Paulette Nardal, vergeten architecte van een zwarte culturele beweging

Analyse

Portrettenreeks: Black Atlantic (2)

Paulette Nardal, vergeten architecte van een zwarte culturele beweging

Omar Ba

04 juli 202515 min leestijd

Decennialang was Paulette Nardal uit het collectieve geheugen gewist. Meer dan ooit verdient zij eerherstel. Haar rijke erfenis, net zoals die van andere pioniers, moet worden herdacht. Niet vanuit een nostalgisch verlangen naar het verleden, maar als een richtinggevend kompas voor de toekomst.

Portrettenreeks: Black Atlantic

Dit is het tweede in een reeks van vijf portretten van belangrijke denkers uit de Black Atlantic, het netwerk van mensen, culturen en ideeën dat ontstond door de trans-Atlantische slavenhandel. Deze portrettenreeks benadrukt hoe Afrikaanse, Amerikaanse, Caraïbische en Europese invloeden elkaar kruisten en vermengden, en hoe ze een blijvende invloed hebben op heel wat culturele, artistieke en politieke bewegingen van vandaag.

Parijs na de Eerste Wereldoorlog was een bruisende stad waar werelden elkaar kruisten. De tragedie van het front maakte plaats voor de vurigheid van de roaring twenties, een tijd waarin de Franse hoofdstad jazz ademde, swingde en opnieuw leerde dromen.

De iconische Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway zocht er zichzelf tussen de brokstukken van een oude wereld en de belofte van een nieuwe. Zwarte veteranen uit de Verenigde Staten vonden er ademruimte, ver van segregatie. Afrikaanse tirailleurs, zoals de Senegalees Lamine Senghor, verhieven er hun strijd voor gelijkheid en menswaardigheid tot een internationaal niveau.

In dat Frankrijk van de jaren ‘20 was de Franse Paulette Nardal een belangrijke stem in de mondiale zwarte diaspora. Ze was van haar geboorte-eiland Martinique naar Parijs gekomen om Engels te studeren – Nardal was de allereerste zwarte vrouw ingeschreven aan de prestigieuze Sorbonne-universiteit. Ze was geen klassiek icoon, maar een visionaire architecte van broodnodige verbindingen en vernieuwende bewegingen.

Tachtig jaar lang werd Nardals naam nochtans uit het collectieve geheugen gewist. Tot een Amerikaanse professor Franse literatuur, Tracy Denean Sharpley-Whiting, in 2002 het boek Negritude Women publiceerde. Daarin benadrukte ze het belang van Paulette Nardal voor de zwarte intellectuele geschiedenis.

Dankzij deze publicatie staat de naam van Nardal opnieuw in het collectieve geheugen gegrift, en werden haar rol en rijke bijdrage aan de emancipatie van de zwarte diaspora in Frankrijk en aan de inspiratie van een wereldwijde beweging met een grote culturele impact hersteld.

Als je mij wilt begrijpen, moet je mijn stiltes begrijpen. (Frans-Martinikaans schrijver Aimé Césaire)

Literaire salons

Paulette Nardal en haar zus Jane organiseerden met veel toewijding intellectuele en culturele ontmoetingen in hun appartement in de Parijse gemeente Clamart. Daarbij kwamen invloedrijke schrijvers, professoren, scherpzinnige denkers en diverse kunstenaars samen uit alle hoeken: mensen uit de diaspora’s, Franse intellectuelen uit de Verenigde Staten, de diverse eilanden van het Caraïbisch gebied en het Afrikaanse continent.

Deze unieke ontmoetingen en de daaruit voortvloeiende diepgaande gesprekken vormden de vruchtbare voedingsbodem voor wat later zou uitgroeien tot de invloedrijke Négritudebeweging. Die speelde een mobiliserende rol voor de zwarte diaspora in Frankrijk en in de toen door Frankrijk gekoloniseerde en bezette gebieden.

De Négritudebeweging ontstond dus in het appartement van de zusters Nardal – ook al wordt ze vaak alleen aan anderen toegeschreven. Schrijvers Aimé Césaire, Léon-Gontran Damas en Senghor begonnen in 1935 met het publiceren van hun tijdschrift L’Étudiant noir, en het was hier dat de term Négritude voor het eerst zou opduiken. De enige vrouwelijke bijdrager aan het tijdschrift was Paulette Nardal, maar zij wordt vaak over het hoofd gezien in het discours over de beweging.

‘Ik heb vaak gedacht en gezegd over de beginjaren van de Négritude dat mijn zus en ik slechts ongelukkige vrouwen waren, en dat is de reden waarom er nooit over ons gesproken is. Het werd geminimaliseerd omdat het vróúwen waren die erover spraken. We waren slechts vrouwen, maar wél echte pioniers.’ (Paulette Nardal) 

Zwarte ideeën en solidariteit

Een van de concrete resultaten van deze ontmoetingen in de literaire salons was de oprichting van een belangrijk platform: La Revue du Monde Noir. De zussen Nardal lanceerden dat tijdschrift, geschreven in het Frans en Engels, in 1931.

Het had als doel de geschriften en ideeën van zwarte intellectuelen uit de Verenigde Staten, het Caraïbisch gebied en het Afrikaanse continent samen te brengen en solidariteit te stimuleren tussen zwarte mensen, ongeacht hun land van herkomst.

In La Revue du Monde Noir publiceerde Paulette Nardal eigen bijdragen over zwarte trots, over het belang van zelfkennis en eenheid, en over de rol van zwarte vrouwen in de Franse samenleving.

Ook veel beroemde schrijvers en denkers, afkomstig uit Haïti, Afrika, het Caraïbisch gebied, de Verenigde Staten en Europa, werkten mee aan het tijdschrift. Onder hen waren de Haïtiaanse arts en politicus Jean Price-Mars, de eerste zwarte winnaar van de Prix Goncourt René Maran, de Amerikaanse schrijver en dichter Langston Hughes, schrijver-filosoof Alain Locke en de Jamaicaans-Amerikaanse schrijver en dichter Claude McKay.

De nalatenschap van de zusters

De impact van het werk van de zusters Nardal reikte veel verder dan hun tijdschrift. Paulette en Jane Nardal, geïnspireerd door denkers als W.E.B. Du Bois en Claude McKay, werden sterk beïnvloed door de Harlem Renaissance, een Afro-Amerikaanse, vooral culturele beweging in de jaren ‘20 in de Verenigde Staten. Onder meer muzikanten als Duke Ellington en Louis Armstrong zijn tot op vandaag bekende exponenten van die Harlem Renaissance.

Samen met andere belangrijke figuren zetten Paulette en Jane zich in voor de versterking van een wereldwijd zwart bewustzijn en een culturele beweging gericht op de zelfwaardering van gekoloniseerde volkeren. Hun werk en hun netwerken vormden een cruciale brug tussen continenten en generaties. Ze legden zo de basis voor de internationale zwarte solidariteit, die later steeds meer vorm zou krijgen.

De zussen waren minder uitgesproken dan bijvoorbeeld de radicale Lamine Senghor, die ondanks zijn kritiek op hun voorzichtige en intellectualistische benadering toch mocht publiceren in La Revue du Monde Noir, of Louis Achille, een activist uit Martinique. Maar hun invloed was onmiskenbaar.

Zelfs Aimé Césaire, afkomstig van hetzelfde eiland, uitte kritiek op Paulette Nardal. Hij vond haar te sterk verbonden met de hogere bourgeoisie van Martinique. Haar vader werkte immers voor de Franse staat en was een van de eerste zwarte burgerlijke ingenieurs, afgestudeerd aan de prestigieuze École des Ponts et Chaussées in Parijs. In Martinique was hij een gerespecteerde figuur vanwege zijn sociale status – een schril contrast met zijn moeder, Paulettes grootmoeder, die nog tot een tot slaaf gemaakte Afrikaanse was.

‘Op de Antillen bestond er onderlinge minachting gebaseerd op de kleinste huidskleurnuances. In die periode konden zwarten niet verwachten te krijgen wat degenen met een lichtere huidskleur wel bezaten.’ (Paulette Nardal)

Einde van een tijdperk

Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 kwam het bruisende intellectuele leven dat Paulette Nardal in haar Parijse salons had gekoesterd abrupt tot stilstand. Ze nam de moeilijke beslissing om Parijs te verlaten en terug te keren naar haar geboorte-eiland Martinique.

Maar de invloed van de oorlog reikte ook tot in het Caraïbisch gebied. In 1941, in een poging om zich bij haar zus Jane in Frankrijk te voegen en de oorlogsomstandigheden in Martinique te ontvluchten, begon Nardal aan de moeilijke reis overzee.

Tragisch genoeg werd haar schip aangevallen door een Duitse onderzeeër. Tijdens haar poging om het zinkende schip te verlaten, viel ze in een reddingsboot en liep ze ernstige verwondingen op. Die zouden haar heupen beschadigen, waardoor ze met een wandelstok moest lopen.

Ondanks deze traumatische ervaring en de lange weg naar herstel in een ziekenhuis in Plymouth (Groot-Brittannië) bleef haar toewijding aan een rechtvaardige wereld onverminderd. Deze veerkracht en haar diepgaande begrip van mondiale verbondenheid droegen waarschijnlijk bij aan haar benoeming in 1946 tot afgevaardigde van de Antillen bij de Verenigde Naties.

Daar werkte ze in de afdeling voor niet-zelfbesturende gebieden, een rol die haar in staat stelde om discreet te blijven werken aan dekolonisatie en internationale samenwerking. Die thema’s stonden al lange tijd centraal in de discussies binnen haar invloedrijke Parijse kring.

‘Ik heb vaak gedacht en gezegd over de beginjaren van de Négritude dat mijn zus en ik slechts ongelukkige vrouwen waren, en dat is de reden waarom er nooit over ons gesproken is. Het werd geminimaliseerd omdat het vrouwen waren die erover spraken. We waren slechts vrouwen, maar wel echte pioniers.’ (Paulette Nardal)

Vergeten vrouwen

Het is helaas niet de eerste keer dat zulke cruciale bijdragen, en in het bijzonder die van vrouwen, uit de geschiedenis gewist of gemarginaliseerd worden. Je zou moeiteloos een lange lijst kunnen opstellen van vrouwen uit het Globale Zuiden die vaak in stilte en tegen de stroom in de weg vrijgemaakt hebben voor fundamentele veranderingen.

Denk aan Funmilayo Ransome-Kuti, de Nigeriaanse antikoloniale activiste en moeder van de bekende muzikant Fela Kuti. Of Fatima al-Fihri uit Marokko, stichteres van de Al Quaraouiyine-universiteit in de 9de eeuw. Aline Sitoe Diatta, verzetsstrijdster tegen het Franse koloniale regime in Senegal. Lakshmi Bai, de Indiase koningin die zich verzette tegen de Britse koloniale macht. Djamila Bouhired, de Algerijnse vrijheidsstrijdster tegen het Franse kolonialisme.

Om het belang van deze vergeten figuren te begrijpen, is het nuttig om naar bredere historische bewegingen te kijken. Het verhaal van het pan-Afrikanisme, de ideologie die eenheid en solidariteit tussen Afrikaanse volkeren nastreeft, zou je kunnen vertellen als een rechte lijn van de visionaire W.E.B. Du Bois naar de Senegalese denker Cheikh Anta Diop, Lumumba in Congo, burgerrechtenactivist Stokely Carmichael, zangeres en anti-apartheidsactiviste Miriam Makeba en de gedreven Kwame Nkrumah in Ghana, tot Thomas Sankara in Burkina Faso en vele anderen.

Maar zo’n lineair narratief, hoe romantisch, krachtig en aantrekkelijk ook, zou onrecht doen aan vele mensen. Aan het complexe weefsel en de immense rijkdom van de zeer diverse pan-Afrikaanse beweging, het moeizame dekolonisatieproces en de veelvormige strijd voor onafhankelijkheid in Afrika en de diaspora.

Zoals vele andere bewegingen is het pan-Afrikanisme in al zijn diversiteit het resultaat van machtsverhoudingen op verschillende niveaus, van duizenden onhoorbare stemmen en vluchtige contacten, van betekenisvolle internationale ontmoetingen en soms pijnlijke interne confrontaties. Kort gezegd: van een geschiedenis die vele malen gelaagder en complexer is dan de iconische figuren of beelden die in ons collectieve geheugen gegrift staan.

Zelfs in de tijd van Paulette Nardal al bestudeerden sociologen de mechanismen achter dit selectieve collectieve geheugen. Maurice Halbwachs, een Frans socioloog, ontwikkelde zijn theorie over het collectieve geheugen in de jaren ‘20 van de twintigste eeuw. In deze periode introduceerde hij het begrip ‘mémoire collective’ en publiceerde hij zijn belangrijkste werk Les cadres sociaux de la mémoire.

Daarin legde hij uit dat het collectieve geheugen – en de manier waarop een samenleving zich haar verleden herinnert – niet neutraal is. Men selecteert actief wat men wil onthouden en wat men liever vergeet.

Rol van de klassieke media

De keuze wie vergeten wordt en wie herinnerd, hangt vaak af van zij die de meeste macht bezitten. In de tijd van Paulette Nardal was dat de mannelijke elite, vandaag zijn dat diegenen die beslissen wat belangrijk is op redacties of in de academische wereld.

In het hedendaagse landschap spelen de media een sleutelrol in dit selectieproces. Zij vertellen dagelijks het verhaal, bepalen welke onderwerpen, personen en gebeurtenissen in de schijnwerpers komen te staan. Wanneer de media vooral praten over bekende grote figuren of verhalen die de dominante groep in een positief daglicht stellen, dragen ze eraan bij dat de positieve bijdragen van minderheden vergeten blijven.

Een recent voorbeeld: aan de KU Leuven werden in november vorig jaar vijf erepenningen uitgereikt, waarvan vier aan personen afkomstig uit minderheidsgroepen, in het kader van 60 jaar migratie. Alle vijf hadden ze deze belangrijke onderscheiding terecht verdiend door hun inzet voor de mensenrechten en voor hun strijd tegen ongelijkheden, waarbij sommigen van hen al veertig jaar actief waren.

De vijf laureaten waren Selamet Belkiran, Mohamed Chakkar, Els Hertogen, Ayshe Icci en Najat Saadoune. De klassieke media berichtten uitgebreid over deze uitreiking, maar vermeldden niet of nauwelijks – bewust of onbewust – de vier laureaten uit minderheidsgroepen.

Onzichtbare pioniers in België

Er zijn ook in ons land talloze voorbeelden van onzichtbare pioniers. Bijvoorbeeld Fatima Bali, de eerste verkozen politica met een migratieachtergrond, of Youssef Souissi, leraar en oprichter van de Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims (VOEM).

Er zijn socioloog en antropoloog wijlen Jan Blommaert, psychotherapeute Sultan Balli en Mohamed Chakkar, opinieleider, leraar en medeoprichter van de Federatie van Marokkaanse Verenigingen en de school IQRA. Of Sadat Kaya, medeoprichter van de Unie van Turkse Verenigingen en charismatisch leider van de Turkse gemeenschap in Antwerpen, en mensenrechtenactiviste Suzanne Monkassa, lerares en internationaal erkend vrouwelijke leider. Allemaal zetten zij zich onvermoeibaar in voor mensenrechten en gelijkheid.

Denk ook aan Ibrahima Bali, de eerste Turkse arts in Antwerpen en oprichter van sociaal-culturele organisaties, en Fatima Pehlivan, de eerste Turkse verkozen vrouwelijke politica in Oost-Vlaanderen. Zij hebben in niet-evidente omstandigheden op cruciale wijze de weg vrijgemaakt voor de broodnodige zichtbaarheid van minderheden in de samenleving. Zo legden ze de fundamenten voor inclusie, waarmee ze talloze anderen hebben geïnspireerd.

Het is aan ons, in het heden, om deze rijke erfenis niet langer te negeren maar actief te herdenken en te activeren. Niet vanuit een nostalgisch verlangen naar het verleden, maar als een richtinggevend kompas voor de toekomst. Dan rijst de vraag: wie vergeten wij vandaag, en welke essentiële stemmen verdienen het dringend om opnieuw gehoord en gewaardeerd te worden?

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in