Wat de Europese Unie doet, is de bezetting draaglijk maken
Osama Al-Eissa: ‘Het Palestijnse volk kan misschien niet overwinnen, maar wordt niet verslagen’
© Osama Al-Eissa
© Osama Al-Eissa
Welke keuze heb je als Palestijn in tijden van oorlog? En in “vredestijd”? Voor de Palestijnse schrijver Osama Al-Eissa is er maar één keuze: standvastigheid, door in het land te blijven, al betekent het de dood. En dat doen de Palestijnen ook. Dat hebben ze uit hun ervaring met de bezetting geleerd, zegt hij.
‘De overwinnaar veegt zijn misdaad niet uit en de verslagene schrijft zijn verhaal niet, alleen het marmer (op de gevel van wat een centrum voor literatuur en muziek is geworden in West-Jeruzalem en waarop de naam van een Palestijnse tandarts en chirurg in het Arabisch en het Engels geschreven is, sb) vertelt een deel van het verhaal in deze stad die alleen van verhalen leeft. Jij moet ooit jouw verhaal en ons verhaal schrijven, Kafel …!’ (p .105 van De Zevende Hemel van Jeruzalem, Osama El-Eissa)
Dat laatste is precies wat Kafel - of The-lkafel, zoals hij bij zijn geboorte werd genoemd - doet in De Zevende Hemel van Jeruzalem, de roman waarvoor de Palestijnse schrijver Osama Al-Eissa (1963) genomineerd werd voor de shortlist van de Arabische Literatuur Prijs in 2024.
Samen met Kafel ontdekken we Jeruzalem, de stad van 'liefde en oorlog', zoals de auteur haar noemt, en luisteren we naar de verhalen van haar inwoners. De echte inwoners. Zij die door de eeuwen heen de ene na de andere veroveraar van overzee zagen aankomen en diens wetten opgelegd kregen, maar die zelf nooit recht van spreken hadden.
In de volumineuze roman (678 bladzijden) zijn geschiedenis en actualiteit met elkaar vervlochten, en is het persoonlijke en het plaatselijke aan het geopolitieke gebonden. Het is een boek tegen de vergetelheid, een soort weerstand tegen de vervorming van de werkelijkheid die de overwinnaar altijd aan de verslagene oplegt.
Toch is het niet de bedoeling om te documenteren, meent de auteur, maar ‘eerder een poging om wat met ons gebeurt te begrijpen’, zegt hij. Kan schrijven iets veranderen? Is het oprakelen van de verre en de meest recente geschiedenis via fictie van belang? Dat is niet de juiste vraag, want informatie over Palestina is er in overvloed, zegt hij in ons gesprek.
Vanuit het vluchtelingenkamp
Als je in de Bezette Gebieden woont zoals Al-Eissa, kan de eerste vraag niet anders zijn dan hoe de huidige toestand is, ook wanneer het gesprek over literatuur gaat. ‘Ik woon in Dheisheh, een vluchtelingenkamp vlakbij Bethlehem (dat in 1949 werd opgericht, sb). Het kamp wordt geregeld bestormd door het Israëlische leger.’
‘Er zitten momenteel meer dan zevenhonderd mensen in de gevangenis, onder wie mijn twee zonen. Ze werden vóór 7 oktober gearresteerd. We zijn erg bezorgd om de gezondheid van de jongste omdat hij een huidziekte heeft. Wij weten via een gevangene die vrijkwam dat zijn situatie verslechterd is. We proberen in contact te komen met Artsen Zonder Grenzen om hem te laten behandelen. Maar we hebben nog niets gehoord.’
‘Bethlehem is nu bijna afgesloten van de andere Palestijnse steden. De steden liggen dicht bij elkaar. Bethlehem en Jeruzalem zijn bijna één stad geworden. De koloniale macht heeft veel grondgebied aan Jeruzalem toegevoegd, en toch is het voor de meeste mensen gemakkelijker om in België te raken dan om naar Jeruzalem te gaan. En de situatie na 7 oktober is nog slechter geworden. Kolonisten vallen Palestijnen aan. Er zijn verschillende martelaars gevallen.’
Het gesprek krijgt zo met Al-Eissa’s eerste antwoord meteen een persoonlijke draai. Zijn antwoord is onverwacht, en best confronterend voor een journaliste die vanuit België het gesprek voert en meende goed geïnformeerd te zijn over de schrijver.
Schrijven over Palestina
Voor wie schrijft u en denkt u dat schrijven over Palestina iets kan veranderen?
Osama Al-Eissa: ‘Ik schrijf voor iedereen die Arabisch leest, zelfs als hij een Israëliër zou zijn. Maar ik schrijf in de eerste plaats voor mijn mensen.’
‘We schrijven omdat we onze situatie willen begrijpen. Informatie over Palestina is er in overvloed. Onderzoekers, oriëntalisten, politici en alle andere geïnteresseerden beschikken over veel data en weten heel veel over ons. De meeste VN-resoluties gaan over de Palestijnse zaak. Maar waar blijft de uitvoering ervan? Het is dus geen kwestie van informatie, maar een kwestie van houding. En ik stel vast dat de wereld over alles een houding inneemt, behalve als het om Israël gaat.’
‘Netanyahu gaat er bijvoorbeeld prat op dat hij moordpraktijken beoefent, zoals gebeurde met Hezbollah-leider Sayyed Hassan Nasrallah (die gedood werd door Israël in september 2024, red.). De Israëliërs zeggen dat ze een terrorist vermoordden en dat ze daarbij dertig kinderen hebben vermoord. Dat erkennen ze. Stel je voor dat de Franse president of gelijk welke andere president dat zou doen, wat zouden de reacties dan zijn? De wereld weet wat er gebeurt, wie zegt dat de wereld onwetend is?’
‘Wat kan een boek veranderen? Ik pretendeer niet dat schrijven iets kan veranderen. Palestina zit vol journalisten. Het vermoorden van de kinderen in Palestina is wereldwijd voorpaginanieuws. Al meer dan een jaar nu.’
Uw roman speelt zich af in Jeruzalem. U graaft in de geschiedenis en gaat op zoek naar de verborgen of verdoezelde identiteit van de stad of van wat ervan overgebleven is, zoals de Arabische naam op de gevel van een cultureel centrum. Zoekt u die plekken op om het Palestijnse collectief geheugen levend te houden? Om een stuk dat verdwenen is nieuw leven in te blazen en te documenteren voor de komende generaties?
Osama Al-Eissa: ‘Het is niet zozeer de bedoeling om te documenteren, maar we hebben wel een probleem met de locatie. Als ik naar een plek terugga waar ik een week eerder ben geweest, vind ik die plek niet meer. Er is een vernietiging van de Palestijnse ruimte bezig.’
‘In zijn Caïro-trilogie Bayn al-Qasrayn (1956), Qasr al-Shawq (1957) en Al-sukkariyya (1957) (vertaald als Palace Walk, Palace of Desire en Sugar Street, red.) schreef de Egyptische auteur Nagieb Mahfoez over eeuwenoude wijken. Als je nu naar Caïro gaat, kun je die wijken terugvinden en rondwandelen in de straten die hij beschreef. In Jeruzalem is dat niet meer mogelijk. Verandering is een constante. De nederzettingen zijn vierentwintig op vierentwintig bezig. Ze eten de bergen op, veranderen de rivieren en vernietigen de natuur.’
De zevende hemel van Jeruzalem geeft veel informatie over de geschiedenis van plaatsen en hun inwoners, de verre geschiedenis maar ook de meest recente. U hebt het over de Nakba (de massale verdrijving van de Palestijnen bij de oprichting van de staat Israël in 1948, sb) en de Naksa (de nederlaag en de bezetting van de Palestijnse gebieden in 1967), en u voorspelde dat er voor de Palestijnen nog zwarte sneeuw op komst was.
Osama Al-Eissa: ‘Dat klopt. Wat ik voorspelde is nu bezig, want tussen een opstand en een opstand is er ook een opstand. Dat hebben we vanuit onze ervaring met de bezetting geleerd. Er is een enorme druk op de Palestijnen, en de beperkingen die hen worden opgelegd zijn eindeloos. Deze situatie kan nu en dan een reactie genereren. Het is net fysica. Als er druk is, komt er ontploffing.’
‘Dat is net wat in Gaza is gebeurd. De arrogantie en de grofheid van de bezettende staat zijn onmetelijk. Ze verbieden alles. Reizen is verboden, naar het strand gaan, is verboden, cement importeren is verboden en voedsel importeren ook. Je zit vast en je mag niets. Het is normaal dat er een reactie komt.’
Verzet
U hebt ook aan het begin van uw roman meteen moeilijke kwesties op tafel gelegd, zoals verzet, overwinning en nederlaag. Een van de personages vraagt zich af of het niet beter is om zich te verzetten door in leven te blijven dan pakweg een aanslag te plegen en zelf te sterven. Wat is volgens u beter?
Osama Al-Eissa: ‘Verzet is niet iets dat je kiest. Verzet wordt bepaald door de intensiteit van de druk. Als bijvoorbeeld demonstraties vruchten zouden afwerpen, zouden de mensen demonstreren. Iets wat ze ook op verschillende momenten gedaan hebben.’
‘Maar de escalatie van de bezetting maakte dat sommige mensen hun toevlucht hebben gezocht in andere vormen van verzet. Ik kan het geen gewapende strijd noemen, want het heeft nooit dat niveau bereikt, vooral niet in de Westelijke Jordaanoever. Maar in de Gazastrook kon het verzet zich ontwikkelen, en 7 oktober vorig jaar heeft een soort aardbeving in de bezettingsstaat veroorzaakt.’
‘Verzet is een reactie, en reacties gebeuren niet altijd op de manier die wij willen en worden niet altijd gepland. Als pakweg een jongeman van twintig ziet dat zijn zus of zijn moeder vernederd wordt aan een checkpoint, zal hij misschien een mes pakken en mensen neersteken, of zal hij dat misschien niet doen. Ik zeg niet dat ik dit een goede reactie vind. Maar het is onmogelijk om iemand onder druk te zetten zonder dat er een reactie komt.’
‘Gaza heeft gekozen voor wat bij Gaza past. Ik denk niet dat het model van Gaza geschikt zou zijn voor de Westelijke Jordaanoever bijvoorbeeld. We geloven dat standvastigheid op de Westelijke Jordaanoever het meest effectief is.’
Wat bedoelt u met standvastigheid?
Osama Al-Eissa: De Palestijnen hebben uit hun eigen ervaring geleerd dat ze beter in hun eigen land blijven, ook al zouden ze vermoord worden, want ze hebben geen keuze. Ik ben de zoon van ouders die in 1948 uit een dorp nabij Jeruzalem werden verdreven en in een kamp zijn gaan wonen. Zij die toen vluchtten uit Palestina, werden misschien vermoord tijdens zwarte september (een gewapend conflict tussen de Jordaanse regering en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO in 1970, sb) of ze kregen te maken met politieke vervolging in de buurlanden.’
‘Door standvastigheid is ons volk erin geslaagd om te blijven bestaan en om een relatieve nederlaag voor het zionistische project te verwezenlijken.’
‘De bezettingsstaat probeert met alle middelen van de Palestijnen een minderheidsgroep te maken in bezet Jeruzalem. Ze hebben huizen gesloopt, identiteitspapieren ingetrokken, en plannen bedacht. Maar dat is hen niet gelukt. Van de ongeveer 1 miljoen inwoners van bezet Jeruzalem zijn er 400.000 Palestijnen.’
Ik ben ervan overtuigd dat ons volk standvastig is, ook in Gaza, ondanks alles. Het project van de verdrijving is geëindigd. De Palestijnen zullen doorgaan met standvastigheid. En we verwachten nog moeilijke tijden, want het vernietigen van de huizen, de bestormingen, de opsluiting en het vermoorden gaan voort.’
‘Het Palestijnse volk kan misschien niet overwinnen, maar wordt niet verslagen. Generatie na generatie. We zullen in Gaza na tien jaar een nieuwe generatie hebben die in opstand komt en zich verzet als de rechten van het Palestijnse volk niet worden erkend en als er geen relatief rechtvaardige oplossing komt.’
Wat is deze relatief rechtvaardige oplossing volgens u?
Osama Al-Eissa: ‘Israël erkent de VN-resoluties niet, het erkent het recht op terugkeer van de Palestijnen niet. Dat het tenminste het land dat het van ons afgepakt heeft, met ons deelt. Ze hebben het grootste deel van het grondgebied van alle steden, of het nu Ramallah is, Bethlehem, Nablus of Hebron, afgepakt en de Palestijnen in getto’s gestopt. Dat kan niet blijven duren.’
‘Twintig jaar geleden kreeg ik een Franse vriend op bezoek. We gingen met de auto een ritje doen, maar we bleven rondjes draaien. Hij zei dat het leek alsof we in een pretparkauto zaten. Dat is een probleem.’
Betekent dit dat u voor de tweestatenoplossing bent?
Osama Al-Eissa: ‘De tweestatenoplossing is in feite een leugen. We hebben de Oslo-akkoorden (vredesovereenkomst van 1993, red.) aanvaard, maar Palestina is een klein land en kan al die verdelingen niet aan.’
‘Er is bovendien een grote overlap tussen de twee volkeren. Een groot deel van de buschauffeurs in de bezettende staat bijvoorbeeld zijn Arabieren. Het is moeilijk om twee staten op te bouwen in Palestina. Die oplossing kan niet een minimum aan gerechtigheid verzekeren voor de Palestijnen.’
‘Zelfs in de bezettende staat is er discriminatie. In feite is Israël een racistische staat. Noem me één ander land in de wereld dat de nationaliteit toekent op basis van religie? Een jood waar dan ook in de wereld krijgt de Israëlische nationaliteit vanaf het moment dat hij voet zet op het vliegveld. Dat is buiten de geschiedenis, buiten de evolutie. Dit kan niet blijven duren.’
‘De Palestijn wordt niet verslagen’
U zegt dat het zionistische project gedoemd is om te mislukken. Toch zien we dat de Gazanen met alle middelen de hel van de genocidale oorlog willen ontvluchten.
Osama Al-Eissa: ‘Het zionistische project heeft geen toekomst, maar Palestina is een humanitair bevrijdingsproject. Spijtig genoeg lijkt er een besluit te zijn in de wereld dat de Palestijnen niet mogen overwinnen. Wat zeker is, is dat de Palestijn niet verslagen wordt.’
‘Ver van het idee van de terugkeer naar het Beloofde Land en dat soort slogans, die geen plaats hebben in de wetenschappelijke analyse, is dit een klassieke traditionele kolonisatie. En ook de laatste kolonisatie, dat bestaat niet meer in onze tijd. Want wat wil de staat Israël? Ze wil Palestina blijven bezetten en het aantal calorieën bepalen dat Gaza binnen mag?’
‘Tot wanneer kan deze situatie blijven doorgaan? We hebben gezien hoe de koloniale staten gehandeld hebben met hun oude kolonies. We zagen hoe ze tot akkoorden kwamen, afgezien van de vraag of die rechtvaardig waren of niet, maar er kwam een soort politieke onafhankelijkheid.’
Na 7 oktober lijkt die relatieve gerechtigheid voor de Palestijnen nog verder weg dan ooit. Ondertussen hebben veel Arabische landen hun relaties met Israël genormaliseerd.
Osama Al-Eissa: ‘Ook de PLO (Palestijnse bevrijdingsorganisatie, sb) heeft een overeenkomst met Israël afgesloten. Maar Israël heeft deze kans niet gegrepen. Het normaliseert, maar gaat verder met onderdrukken en moorden.’
‘Deze normalisering ontmaskert in feite de aard van de bezettingsstaat. Want wanneer Israël zijn relaties met een land normaliseert, begint het na te denken over hoe het van dat land kan profiteren en aan zijn rijkdommen kan komen. Het zegt aan die landen: ik ga jullie beschermen, geef ons jullie rijkdommen. Daarom was de normalisering geen succes.’
Heidenen, joden, christenen, moslims
In uw roman is de interactie tussen Palestijnse moslims en christenen heel groot. Hoe belangrijk is dat onderwerp?
Osama Al-Eissa: ‘De Palestijnse christenen en de Palestijnse moslims zijn één volk. En dat is geen mediapraatje. Als de Palestijnen van religie veranderen of een nieuwe religie omarmen, doen ze dat op hun eigen voorwaarden. Als heidenen werden ze joden onder hun heidense voorwaarden. Hetzelfde gebeurde toen ze christen en moslim werden. Ook nu: de Palestijnse moslims hebben veel christelijke tradities en zelfs heidense tradities. Maar ze weten dat niet.’
‘Dat is het geheim van de volkeren en de sluwheid van de geschiedenis. Volkeren overwinnen de veroveraars door de voortzetting van hun tradities en hun gewoontes. Daarom zie je dat de moslim in Palestina anders is dan de moslim in pakweg Saudi-Arabië of in Iran.’
Zijn de Palestijnen van nu dan de joden van toen?
Osama Al-Eissa: ‘Volgens sommige zionistische beweringen zouden bepaalde bedoeïenenstammen oude joden zijn. Maar zelfs dat heeft ons volk niet beschermd tegen de zionistische aanval.’
‘Kijk, dit is een kolonialistische bezetting. Religie is hier niet van belang. Kijk maar hoe de joden uit het Midden-Oosten in Israël gediscrimineerd worden. De Iraakse jood wordt gediscrimineerd ten opzichte van de joodse Marokkaan. Hij wordt gezien als minderwaardig. De Falashajoden komen in een andere categorie terecht. Dit is een racistische maatschappij. Het is een koloniale maatschappij, een klassenmaatschappij zoals elke andere kolonisatie in de wereld dat is.’
‘De ideologische claims waren misschien van belang of hadden misschien nut bij het begin van de oprichting van de bezettingsstaat, maar dat is nu niet meer het geval. De ideologie is niet meer doorslaggevend. Niet de religie, niet de hemel en niet de rabbijnen. Wat wel doorslaggevend is, is de drone. Het is nu de macht die spreekt.’
Schrijver Osama Al-Eissa: ‘Als ik Israëliër zou zijn, zou ik nooit aanvaarden wat er in Gaza gebeurt, wie daar ook woont. Ik zou op straat komen tegen al dat moorden.’
© Osama Al-Eissa
Van alle kanten belegerd
In uw boek schrijft u dat de Palestijnen vanaf het begin zich verzet hebben, en dat er niet alleen verzet was maar ook overwinningen. Waarom vindt u het belangrijk om dit te vermelden?
Osama Al-Eissa: ‘Natuurlijk, wij Palestijnen hebben ons vanaf het begin verzet, maar de omstandigheden helpen niet. De buurlanden werken samen met de bezetting. Er is samenwerking op het vlak van veiligheid en er is inlichtingenuitwisseling met de Arabische landen. De Palestijn wordt van alle kanten belegerd.’
‘De Europese landen van hun kant zijn bereid om de straten voor de Palestijnen te effenen en de kost van de bezetting te dragen.’
‘Mijn dorp, dat in 1948 werd bezet, ligt met de bus op een half uur afstand van het kamp. Ik heb daar mijn grond, maar de bezettende staat dat niet. Ondanks dit alles hebben we de Oslo-akkoorden aanvaard. Maar zelfs het kapitalistische Westen erkent de individuele rechten en het recht van eigendom niet. Er kwamen kolonisten en die pakten dat af. Waar is de bescherming van eigendommen? Welk land berecht tieners? Het kapitalisme beschermt zijn eigen wetten niet.’
Wat Europa doet, is de bezetting draaglijk maken voor de Palestijnen, zegt u?
Osama Al-Eissa: ‘Precies. En het lachwekkende is dat er feministische organisaties naar ons komen om over gelijkheid tussen mannen en vrouwen te praten, maar ze zijn niet bereid om je deel in water te verhogen of om je te laten bouwen. Volgens internationale statistieken heeft een Israëliër recht op 500 liter water per dag, terwijl de Palestijns niet meer dan 20 liter heeft. Onze steden zijn overbevolkt. Onze straten worden niet beter en zitten vol auto's. Dat komt omdat er geen grond is. Het is voor de Palestijn verboden om te bouwen. Het is verboden om een put in je eigen grond te graven.’
Hoelang kan deze situatie nog duren? Als er geen operationele oplossingen komen, die mensen toelaten om te bouwen bijvoorbeeld en die hen de vrijheid geven om tussen de steden te bewegen zodat er tenminste een verademing is, dan blijven we zitten met een groot probleem.’
U vertelt in uw roman ook het verhaal van die linkse Israëliër die met de Palestijnen wilde samenwerken om een sterke tegenhanger van de politieke rechterzijde op te bouwen. Hoe zit het nu op dat vlak?
Osama Al-Eissa: ‘In de jaren '80 was er een politieke linkerzijde in Israël en we onderhielden betrekkingen met die linkerzijde. Maar nu is er geen links meer in Israël. Er is een neiging naar fascisme. Dit is de arrogantie van de macht. De Israëliërs hebben Egypte verslagen, het Iraakse leger is afgemaakt en het Syrische leger ook. Zelfs met de arbeidspartij die door en door zionistisch is en links in de vorm, is het gedaan.’
‘Als ik Israëliër zou zijn, zou ik nooit aanvaarden wat er in Gaza gebeurt - wie daar ook woont. Ik zou op straat komen tegen al dat moorden. Maar in Israël gaat men de straat alleen op voor de ontvoerden. De stemmen binnen Israël die voor de rechten van de Palestijnen spreken, zijn heel zeldzaam en geïsoleerd. We horen hen niet.’ (lees verder onder de foto)
Wat zijn de beschuldigingen die tegen uw zonen zijn gericht?
Osama Al-Eissa: ‘Mijn zoon Basel is administratief aangehouden, zonder enige beschuldiging. Hij wordt zelfs niet voor de rechter gebracht. En als de advocaat inzage in het dossier vraagt, wordt hem gezegd dat dit een geheim dossier is. Basel is 29 en heeft sinds zijn veertiende verschillende periodes in de gevangenis gezeten. Dat zou in totaal zo'n tien jaar zijn.’
‘Voor mijn jongste zoon Jamal (24) wordt er gezocht naar een beschuldiging. Hij werd in het verleden van studentenactivisme beschuldigd en werd daarvoor berecht. Hij is niet meer actief en heeft nog een jaar te studeren.’
‘Toch zullen ze voor hem een beschuldiging bedenken. Dat is hun beleid, het gras voor de voeten wegmaaien door tieners op te pakken en hen administratief twee of drie jaar op te sluiten. Ze worden vrijgelaten om hen zes maanden later weer te arresteren en voorwaardelijk op te sluiten. Een gekende strategie. Zelfs de Israëlische media praten daarover.’
Vicieuze cirkel
Hoe ziet u de situatie evolueren?
Osama Al-Eissa: ‘Ik heb een groot vertrouwen in ons volk. Er kunnen geen oplossingen komen van buiten uit. Wij kunnen op niemand rekenen. We kunnen alleen op de standvastigheid van ons volk rekenen en elkaar steunen. Sinds 7 oktober hebben we veel problemen, er is veel werkloosheid, maar er is bijvoorbeeld geen diefstal. Dat komt omdat er een groot netwerk van familiale en sociale steun en solidariteit aanwezig is. Ondanks de gewelddadige en inhumane reactie van Israël op 7 oktober wordt er niet geklaagd.’
Zijn de mensen dan niet boos op Hamas?
Osama Al-Eissa: ‘Mocht Al-Sinwar (de leider van Hamas, die op 16 oktober in Rafah werd vermoord, sb) me geraadpleegd hebben, zou ik misschien geadviseerd hebben om de actie van 7 oktober niet te ondernemen. Maar wat gebeurde moest gebeuren. Dit is een reactie.’
‘Nu zitten er veel Palestijnen in Israëlische gevangenissen. Een van de oorzaken van de huidziektes van de gevangenen is het tekort aan suiker. Tienduizend gevangenen leven in echte honger. Als ze uit de gevangenis komen, zijn ze twintig tot veertig kilo magerder en zijn ze onherkenbaar. Hoe zal hun reactie zijn eenmaal buiten? Er zullen zeker reacties komen. Als zij het niet zijn, dan worden het hun kinderen. Wij zitten in een vicieuze cirkel.’
Osama Al-Eissa: ‘Het is niet de Palestijn die verantwoordelijk is voor de tragedie. De verantwoordelijke is de bezettende overheid, die voor niemand goed wil. Nu spreken ze over een nieuw Midden-Oosten. We staan voor een bizarre persoonlijkheid: Netanyahu wil regeringen en grenzen veranderen en dat zegt hij ook. Waar zijn de Verenigde Naties? Waar zijn de rechten van de staten? Dit is grootheidswaanzin. Dit zal averechts werken op de bezettende staat.’
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in