‘Het lijkt wel alsof homofobie een nationale trots is’

Reportage

Lgbtq+-rechten onder druk in Oost-Europa

‘Het lijkt wel alsof homofobie een nationale trots is’

Len Buggenhout

26 september 202513 min leestijd

Het verbod op de Pride in Boedapest, eind juni, was met voorsprong de meest zichtbare aanval op de lgbtq+-gemeenschap in Europa. Maar ook in andere Oost-Europese landen ondervinden queers een aanval op hun bestaansrecht.

‘Ik ben niet bang’, zegt Maria Takacs aan de vooravond van de verboden Pride in Boedapest, eind juni. ‘In 2007 werden we voor het eerst geconfron­teerd met agressieve tegenbetogers die stenen naar ons gooiden. De politie was niet voorbereid en liet in eerste instantie begaan. Een jaar later vorm­den agenten in gevechtsuitrusting een cordon rond de Pride, maar zelfs dat was amper voldoende. Ik ben wel wat gewend.’

Maria is medeoprichtster van Labrisz, een lesbische vereniging die zich sinds 1999 richt op het versterken van lesbische, biseksuele en transgender vrouwen in Hongarije. Dat doen ze via culturele activiteiten, educatieve programma’s en gemeenschapsvorming.

In het rommelige kantoortje van waar­uit Labrisz haar activiteiten organi­seert, vindt Maria even de tijd om te praten. Een verdieping hoger hebben zich enkele tientallen vrouwen verza­meld in een leegstaand lokaal. Ze wer­ken aan protestborden en spandoeken waarmee ze morgen toch de straat op zullen trekken.

Vooral jongere vrouwen zijn opge­daagd. Zij voelen zich evenwel minder zeker van hun stuk. Er wordt gedreigd om AI-technologie in te zetten voor het herkennen van gezichten, er is onze­kerheid over wat de politie precies zal doen tijdens de mars. Dat zaait twijfel in de hoofden van deze vrouwen. Ze willen niet herkenbaar op de foto. Ook tatoeages en andere herkenbare acces­soires willen ze uit beeld houden.

‘We zullen zien’, reageert Maria. ‘Ik verwacht een grote en diverse groep van demonstranten, ook uit de interna­tionale gemeenschap en van buiten Boedapest. Het verbod heeft de symbo­liek van Pride net versterkt. Het wordt een breder democratisch protest tegen een onderdrukkend systeem.’

Russische invloed

Haar inschatting blijkt juist. De Hongaarse premier Viktor Orbán heeft met het verbod een deel van de bevol­king wakker geschud dat voordien eer­der neutraal stond tegenover de lgbtq+- gemeenschap. Bijna tweehonderddui­zend mensen stappen naar schatting mee in wat een van de grootste mani­festaties tegen het regeringsbeleid is geworden sinds het communisme.

De Budapest Pride werd ook een pride tegen Victor Orbàn

‘Wanneer vreedzaam protest van één groep in de kiem wordt gesmoord, is de stap immers snel gezet om ook andere groepen hun recht op samen­komst af te nemen’, zegt Viktoria Radvanyi, de voorzitster van Boedapest Pride. Maar ze wil ook waarschuwen. ‘We mogen de aan­dacht niet laten verslappen. Ik hoop volgend jaar een gewone Pride te kun­nen organiseren. Een saaie Pride zelfs (lacht). Maar we mogen niet vergeten dat de wetgeving die de Pride verbiedt nog steeds bestaat.’

Nochtans stond Hongarije ooit bekend als een tolerante plek tegen­over queers. De Pride in Boedapest is zelfs ouder dan die van Brussel. Dat veranderde toen de conservatieve Orbán en zijn partij Fidesz aan de macht kwamen in 2010. Onder invloed van Rusland, waar elke verwijzing naar lgbtq+ verboden is en als wester­se propaganda afgeschilderd wordt, heeft de Hongaarse overheid stap voor stap de rechten voor de lgbtq+- gemeenschap ingeperkt.

Eerst werd het recht van onge­trouwde koppels om kinderen te adopteren afgeschaft. Niet veel later verankerde het parlement in de grond­wet dat een huwelijk enkel mogelijk is tussen een man en vrouw. Dat maakt het in de praktijk onmogelijk voor lgbtq+-personen om te trouwen en kinderen te krijgen met elkaar.

In 2021 volgde wetgeving die alle verwijzingen naar lgbtq+ verbiedt op plekken waar minderjarigen komen, van scholen tot media en de openbare ruimte. Die wet werd dit voorjaar pri­oritair gemaakt op de fundamentele vrijheid van vereniging, waardoor bij­eenkomsten van lgbtq+-personen in de openbare ruimte (en dus ook de Pride) verboden werden.

Geen politieke medestanders

De regeringen in Bulgarije, Slovakije en Roemenië kijken nauwgezet naar wat Orbán allemaal heeft verwezen­lijkt in de afbraak van lgbtq+-rechten. Het meest duidelijke voorbeeld daar­van is de ‘kinderbeschermingswet’ in Bulgarije. In augustus van 2024 keur­de het parlement daar in recordtempo een wet goed die minderjarigen moet beschermen tegen zogenaamde lgbtq+- propaganda in scholen. Elke verwij­zing naar queer thema’s is verboden. Pogingen om deze wet uit te breiden naar de publieke ruimte waren nog niet succesvol.

‘Dit is letterlijk een kopie van wat Hongarije en Rusland hebben gedaan’, zegt Denitsa Ivanova, covoorzitster van Deytsvie, een organisatie uit Sofia die zich onder meer bezighoudt met juridische ondersteuning voor lgbtq+- personen. ‘Alleen hebben ze geleerd uit het voorbeeld van Hongarije, wat het voor ons erger maakt. De wetge­ving is zodanig opgepoetst dat ze geen aanleiding kan geven tot inbreukpro­cedures van de EU.’

De Bulgaren moesten de afgelopen jaren meermaals naar de stembus door politieke instabiliteit. De rege­ring die sinds januari het land leidt, bestaat onder meer uit een centrum­rechtse partij (GERB) en een socialisti­sche (BSP). Maar dat geeft Denitsa weinig hoop. ‘Alle regeringspartijen zijn conservatief, antigender, antife­minist en expliciet vijandig tegenover lgbtq+-rechten’, zegt ze. ‘Geen enkele politieke partij in dit land heeft zich ooit al openlijk uitgesproken voor betere rechten voor de queer gemeen­schap. Zelfs liberale partijen houden zich stil, uit angst om stemmen te verliezen.’

Denitsa Ivanova van Deytsvie aan het werk in haar kantoor: ‘Bulgarije kopieert letterlijk waar Rusland en Hongarije hebben gedaan.’

Realisme, geen optimisme

Ik ontmoet Denitsa in de week vooraf­gaand aan de jaarlijkse Pride in de hoofdstad. We spreken af op een straathoek in het centrum. Aan de ingang van het gebouw waar de orga­nisatie werkt, is uit veiligheidsoverwe­gingen geen enkele verwijzing te zien.

‘In de praktijk blijven lgbtq+-perso­nen verstoken van de meest elemen­taire basisrechten’, zegt ze. ‘Zelfs een officiële registratie voor koppels van hetzelfde geslacht is niet mogelijk in dit land. Zij worden bijgevolg tot drie­honderd rechten ontnomen. Denk aan erfrechten als een van de partners overlijdt, of aan belastingvoordelen of toegang tot medische informatie.’

Bulgarije verbiedt ook een juridi­sche geslachtswijziging, waardoor transgender personen hun geslachts-aanduiding niet officieel kunnen aanpassen. ‘Dokters mogen ook geen hor­monen voorschrijven wanneer trans­gender personen daar om vragen’, zegt Denitsa. ‘En dus injecteren zij zich met hormonen die ze op de zwar­te markt kopen, zonder medische begeleiding. Dat is levensgevaarlijk, maar het systeem laat hen geen keuze.’

Werken in een samenleving die zo afwijzend reageert, is moeilijk. ‘Of ik optimistisch ben? Ik ben vooral realis­tisch’, zegt ze. ‘Het enige wat we nu kunnen en móéten doen, is blijven vechten om elke achteruitgang tegen te houden.’

Net daarom blijft zichtbaarheid van belang. Maar ook dat wordt steeds meer een uitdaging, zegt Simeon Vasilev, die met de GLAS Foundation de Pride in Sofia helpt organiseren. ‘We willen laten zien dat wij bestaan’, zegt hij. ‘Maar dit jaar krijgen we te maken vijf tegenbetogingen in de stad, van oerconservatieve en religieuze groeperingen. Het maakt me furieus dat al die groepen ons dwingen het programma om te gooien.’

Ook de internationale context draagt bij aan het moeilijke klimaat. Sinds de Amerikaanse president Donald Trump de strijd is aangegaan tegen diversiteitsprogramma’s zag de organisatie haar budget met meer dan de helft dalen. ‘De Pride werd groten­deels gefinancierd door Amerikaanse bedrijven’, zegt Simeon. ‘Die hebben zich allemaal teruggetrokken.’

Pride als protest

In de Slovaakse hoofdstad Bratislava voelen queer organisaties dezelfde druk. De regering van premier Robert Fico schrapte alle werkingsmiddelen voor ngo’s die werken rond lgbtq+- rechten. Met veel kleinere teams dan voordien proberen ze hun werk ver­der te zetten, maar dat botst op zijn limieten. ‘Veel energie gaat naar het jaarlijkse Pride-festival, wat een belangrijk moment van zichtbaarheid is’, laat Martin Macko van Iniciativa Inakost weten per mail. ‘Maar dit brengt onze andere activiteiten in gevaar.’

Tegelijkertijd heeft het Slovaakse ministerie van Cultuur subsidies geschrapt voor cultuurhuizen die lgbtq+-voorstellingen opnemen in hun programma. Het zijn de eerste tekens van een overheid die de bewegings­ruimte van de lgbtq+-gemeenschap wil beperken.

Maar de beslissing om de vrijheid van de culturele sector te muilkorven, zorgt voor een bijzonder verbond. De instellingen hangen de regenboogvlag uit en scharen zich zo achter het pro­test van de lgbtq+-gemeenschap. De Pride in Bratislava krijgt zo weer zijn historische betekenis als protest en trok eind juli een recordopkomst van ongeveer 14.000 deelnemers.

Homofobie als nationale trots

In Roemenië ontsnapt de queer gemeenschap voorlopig aan het ergste scenario. In 2024 werden de presi­dentsverkiezingen ongeldig verklaard na berichten over Russische inmen­ging. Bij de herkansing, in mei dit jaar, haalde de centrumkandidaat en toen­malig burgemeester van Boekarest Nicosur Dan het van de extreemrecht­se George Simion, tegen de verwach­tingen in.

De nieuwe president vermeldde in zijn dankbetuiging op sociale media ook de lgbtq+-gemeenschap. ‘Het is weinig om je aan op te trekken, maar het is wel de eerste keer dat een politi­cus in dit land erkent dat zijn overwin­ning ook aan onze gemeenschap te danken is’, zegt Sergio Marinescu van MozaiQ, een van de grootste queer organisaties in het land.

Hij verwijst daarmee naar de ver­kiezingscampagne zelf, waarbij de teams van beide kandidaten elkaar verwijten ‘gay’ te zijn om de ander in diskrediet te brengen. ‘Het lijkt wel alsof homofobie een nationale trots is’, zegt Sergio. ‘De lgbtq+-gemeen­schap is al jaren de zondebok van de Roemeense politiek.’

Wettelijk is er amper iets geregeld voor lgbtq+-personen. Net zoals in Bulgarije is ook in Roemenië zelfs een erkend partnerschap voor koppels van hetzelfde geslacht nog onbestaan­de. Nochtans heeft het Europese Hof van Justitie Roemenië hiervoor al ver­oordeeld.

Hoop op jonge generaties

Op het moment dat ik met Sergio spreek, zijn activisten uit andere delen van het land samengekomen in het kantoor van MozaiQ voor een reeks workshops om hun lokale initiatieven verder uit te bouwen, bijvoorbeeld door te leren hoe ze fondsen kunnen werven.

Het is de enige manier om veran­dering in gang te zetten, denkt Sergio. ‘Zo creëren we een netwerk van organisaties over het hele land die strijden voor gelijke rechten en samen safe spaces kunnen uitbou­wen. Uit onderzoek blijkt dat de jongste generaties het best scoren op aanvaarding van lgbtq+-personen én op aanvaarding van zichzelf als queer persoon. Het geeft mij hoop te weten dat wanneer deze jongeren volwas­sen worden, ook de samenleving zal veranderen.’

De jaarlijkse Prides, in Boekarest en enkele andere Roemeense steden, zijn een noodzakelijk politiek statement. ‘We laten zien met hoeveel we zijn’, zegt hij. ‘We tonen dat we deel uitma­ken van de Roemeense samenleving en dus ook gelijke rechten en respect verdienen.’

Met 30.000 deelnemers was de Pride in Boekarest dit jaar de grootste ooit.

Daags na de Pride in Boekarest drink ik een koffie met Cristina Sarcaru, een lesbische activiste uit Timisoara die voor de gelegenheid naar de hoofdstad is afgezakt. Ze is 58 en wijst erop dat homoseksualiteit nog tot 2001 een misdrijf was in Roemenië. ‘Ik was 34 jaar toen die wet eindelijk teniet werd gedaan’, zegt ze, geflankeerd door haar vrouw Mihaela, met wie ze in 2017 in IJsland is getrouwd — een huwelijk dat de Roemeense overheid niet erkent. ‘Lange tijd is die angst om betrapt te worden deel blijven uitmaken van mijn leven. Maar kijk hoe we hier nu openlijk over deze thema’s kunnen praten op een terras.’

Cristina is zichzelf geleidelijk aan meer gaan inzetten voor de strijd voor gelijke rechten en werkt momenteel als consultant rond diversiteitsprojec­ten. ‘Ik wil zichtbaar zijn’, zegt ze. ‘Ik wil jonge mensen laten zien dat iemand zoals ik, een lesbische vrouw van 58, een vol leven kan leiden. En ik ben duidelijk niet alleen. Gisteren lie­pen we met 30.000 door de straten van Boekarest, queers en allies. Ik kon er zijn wie ik ben. Het is soms moeilijk om dat in te zien, maar dat is vooruit­gang voor mij.’

Deze analyse werd geschreven voor MO*157, het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Het geld van de wereld en hoe we dat besteden

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in