Zomerreeks: Samenloop van Omstandigheden
Nadia Nsayi: ‘Afrikanen zijn geen eeuwige slachtoffers die de geschiedenis ondergaan’

Ze is een kleindochter van de kolonisatie, maar Nadia Nsayi omschrijft zichzelf liever als ‘dochter van dekolonisatie’.
© Chris Bryssinck

Ze is een kleindochter van de kolonisatie, maar Nadia Nsayi omschrijft zichzelf liever als ‘dochter van dekolonisatie’.
© Chris Bryssinck
Ze is een kleindochter van de kolonisatie, maar Nadia Nsayi omschrijft zichzelf liever als ‘dochter van dekolonisatie’. Zijn we niet allemaal kinderen van het verleden, met al zijn geweld en onrecht? En hoe kunnen we van een toekomst dromen terwijl we in de modder van het heden staan? Een lunchgesprek dat balanceert tussen wit en zwart, verleden en toekomst, verantwoordelijkheid en eenzaamheid.
We kozen restaurant Samenloop als locatie voor deze reeks zomerinterviews. Niet enkel om het lekkere eten, de zalige ruimte en de ligging in het centrum van Antwerpen. Het ging ons vooral om de medewerkers die uit alle windstreken komen en de kansen die ze hier krijgen.
Maar voor auteur en politicologe Nadia Nsayi zorgt de plek meteen voor herkenning en emotie, want haar moeder ging aan de slag in de horeca toen ze in België kwamen wonen. Het feit dat in de keuken en in de zaal van Samenloop zoveel mensen van kleur werken, roept meteen een wereld van migratie, verlies en veerkracht op.
Bovendien staat ons tafeltje vlak bij de Bordendrager, het beeld van Philip Aguirre y Otegui dat de historische ruimte van het Maagdenhuis extra invulling geeft. Het is een uitdrukkelijk eerbetoon aan de meestal onzichtbare horecawerkers – zoals Nadia’s moeder – die in de schaduw van de sterrenchefs werken. Bovendien maakte hij het beeld in 2010 op uitnodiging van Koyo Kouoh, de Senegalees-Zwitserse curator die in 2026 de Biënnale van Venetië zou leiden maar dit jaar onverwacht overleed.
‘De samenleving draait niet dankzij de zichtbare, bekende mensen maar dankzij de onzichtbare medewerkers.’
Kijk je anders naar het beeld als je dat alles weet?, vraag ik.
Nadia Nsayi: ‘Uiteraard. Daarom zou het ook goed zijn om er een korte tekst bij te plaatsen, want anders kunnen de restaurantgasten het niet begrijpen. Terwijl de boodschap juist zo krachtig is: de samenleving draait niet dankzij de zichtbare, bekende mensen maar dankzij de onzichtbare medewerkers. En niet alleen in de horeca. Voor mij is dat extra gevoelig omdat mijn achtergrond eerder bij de bordendragers ligt dan bij de sterren.’
‘Het doet me trouwens denken aan het Monument voor de Gastarbeider dat in 2013 in Rotterdam opgericht werd. Waarom hebben wij dat hier in België niet? Zelfs niet in Antwerpen of Genk?’

Ons tafeltje staat vlak bij de Bordendrager, het beeld van Philip Aguirre y Otegui dat de historische ruimte van het Maagdenhuis extra invulling geeft.
© Chris Bryssinck
Veel antiracistische acties focussen op beelden en woorden. Waarom?
Nadia Nsayi: ‘Wie de koloniale geschiedenis kent, weet hoe beelden, musea, woorden en taal racisme uitdrukken en doorgeven. Maar veel mensen kennen die geschiedenis niet of onvoldoende, voor hen zijn die symbolen dus niet problematisch.’
‘Dat is meteen de verdienste van de debatten die we de voorbije jaren gevoerd hebben: door vragen te stellen bij vanzelfsprekende symbolen, kunnen de onderliggende betekenissen ook gecontesteerd worden.’
Toen het AfricaMuseum in Tervuren heropende eind 2018, werden de meest aanstootgevende beelden samengezet in een soort strafkamer. Die is intussen verdwenen.
Nadia Nsayi: ‘Klopt. De idee om de meest stigmatiserende of onaanvaardbare beelden uit de zalen te halen en te verzamelen in een aparte ruimte was ook geen geslaagd opzet. Om te beginnen passeerde je die ruimte nog voor je het museum en de vaste tentoonstelling bereikte. Bovendien werd niet duidelijk of, hoe en waarom het museum afstand wou nemen van die koloniale beelden.’
‘Maar ik betreur wel dat ze nu gewoon onzichtbaar zijn, want ook die beelden zijn getuigen. Momenteel zoekt het museum uit hoe die beelden, en dus het gruwelijke verleden waarover zij vertellen, op een correcte en educatieve manier opnieuw een plek kunnen krijgen.’
Herinneringen aan Congo
Geschiedenis verdeelt het verleden in periodes. Welk jaar is het scharnierjaar van uw verleden?
Nadia Nsayi: ‘1989. Het jaar dat ik als vijfjarige samen met mijn Congolese moeder, een jonge weduwe, naar België ben gekomen.’
‘Ook politiek was 1989 een belangrijk jaar, omdat met de val van de Berlijnse Muur dictators zoals de Congolese president Mobutu hun belang voor het Westen verloren, en dus ook de steun waarmee ze aan de macht bleven. Tegelijk wonnen middenveldorganisaties op veel plaatsen aan belang en kracht en gingen ze de misstanden luider aanklagen. De westerse druk om te democratiseren betekende de doodsteek voor Mobutu en anderen.’
Hoeveel weet u nog van uw kindertijd in Kinshasa?
Nadia Nsayi: ‘Wat me vroeger en nog steeds aan Congo doet denken, is de geur van het eten, de muziek en het geluid van mijn moedertaal, Lingala. Maar eigenlijk heb ik lang geen herinneringen gehad aan die tijd, buiten een vaag beeld van het huis en het binnenhof in onze wijk Mahenge, Kinshasa, waarrond de grootfamilie woonde.’
‘Wat oorspronkelijk omgeven was met heel wat opwinding, “we gaan naar Europa!”, is achteraf toch een trauma geweest, denk ik. Een breuk die ook veel verlies met zich meebracht. De echte herinneringen zijn pas teruggekomen toen ik in 2003 voor het eerst, samen met mijn moeder, ben teruggegaan. Die reis heeft tegelijk mijn politiek bewustzijn getriggerd, ook al was het een louter familiaal bezoek.’
U vertelde ooit hoe pijnlijk het is om u te verdiepen in de koloniale geschiedenis van Congo.
Nadia Nsayi: ‘De algemene geschiedenis van België interesseerde me en kon ik met droge ogen lezen. Maar het luik koloniale geschiedenis van België is toch een ander paar mouwen, omdat ik ging zien wat kolonisatie echt is geweest: een geschiedenis van onrecht, onderdrukking en pijn.’
‘De wreedheid van het beleid en de pure terreur tegenover de bevolking kan ik niet lezen alsof ik er niets mee te maken heb.’
‘En bovendien besefte ik dat die geschiedenis ook mijn eigen verhaal is. De hoofdstukken in Zana Etambala’s boek Congo 1876-1914. Veroverd, bezet, gekoloniseerd over de Evenaarsprovincie gaan bijvoorbeeld over de streek waarvan mijn opa aan moederskant afkomstig was. De wreedheid van het beleid en de pure terreur tegenover de bevolking kan ik niet lezen alsof ik er niets mee te maken heb.’

‘De algemene geschiedenis van België interesseerde me en kon ik met droge ogen lezen. Maar het luik koloniale geschiedenis van België is toch een ander paar mouwen, omdat ik ging zien wat kolonisatie echt is geweest: een geschiedenis van onrecht, onderdrukking en pijn.’
© Chris Bryssinck
Het dominante verhaal
U hebt meer verledens dan de jongeren waarmee u in Landen opgroeide?
Nadia Nsayi: ‘Dat is de positie waarin ik mij bevind, als kind van België én Congo, van onderdrukkers en onderdrukten, van kolonialen en gekoloniseerden. Gek genoeg wordt die positie soms gebruikt om mijn geloofwaardigheid in het debat in twijfel te trekken: is ze wel voldoende objectief of wetenschappelijk?’
‘Zelf bekijk ik die dubbele herkomst als een meerwaarde en een verrijking. In België is het verhaal van de kolonisatie heel lang verteld vanuit een eenzijdig Belgisch, wit en mannelijk perspectief, terwijl echte geschiedschrijving een meervoudig perspectief vraagt. Ik zie het verhaal van mijn Belgische grootvader, die als arbeidersjongen naar de kolonie vertrekt, op zoek naar een beter leven en meer kansen. En ik zie het verhaal van mijn Congolese grootmoeder die op een bepaald moment een kind krijgt met die Belgische man.’
Weet u of dat kind, uw vader, geboren werd uit een huwelijk, een verhouding of een verkrachting?
Nadia Nsayi: ‘Dat weet ik niet, en eigenlijk ben ik daar wel blij om. Er waren zowel verhalen van liefde als verhalen van seksueel geweld. Wat ik wel weet, is dat mijn Belgische grootvader zijn gemengde zoon erkend heeft als zijn kind. Dat was niet vanzelfsprekend, en het voedt mijn hoop dat het toch vooral een kind geboren uit liefde was. Al weet ik uiteraard dat er uitgesproken machtsrelaties zullen hebben gespeeld, om te beginnen tussen man en vrouw, en al zeker tussen koloniaal en gekoloniseerde. Trouwens, mijn grootmoeder was zelf al Congolees-Italiaans.’
Kan je zeggen dat geschiedenis altijd een métis is? Nooit zwart-wit, altijd met veel grijswaarden en gemengde achtergronden?
Nadia Nsayi: ‘Zo zou het moeten zijn, maar al te vaak wordt die vermenging onzichtbaar gemaakt door het dominante verhaal. Ik ben zelf ook tegen die complexiteit aangelopen bij het schrijven van Congolina. De erfenis van Nele Marian.’
‘Ik ben dat boek beginnen schrijven als eerbetoon aan een métisse die, ondanks allerlei tegenslagen, in de jaren 1930 toch een dichtbundel schreef waarin ze zich kritisch uitspreekt over de koloniale samenleving. Dat is niet niks. Maar toen ontdekte ik dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog begon te schrijven voor Terre wallonne en Cassandre, twee kranten die steun kregen van de Duitse bezetter, in ruil voor propaganda. Dat confronteerde me met het feit dat ook zwarte mensen konden kiezen voor collaboratie, zoals sommige Belgen met een migratieachtergrond vandaag voor Vlaams Belang stemmen.’
‘Ik ben trouwens niet bereid om Nele Marian te verontschuldigen voor die collaboratie, al zijn er wellicht omstandigheden die haar keuze verklaren. Vlamingen die collaboreerden met de nazi’s kunnen ook rekenen op mijn kritiek.’
Het gemengde karakter van de geschiedenis wordt soms ook ontkend door de prekoloniale periode te romantiseren. Was dat ook niet wat Mobutu deed met zijn hele authenticité en Zaïrisering?
Nadia Nsayi: ‘Het verleden hoeft voor mij niet mooi te zijn, het moet wel zo volledig mogelijk zijn. Daarom is het echt wel van belang dat de geschiedenis van Congo niet begint met kolonisering, maar met de eeuwen die daaraan voorafgingen. Dat doorbreekt het eurocentrisch perspectief waaronder geschiedenis nog te vaak gebukt gaat, maar dat hoeft niet uit te lopen op romantisering.’
‘Er waren oorlogen, ongelijkheid en zelfs slavenhandel voordat de Europeanen hun koloniale project begonnen. Ook dat is deel van ons verleden. Dat erkennen maakt het koloniale geweld niet minder brutaal. Eigenlijk komt het neer op het erkennen van Afrikanen als volwaardige actoren, als mensen met goede en kwade kanten. Of anders gezegd: we mogen Afrikanen niet herleiden tot eeuwige slachtoffers die de geschiedenis ondergaan.’
‘De menselijke waardigheid van Afrikanen respecteren houdt inderdaad de erkenning in van hun agency, hun eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheid om keuzes te maken. En die verantwoordelijkheid is groot. De mislukking van de onafhankelijkheidsdroom is de verantwoordelijkheid van westerse én Afrikaanse, postkoloniale leiders. Mobutu was een Congolese Leopold II.’
Veel mensen hebben een afkeer van geschiedenis. Ze verkiezen hun zelfgebouwde mythes.
Nadia Nsayi: ‘Het klopt in elk geval dat er veel mensen zijn die schrik hebben van de geschiedenis.’
‘Ik ben jaren actief geweest met het politieke en sociale heden van Congo, als beleidsmedewerkster van Broederlijk Delen en Pax Christi. Toen ik de keuze maakte om meer klemtoon te leggen op het koloniale verleden van België, leverde dat mij veel meer tegenstanders op. Wellicht heeft dat te maken met het gemak waarmee Belgen afstand nemen van de Congolese actualiteit, terwijl dat onmogelijk is als het over de koloniale geschiedenis van België gaat.’
‘Wie heeft er schrik van de geschiedenis? Degenen die het vroegere verhaal van de Belgische beschavingspolitiek geschreven hebben wellicht, want hun verhaal is niet bestand tegen de feiten.’
‘Een verleden dat meerstemmiger en vollediger verteld wordt, kan op termijn ook leiden tot meer rechtvaardigheid.’
‘Hetzelfde geldt vooral wie zijn macht of privilege te danken heeft aan dat oude historische narratief. Als de wetenschap bijvoorbeeld aantoont dat er geen raciale verschillen bestaan tussen mensen, vervalt het racistische perspectief dat witte mensen bovenaan en zwarte mensen onderaan plaatste. Dat blijkt bedreigend te zijn voor wie vasthoudt aan zijn superioriteitsgevoel.’
‘Een verleden dat meerstemmiger en vollediger verteld wordt, kan op termijn ook leiden tot meer rechtvaardigheid. Daarvoor moeten we op korte termijn wellicht door veel woede en onbegrip, want mensen houden van het verleden zoals ze dat vroeger geleerd hebben, zeker als hen dat voordelen en zelfwaarde gaf.’
Niet bang van botsen
De vraag of Zwarte Pietacties nodig waren of net nodeloos polariseerden, is inderdaad dikwijls gesteld.
Nadia Nsayi: ‘Dat is een interessant voorbeeld. Zwarte Piet is een symbooldossier dat toont hoe we in een diverse en multiculturele samenleving omgaan met onderwerpen die schuren. In onze steden zijn botsingen en polarisatie niet uit te sluiten, en ik ben daar ook niet echt bang van. Het probleem ontstaat pas als we weigeren met elkaar in gesprek te gaan en naar elkaar te luisteren.’
‘Als burgemeester heeft Bart De Wever (N-VA, red.) tijdens een ontmoeting met de Congolese gemeenschap gezegd dat hij geen enkel probleem had om naar roetpieten over te schakelen toen hij begreep wat Zwarte Piet bij sommige mensen losmaakt. De strijd heeft dus een inclusiever feest als resultaat opgeleverd. Ik heb respect voor degenen die deze strijd gevoerd hebben.’
Voor welk dossier bent u bereid uw nek uit te steken?
Nadia Nsayi: ‘De impact van het koloniale verleden op de samenleving vandaag. Meer specifiek op het vlak van arbeidskansen, huisvesting en onderwijs. Wie een vreemde naam en/of een donkerdere huidskleur heeft, heeft het vandaag nog altijd lastiger om een appartement te huren, de job te krijgen waarvan je droomt of de studierichting te volgen die je ligt.’
‘In juni was er nog het bezoek van de VN-experts die vaststellen dat discriminatie tegen mensen van Afrikaanse afkomst in België een systematisch probleem is. Dat racisme heeft wortels in de koloniale verhalen over wilde, luie en onbetrouwbare Afrikanen.’
Racisme wordt meestal, letterlijk, als een zwart-wit probleem voorgesteld. Maar hoe functioneert die ideologie in een superdiverse samenleving?
Nadia Nsayi: ‘Het racismedebat in België is decennia gedomineerd door mensen van Maghrebijnse of Turkse afkomst, maar de jongste jaren spreken veel meer mensen van Zwart-Afrikaanse afkomst zich uit. MO* heeft daar trouwens een belangrijke rol in gespeeld door ruimte te maken voor opinies en columns die politieke standpunten van Zwarte Belgen zichtbaar maakten.’
‘Mensen van kleur vormen geen monoliet. En zelfs binnen de Afrikaanse gemeenschap bestaat colorisme.’
‘Mensen van kleur vormen geen monoliet. Er is racisme van Noord-Afrikaanse of Arabische migranten tegenover mensen van Sub-Saharaanse afkomst, en zelfs binnen de Afrikaanse gemeenschap bestaat colorisme: wie een lichtere huidskleur heeft wordt makkelijker gewaardeerd dan wie een donkere huidskleur heeft. En binnen de zwarte gemeenschap is zeker ook islamofobie aanwezig.’
‘Dat debat onder mensen van kleur wordt niet op het publieke forum gevoerd, omdat het verdeeldheid zou creëren terwijl we samenwerking nodig hebben om de dominante, witte samenleving te veranderen. Maar in het kader van de Black Lives Matter-protesten vijf jaar geleden is daar tijd aan besteed. Dat onderlinge gesprek is nodig en nuttig, en alleen op basis daarvan kan de gemeenschappelijkheid blijven bestaan.’
Dromen
Over naar de toekomst. De Congolese choreograaf Faustin Linyekula zei tijdens een gesprek in Kinshasa: ‘De Congolezen leven te midden van de fysieke en mentale ruïnes, maar we moeten blijven dromen, ook al staan we tot aan onze knieën in de stront. Natuurlijk is het belangrijk dat iedereen, eindelijk, weer genoeg te eten zou hebben. Maar we moeten meer durven verwachten. En dus is kunst, verontrustende kunst, meer dan ooit noodzakelijk.’
Nadia Nsayi: ‘Ik ben een kunstliefhebber, en toevallig is een van de sterkste voorstellingen die ik ooit zag van de hand van Faustin: More More More Future. Dat was zijn antwoord op het nihilisme van de punk en hun No Future, wat de Congolees zich niet kan permitteren, gecombineerd met de Congolese dansmuziek, de ndombolo.’
‘Dus ja, ik geloof in de kracht van film, muziek en literatuur om mensen wakker te schudden. Maar ook om hen schoonheid te laten ervaren, en inderdaad: om ons te laten dromen. Een van mijn lievelingscitaten is: Vivre c’est rêver, et rêver c’est vivre. Elke mens moet dromen, en kunstenaars kunnen ons daarbij helpen.’
Welke dromen leven er in de Afrikaanse gemeenschap in België?
Nadia Nsayi: ‘Dat hangt heel erg af van de generatie. Mijn moeder en haar leeftijdsgenoten van de eerste generatie hebben het dromen zowat opgegeven, vrees ik. Zij hebben zich opgeofferd voor hun kinderen. Daarvoor hebben ze alles achtergelaten: hun land, hun familie, hun taal, hun vertrouwde omgeving.’
‘Binnen mijn generatie is de grote droom dat wie hier geboren is, hier ook een waardig leven kan opbouwen. Huisje-tuintje-kindje, net als de meeste mensen zeker?’
U bent haar droom, en van waar u nu staat had zij misschien niet eens durven dromen.
Nadia Nsayi: ‘Dat is misschien wel zo. De eerste generatie vond de beperkingen ook gewoner.’
‘Zelf wil ik liever groter dromen, voorbij mijn eigen toekomst. Binnen mijn generatie van Belgische Congolezen is de grote droom dat wie hier geboren is, hier ook een waardig leven kan opbouwen, zonder racisme, met een goed baan, een gezin en een fijne plek om te wonen. Huisje-tuintje-kindje, net als de meeste mensen zeker?’
‘De Congolezen zijn op dit moment, in België, nog niet toe aan grote maatschappelijke eisen of aan het uitbouwen van eigen drukkingsmiddelen. Daarvoor ontbreekt het nog aan voldoende stabiliteit, ook al is er een grote groep hoogopgeleiden.’
‘Bovendien is de Congolese gemeenschap communautair verdeeld. De Vlaamse Congolezen en de Franstalige Congolezen kennen elkaar vaak niet, hun organisaties werken niet samen, ze spreken niet altijd elkaars taal en dat maakt het heel erg moeilijk om samen iets op te bouwen.’
En waarvan dromen de Congolezen in de Democratische Republiek Congo?
Nadia Nsayi: ‘Op dit moment: van vrede. En dan gebruik ik vrede zoals Pax Christi dat woord gebruikt, in ruime zin: een land met voldoende stabiliteit, waar gewapend conflict afwezig is, waar een vorm van democratie heerst, waar mensenrechten bepleit worden en waar voldoende welvaart is.’
‘Maar dat alles is voor veel mensen een verre droom, en de bereikbaarheid daarvan gaat eerder achteruit. Mensen blijven nood hebben aan buitenlandse steun voor gezondheidszorg en onderwijs, dat is toch niet normaal?’
Loïc de Cannière schreef Afrika. Een gedroomde toekomst en MO*journalist John Vandaele publiceerde onlangs Kan Congo de wereld redden? Twee boeken die argumenteren dat investeren en tewerkstelling creëren de weg naar de toekomst openen voor Afrika, en daardoor ook voor Europa.
Nadia Nsayi: ‘Uiteraard, maar net zoals ik prekoloniaal Afrika niet wil romantiseren, ben ik terughoudend als Afrika het continent van de toekomst genoemd wordt.‘
‘Natuurlijk kijkt Europa naar Afrika als het oplossingen zoekt voor zijn grote uitdagingen zoals migratie, klimaat of handel. Maar hoe bouw je toekomst als de staat ontbreekt, zoals in Congo? Congo hééft een enorm potentieel, zowel qua mensen, ondergrond als grondgebied, maar niet zonder bestuur dat fatsoenlijk functioneert, niet zonder mensenrechten en democratie.’
‘De actuele puinhoop in Congo heeft veel oorzaken. Het koloniale verleden, de postkoloniale inmenging van België en de VS, de moord op Lumumba, drie decennia steun aan Mobutu, het internationale gebrek aan daadkracht om de oorlog in Oost-Congo te stoppen, de blijvende samenwerking met corrupte regeringen: het draagt allemaal bij tot de impasse in Congo.’
‘Ik blijf de dekoloniale eisen en aandachtspunten herhalen, tot de samenleving luistert. Uiteindelijk is de onafhankelijkheid van Congo er ook niet zonder strijd gekomen.’
‘De Congolese regering draagt een verpletterende verantwoordelijkheid, maar Congo is vandaag niet alleen een zaak van de Congolezen, het is een verantwoordelijkheid van de wereld. Waarom roept minister Prévot (minister van Ontwikkelingssamenwerking, Les Engagés, red.) geen internationale Congo-conferentie samen in Brussel?’
De bescheiden poging van België om een standpunt in te nemen over het geweld in Oost-Congo leverde vanwege de Rwandese president Kagame meteen het harde verwijt van koloniale interventie op.
Nadia Nsayi: ‘Afrikaanse leiders wéten dat het koloniale verwijt de Europese landen op een gevoelige plek raakt. Maar een professionele diplomatie mag zich daardoor toch niet laten verlammen? De feiten zijn duidelijk: Rwanda schendt de territoriale integriteit van Congo.’
‘België hoeft dan nog niet de kant van de Congolese regering te kiezen, want die is deel van het probleem, maar kan zich wel uitspreken over de internationale onwettelijkheid van het Rwandese optreden.’
Om het rondje toekomstdromen rond te maken: wat is de toekomst van Nadia Nsayi?
Nadia Nsayi: ‘Ik hoop vooral dat ik de kracht en de veerkracht blijf vinden voor mijn engagement. Dat is niet evident, want de tegenkantingen vragen toch wel extra energie en mentale weerbaarheid.’
‘Ik hoorde Angela Davis (zwarte filosofe en schrijfster uit de VS, red.) ooit zeggen dat de strijd voor rechtvaardigheid best vermoeiend is, maar dat we niet anders kunnen dan volhouden. Dat is mijn ervaring van de voorbije vijf jaar: ik blijf de dekoloniale eisen en aandachtspunten herhalen, tot de samenleving luistert. Uiteindelijk is de onafhankelijkheid van Congo er ook niet zonder strijd gekomen.’
‘Daarnaast wens ik mezelf een intieme kring die me de nodige zuurstof geeft. Ik heb de voorbije jaren belangrijke mensen verloren, waaronder mijn grote zus. Op zo’n moment ervaar je hoe belangrijk de relaties in je privéleven zijn om je maatschappelijke strijd vol te houden.’
‘Ten slotte hoop ik op voldoende bondgenoten. Ik voer de strijd in de witte samenleving waarin ik terechtgekomen ben en dat levert altijd momenten van eenzaamheid op. Des te groter is het belang van bondgenoten die aan je kant blijven staan op moeilijke momenten.’
‘Zoals begin dit jaar toen ik mijn kritische column over het AfricaMuseum publiceerde. Dat soort scherpere standpunten helpt ook om te zien wie echt bondgenoot is, en wie uit opportunisme aan je kant stond. Ik kan het niet alleen, en ik kijk daarvoor ook niet enkel naar mensen uit de Afrikaanse gemeenschap.’
‘Mentale kracht, liefde en bondgenoten. Dat is mijn persoonlijke toekomstdroom.’

© Chris Bryssinck
Zomerreeks: Samenloop van Omstandigheden
Deze zomer boekte MO* viermaal een tafeltje in Restaurant Samenloop. We nodigden vier bijzondere denkers uit voor een filosofisch gesprek.
In de refter van het Antwerpse Maagdenhuis staat een wit beeld tegen een blauwe muur. Het werk van de Antwerpse kunstenaar Philip Aguirre y Otegui heet Bordendrager. Het dateert van 2010 en dit schrijft de kunstenaar er zelf over: ‘Het was een periode waarin wereldwijd culinaire topchefs de status en adoratie van rocksterren kregen. Tegelijkertijd lopen achter de schermen tientallen slechtbetaalde en dikwijls illegale hulpjes en plongeurs rond. Ik wou dus een monument voor die anonieme werkkrachten maken.’
De refter is vandaag omgebouwd tot Restaurant Samenloop. Het restaurant is eigenlijk een opleidingsplek voor asielzoekers, recente migranten en andere mensen die maar moeilijk over de drempels van de arbeidsmarkt raken. Het beeld van Aguirre is een ode aan hen, met dat verschil: ze worden niet uitgebuit en uit zicht gehouden, maar staan centraal en leren vaardigheden die hen helpen op eigen benen te staan in de competitieve wereld waarin ze zijn terechtgekomen.
Restaurant SAMENLOOP is een initiatief van de vzw GATAM. Meer info: https://www.samenloop.be/
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in