
Het is de spirituele pendant van de Russkiy mir, de Russische wereld, ofwel alle gemeenschappen die een culturele of spirituele band met Rusland hebben. Poetin gebruikt dat concept als motief om zijn imperiale ambities te rechtvaardigen. Al in 2000 stichtte hij de gelijknamige organisatie om dit ideeëngoed te promoten.
Plots slaat Rohtmets een van de boeken open. ‘Dit is het boek van Alexii II, een voormalige metropoliet van de Russische kerk in Estland. Het is gesponsord door de Russkiy Mir-organisatie.’ Hij klapt het boek toe en een ander vliegt open. ‘En kijk, deze publicatie van zijn opvolger Cornelius is ook gefinancierd door Russkiy Mir.’
Met kloeke stem citeert Rohtmets de volgende passage: ‘Wanneer je praat over buitenlandse inmenging in Estland, creëer je het beeld van bezetters die een vredevol land binnentraden. Wanneer je dat gebruikt met betrekking tot 1944, begrijpen we dat niet. We kwamen om Estland te bevrijden.’
‘Zo wil de Russisch-orthodoxe kerk de geschiedenis herschrijven. Ze hebben het niet over bezetting, maar alleen over denazificatie. Wanneer een kerk zulke historische en politieke claims maakt, is het geen religieuze organisatie. Het wordt een politiek machtsinstrument.’

© Thibault Coigniez
Aan ons tafeltje in een Georgisch restaurant in Tallinn knikt Vootele Päi instemmend met die conclusie. ‘In Moldavië probeerde de Russische kerk de verkiezing van de pro-Europese kandidate te verhinderen. En in Tsjechië werd de metropoliet opgepakt op verdenking van spionage. Ook bij ons werd metropoliet Eugenius uitgewezen, vanwege zijn pro-Kremlinagenda. Hij zetelt nu in het kantoor naast Kirill op het Rode plein in Moskou.’
Zelfs priester Toomas Hirvoja vindt dat zijn kerkelijke vader te zeer verstrengeld is met de Russische staat. ‘Er moet een wijdere blik komen, meer connectie met de buitenwereld. Helaas zal dat even duren, vrees ik. Want toenadering zoeken tot Constantinopel zien we niet zitten. Veel van onze gelovigen vinden dat patriarchaat te liberaal op moreel gebied.’
Op die aantijging verliest Kosmopoliet Stephanos zijn koelbloedigheid. ‘Aanpappen met een regime dat mensen uit het raam gooit en vergiftigt, is dat dan wel moreel? En als een Russische priester zich uitspreekt tegen de oorlog in Oekraïne, vliegt hij in het cachot. Hun aanspraak op moraliteit houdt geen enkele steek.’
Met de nieuwe Kerk-en-congregatiewet heeft Poetin wel een potentiële aanleiding om op te komen voor de rechten van de Russische minderheden. Ook bij de invasie van Georgië in 2008 en Oekraïne in 2014 gebruikte hij dat als motief. Ondanks zijn leeftijd en fragiele gezondheid zal metropoliet Stephanos zelfs bij een invasie van Estland niet terug naar Frankrijk trekken.
‘In 1999 kwam ik hier als een volslagen vreemde op een Sovjetluchthaven aan. Ik heb de evolutie van dit land gezien. Het doorstond eeuwen van bezetting door Zweden, Duitsers en Russen. Toch behield het zijn taal en tradities. De Esten zijn een trots volk, waar ik nu deel van uitmaak. Hoe kan ik dit land dan de rug toekeren? Hoe kan een herder zijn kudde achterlaten? Ik zal nooit wijken, hoezeer het gras in de toekomst ook zal verdorren.’
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in