Oeganda en Tanzania: niet de beste plekken op aarde voor wie oppositie voert

Reportage

Politieke opposanten in de cel

Oeganda en Tanzania: niet de beste plekken op aarde voor wie oppositie voert

Oppositieleider Dr. Kizza Besigye en medeverdachte Obeid Lutale voor een burgerrechtbank in Kampala. Ze zitten vast sinds ze uit Kenia werden ontvoerd door de Oegandese veiligheidstroepen.

Oppositieleider Dr. Kizza Besigye en medeverdachte Obeid Lutale voor een burgerrechtbank in Kampala. Ze zitten vast sinds ze uit Kenia werden ontvoerd door de Oegandese veiligheidstroepen.

Wambi Michael / IPS

23 juni 2025

Tanzania en Oeganda bereiden zich voor op verkiezingen en de politieke spanningen lopen daarbij hoog op. Critici spreken van autocratische tendenzen die zich bij uitbreiding manifesteren in de hele Oost-Afrikaanse regio.

Tanzania trekt in oktober 2025 naar de stembus en Oeganda maakt zich op voor presidents- en parlementsverkiezingen begin 2026.

Wat opvalt is dat in beide landen de belangrijkste politieke leiders vastzitten op beschuldiging van verraad: Tundu Lissu van Chadema, de belangrijkste oppositiepartij in Tanzania, en Kizza Besigye, voormalig leider van de ooit grootste oppositiepartij in Oeganda.

Stemmen in deze twee landen, en in buurland Kenia, klinken steeds luider over een golf van repressie die de regio overspoelt. Steeds meer burgers maken zich zorgen dat democratie en burgerlijke vrijheden in heel Oost-Afrika op sterven na dood zijn, en er zijn effectieve meldingen van gevallen van foltering, ontvoering en mensenrechtenschendingen.

Diskwalificatie

In Tanzania werd Tundu Lissu op 10 april 2025 beschuldigd van verraad, naast de aanklacht voor drie overtredingen rond het publiceren van valse informatie onder de wetten ter preventie van cybercriminaliteit. De aanklachten houden verband met zijn landelijke campagne voor een hervorming van het kiesstelsel onder de slogan 'Geen hervormingen, geen verkiezingen'. 

Lissu verscheen vorige week (16 juni) voor de rechtbank en kreeg toestemming om zichzelf te vertegenwoordigen. Hij beweert dat hij geen mogelijkheid heeft gekregen tot overleg met zijn advocaten.

Kort na Lissu's arrestatie werd Chadema gediskwalificeerd voor de presidents- en parlementsverkiezingen van oktober 2025, op basis van de weigering van de partij om een electorale gedragscode te ondertekenen.

Reeds in de aanloop naar de lokale verkiezingen van november 2024 had de Tanzaniaanse regering bijeenkomsten van de oppositie belemmerd, honderden aanhangers van de oppositie willekeurig gearresteerd en de toegang tot sociale media zwaar beperkt en soms zelfs verboden.

Vier critici van de regering geraakten vermist en een Chadema-functionaris werd ontvoerd en op brute wijze vermoord.

Martelingen

In mei werden ook een Keniaanse mensenrechtenactivist, Boniface Mwangi, en een Oegandese activist, Agather Atuhaire gearresteerd en vijf dagen lang zonder contact met de buitenwereld vastgehouden. Ze waren afgereisd naar Tanzania om Lissu bij te staan tijdens zijn proces. 

De twee activisten vertelden nadien dat ze zwaar gemarteld werden door de Tanzaniaanse politie en door veiligheidsagenten.

Atuhaire, winnares van de International Women of Courage Awards (IWOC) van het US State Department en winnaar van de 2023 EU Human Rights Defenders' Award in Oeganda, vertelde dat ze geblinddoekt en seksueel gemolesteerd werd door haar ontvoerders.

‘Ik heb straffeloosheid gezien in Oeganda, maar wat ik in Tanzania meemaakte was van een hoger niveau’, vertelde ze nadien.

Mwangi werd na brede protesten in Kenia over zijn afwezigheid teruggevonden aan de grens met Tanzania, nabij de kust. Hij werd naar de auto gedragen omdat hij nauwelijks kon lopen na de martelingen. ‘Mijn lichaam is op zoveel manieren gebroken dat je het nooit zult weten, maar mijn geest is sterk’, vertelde hij nadien. ‘Ze hebben verschrikkelijke dingen met ons gedaan. En die dingen zijn gefilmd. Ze dreigden ermee de video’s met iedereen te delen als we thuis zouden vertellen wat ons is overkomen’, zei Mwangi.

‘Ik was enkel aanwezig in Tanzania om een rechtszaak bij te wonen’, zei hij verder. ‘Ik had geen bijbedoelingen, maar ik werd slechter behandeld dan een crimineel, zonder enige overtreding te hebben begaan.’

Buitenlandse activisten gewaarschuwd

Tanzaniaans president Samia Suluhu waarschuwde kort daarop in een televisietoespraak buitenlandse activisten om weg te blijven uit haar land.

‘Laten we hen geen ruimte geven’, sprak ze. ‘Ze hebben in hun eigen natie chaos veroorzaakt. Het enige land dat niet geruïneerd is, waar mensen veiligheid, vrede en stabiliteit hebben, is het onze. Ik dring er bij onze veiligheids- en defensietroepen op aan om ongedisciplineerde individuen uit andere landen niet toe te laten.’

In een reactie uitte Amnesty International de bezorgdheid over Suluhu's oproep.

‘Dergelijke uitspraken verschaffen overheidsinstanties een vals voorwendsel om beperkingen op te leggen die in strijd zijn met de internationale mensenrechten. Proceswaarneming is essentieel voor de transparantie van gerechtelijke processen en de garantie op een eerlijk proces. Het vormt geen bedreiging voor de veiligheid’, klonk het.

Autocratische tendensen

Voor de arrestatie van de twee buitenlandse activisten had Tanzania ook al de voormalige Keniaanse minister van Justitie, Martha Karua, en de voormalige opperrechter van Kenia, Willy Mutunga, het land uitgezet. De twee waren eveneens in Tanzania aanwezig als waarnemers. 

Karua ontkende nadien met klem dat ze in Tanzania was om zich te bemoeien met binnenlandse aangelegenheden, zoals president Suluhu had beweerd. ‘Ik was in Tanzania om een politiek proces bij te wonen’, getuigde ze.

Ze vermoedt echter dat ze de autoriteiten heeft geërgerd met haar toespraak tijdens een persconferentie in april over de noodzaak om de rechtsstaat te respecteren. Dat was in de periode dat oppositieman Tundu Lissu voor de rechter moest verschijnen.

‘Dus als burger van de Jumuhiya (de Oost-Afrikaanse Gemeenschap) ging ik naar een proces kijken. Daar is niets mis mee. We vinden dat we als burgers van Oost-Afrika de plicht hebben om solidair te zijn met elkaar en ervoor te zorgen dat we autocratische tendensen en schendingen van rechten tegengaan’, reageerde Karua.

Zimbabwe en Botswana

‘Als ze zo achter Martha Karua en Willy Mutunga aanzitten, kun je je dan voorstellen wat er met de Tanzanianen zelf gebeurt?’, reageert Peter Kagwanja, de voorzitter van het Africa Policy Institute (API).

Volgens Kagwanja is wat er in Tanzania gebeurt een duidelijk gebrek aan respect voor de oppositie, terwijl de landen wel beweren dat ze een meerpartijendemocratie zijn.

‘Die houding zien we ook in Zimbabwe. En hetzelfde gebeurt in Botswana. Je kan er de leider van de oppositie in ballingschap drijven en het leiderschap aan banden leggen. In plaats van de oppositie politiek te verslaan, starten ze een strijd met geweld.’ 

Oeganda 

Oegandees voormalig oppositieleider Kizza Besigye werd op 16 november 2024 ontvoerd terwijl hij in Nairobi was. Hij werd voorgeleid voor een militaire rechtbank in Oeganda en beschuldigd van overtredingen op het vlak van veiligheid en het onwettig bezit van vuurwapens en munitie.

De Keniaanse regering heeft betrokkenheid ontkend, maar mensenrechtenactivisten beschuldigen de overheid ervan om de uitlevering gefaciliteerd te hebben.

Eerder al werden ook 36 leiders van het Oegandese Forum for Democratic Change (FDC), een van de grootste oppositiepartijen ontvoerd uit de stad Kisumu in Kenia. Ze werden voor Oegandese rechtbanken aangeklaagd wegens terrorisme en in voorlopige hechtenis genomen.

De Oegandese procureur-generaal weerlegde beweringen over ontvoering en zei dat de verdachten rechtmatig waren gearresteerd, maar de advocaten van Karua en Besigye houden vol dat de ontvoering het resultaat was van samenspanning tussen Keniaanse en Oegandese autoriteiten. Volgens hen is er geen behoorlijke procedure gevolgd.

Militaire rechtbank

Het Oegandese parlement heeft op 20 mei in allerijl de Uganda People's Defence Forces Amendment Bill 2025 besproken en goedgekeurd. Het wetsvoorstel, dat nog een handtekening van de president nodig heeft om wet te worden, breidt onder andere de jurisdictie van militaire rechtbanken uit, waardoor ze een breed scala aan overtredingen tegen burgers kunnen berechten.

Volker Türk, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, heeft hierover vorige maand zijn grote bezorgdheid geuit.

‘Het baart mij zorgen dat de Oegandese wetgevers hebben gestemd voor herinvoering en uitbreiding van de jurisdictie van militaire rechtbanken om burgers te berechten, wat in strijd is met internationale wetgeving op het gebied van mensenrechten’, aldus Türk.

Ook diplomaten van de Europese Unie hebben al hun bezorgdheid geuit over de martelingen van de oppositieleiders en hun aanhangers, met name over het gedrag van de chef van de defensiemacht, generaal Muhoozi Kainerugaba. Hij is tevens de zoon van Oegandees president Yoweri Museveni.

Begin mei nog zei Muhoozi Kainerugaba dat hij Eddie Mutwe, de belangrijkste lijfwacht van oppositieleider Bobi Wine, gevangen had genomen. 

Hij schreef op X dat hij Mutwe had gevangen “als een sprinkhaan” en dat hij hem ‘als boksbal gebruikte’. De gemartelde Mutwe werd voorgeleid voor de rechtbank op beschuldiging van diefstal.

De Oegandese minister van Justitie reageerde dan wel dat het illegaal vastgehouden en martelen van verdachten een misbruik is van de rechtsgang, ondertussen heeft de presidentszoon de bevolking gewaarschuwd om zich niet in te laten met de partij van Bobi Wine. ‘Uit inlichtingen blijkt dat de NUP niet alleen een politieke partij is, maar ook betrokken is bij activiteiten die gerelateerd zijn aan terrorisme. De leiders van NUP rekruteren jongeren voor activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor ons mooie land’, waarschuwde hij.