Moet je kinderen betrekken bij de oorlog in Gaza, en hoe dan?
‘Mama, waarom is er oorlog?’

© Tineke D’Haese

© Tineke D’Haese
Het dagelijkse leed in Gaza laat bijna niemand onberoerd, ook kinderen en jongeren niet. Op betogingen tegen de genocide zoals die van gisteren zijn ze opvallend vaak aanwezig. Wat doet dat oorlogsnieuws met kinderen en jongeren, en hoe help je hen daarmee omgaan?
Bewapend met vlaggen, zelfgemaakte borden, sjaals, trommels en andere attributen stroomt de massa de inkomhal van Brussel-Noord uit, richting IJzerplein. Het is 11 november 2023 en dit is de eerste grote betoging in Brussel tegen de oorlog in Gaza. Sommigen zijn in groepjes gekomen, anderen alleen of als koppel. Dit moest een ontmoeting met de geschiedenis zijn. De emoties zijn hoog en de verwachtingen wellicht ook, maar de sfeer is gelaten. Veel mensen zijn vergezeld van hun kinderen.
‘Mag ik een foto van de kinderen nemen?’, vraag ik een dame. ‘Ga je gang’, antwoordt ze.
De kinderen, een jongen en een meisje van lagereschoolleeftijd, maken er een spel van. Ze verbergen hun gezicht achter de papieren borden die ze met behulp van een stok omhooghouden en piepen glimlachend tevoorschijn, om zich opnieuw te verstoppen. ‘Gaza, not in my name!’, staat erop te lezen in grote letters, met onderaan de afbeelding van een stuk watermeloen, het symbool voor de Palestijnse vlag. De kinderen verdwijnen daarna met hun mama in de mensenmassa.
Talloze betogingen in Brussel en elders later is de genocidaire oorlog in Gaza niet gestopt, maar kinderen waren wel steeds van de partij op de protesten. Meelopend met hun ouders, op de schouders, in groepjes of in een kinderwagen waren ze ook prominent aanwezig op de massale Rode Lijnbetoging op zondag 15 juni.

© Tineke D’Haese
Best opvallend, vindt jeugdauteur en directeur van de participatieorganisatie LEVL, Sophia Honggokoesoemo, die zelf ook samen met haar kinderen ging betogen. ‘Er waren zelfs kinderen bij die leuzen scandeerden, waarop de volwassenen hun leuzen herhaalden’, zegt ze. ‘Het was een moment waarop zij het woord namen en hun gedachten uitspraken, en dat werd gewaardeerd. Dat vond ik sterk en heel mooi.’
Ouders nemen hun kinderen niet zomaar mee op betogingen, ze doen dat met een reden. Zo blijkt uit de gesprekken die we met een aantal onder hen voerden.
‘Betogen of geld doneren betekent dat je iets kunt doen, en dat is positief. Zo laat je kinderen zien dat je wel degelijk iets kunt betekenen.’Winny Ang (kinderpsychiater)
Voor de Gentse historica en auteur Tina De Gendt bijvoorbeeld is het vanzelfsprekend dat ze haar kinderen mee laat betogen. Zij vindt het belangrijk dat haar kinderen weten waar ze mee bezig is, én dat ze weten wat er in de wereld gebeurt. Dat ze begrijpen dat wat er in Gaza zich afspeelt ook hen aanbelangt en geen ver-van-mijn-bedshow is.
De kinderen worden ook goed geïnformeerd. Sara Vandekerckhove bijvoorbeeld, chef onderzoek bij De Morgen en moeder van drie kinderen van acht, zes en twee jaar, was aanwezig op drie betogingen.
‘Mijn kinderen waren erbij en ze weten dat er zeer ernstige dingen gebeuren in Gaza’, zegt ze. ‘Af en toe komen ze zelf met vragen. Ook over de oorlog in Oekraïne. Die van acht bijvoorbeeld stelt regelmatig vragen over die conflicten. Waarom een land een ander land binnenvalt, of waarom Israël bommen gooit op Gaza. Ze zijn dus op hun eigen manier bezig met al die zaken waar wij, volwassenen, ook mee bezig zijn. Ik vind het belangrijk dat ze weten wat er in de wereld gaande is. Daarom kijken we elke dag samen naar Karrewiet, de nieuwsuitzending voor kinderen op Ketnet’, legt de journaliste uit.
Ook Reda* (schuilnaam) uit Antwerpen neemt zijn twee kinderen mee naar betogingen, ‘tenminste als het weer het toelaat’. De fiscaal adviseur vindt het belangrijk om zijn kinderen, van acht en vier jaar oud, te informeren. ‘We praten met hen omdat het ons bezighoudt. Ze horen hun mama en mij daar vaak over spreken. We hebben thuis ook Palestijnse vlaggen en we steunen de boycotcampagne van BDS (Boycot, Divestment, Sanctions, red.). Maar het blijft kindvriendelijk: we zorgen ervoor dat ze geen schokkende beelden te zien krijgen, we leggen uit dat het conflict geen religieuze oorlog is en dat we niet tegen joden maar tegen zionisme protesteren.’

Een goed gevoel
Is het wel een goede zaak om kinderen te betrekken bij de ellende in de wereld? Is het verstandig om ze ook mee te nemen naar betogingen, of zou dat weleens een emotionele overbelasting kunnen zijn? ‘De oorlogen die nu op verschillende plekken in de wereld woeden, dringen onze huiskamers binnen en vinden hun weg naar de wereld van kinderen, of het nu via media, ouders, of vrienden in de klas is’, zegt jeugdpsychiater Winny Ang. ‘En dat wekt heel veel gevoelens op, waaronder ook veel machteloosheid.’
‘Het feit dat je een daad stelt, zoals betogen of bijvoorbeeld geld doneren, betekent dat je iets kúnt doen, en dat is positief. Zo laat je kinderen zien dat je wel degelijk iets kunt betekenen. Dat is heel belangrijk.’
‘We willen onze kinderen laten inzien dat niet iedereen het even goed heeft als zij. Maar het blijft kindvriendelijk: we zorgen er wel voor dat ze geen schokkende beelden te zien krijgen.’Reda* (ouder van twee jonge kinderen)
‘Natuurlijk gebeurt de deelname van kinderen het best onder goede omstandigheden’, zegt Ang. Ze benadrukt dat het ook belangrijk is om de informatie die via verschillende kanalen binnenkomt, goed te kaderen. Dat is een taak voor ouders, maar evengoed voor scholen. ‘Sommige scholen twijfelen om in te gaan op thema’s die de wereld nu in hun greep houden. Ze vrezen dat ze niet de expertise hebben of willen het niet erger maken voor de kinderen. Terwijl ik net geloof dat er dan ruimte gecreëerd wordt om zulke onderwerpen te benoemen en bespreekbaar te maken.’
Engagement en educatie
Deze visie sluit heel goed aan bij de benadering van journaliste Vandekerckhove. ‘Ik vind dat ik bij een betoging aan mijn kinderen moet laten zien dat er heel veel mensen zijn, “grote” mensen, die niet akkoord gaan met de genocide in Gaza en die zich daarover willen uitspreken. Dat is ook precies wat je als individu moet doen wanneer je het ergens niet mee eens bent. Ik vind het sowieso belangrijk dat kinderen van jongs af aan beseffen dat je als individu betrokken moet zijn bij de samenleving. En als er zaken zijn die mislopen of als er bepaalde rechten niet gerespecteerd worden, moet je je stem laten horen. Zelfs als het moeite kost en als het je niet persoonlijk raakt.’
Deelnemen aan protest is ook een stuk educatie en een gelegenheid om bepaalde zaken uit te leggen, zo vertellen de ouders die we spreken. ‘Het is niet omdat er oorlog is, dat alles geoorloofd is’, gaat Vandekerckhove verder. ‘Zelfs bij oorlogvoeren zijn er regels die gerespecteerd moeten worden, zeg ik dan tegen de kinderen. Men mag bijvoorbeeld geen ziekenhuizen bombarderen of burgers doden.’
Ook Reda vindt dat het betrekken van kinderen bijdraagt tot hun persoonlijke ontwikkeling: ‘We willen hen laten inzien dat niet iedereen het even goed heeft als zij. En we betrekken hen ook gewoon omdat we vinden dat wat er gebeurt erg is en dat iedereen in actie moet schieten.’
‘Maar het is ook belangrijk,’ vult kinderpsychiater Winny Ang aan, ‘om toch nog genoeg verschillende verhalen te brengen, zodat kinderen niet het gevoel krijgen dat de wereld enkel oorlog en geweld kent. Het is van belang om ook hoopvolle verhalen te brengen, zonder het al te sprookjesachtig te maken. Want zelfs in sprookjes zijn er conflicten en komt geweld voor.’

© Eric De Mildt
De kracht van verhalen
Als kinderpsychiater en kinderboekenauteur gelooft Winny Ang heel sterk in de kracht van verhalen om thema’s als oorlog te bespreken. ‘Want in boeken kan alles gebeuren’, zegt ze.
Sophia Honggokoesoemo schrijft op dit moment aan een nieuw verhaal over kinderen die zich geraakt voelen door de geopolitieke conflicten die ver weg van huis plaatsvinden. Het boek heet Een huis voor Anima en zal in het voorjaar van 2026 verschijnen. ‘Een van personages verliest een familielid in de oorlog en is heel verdrietig. Haar vriendin leeft met haar mee en wil haar troosten. Kinderen zijn heel gevoelig (woede, verdriet, teruggetrokken, …) door wat ze zien en horen. Het is een klein verhaal over verdriet, troost en hoop, waar kinderen hopelijk iets aan kunnen hebben.’
Angst en trauma
Recent onderzoek toont aan dat kinderen in Gaza en omliggende gebieden lijden aan een extreem hoog niveau van trauma. Maar ook buiten de conflictzone kan oorlogsgeweld een mentale overbelasting zijn voor kinderen en jongeren. Zo publiceerden wetenschappers in Egypte, dat grenst aan de Gazastrook, eind april de resultaten van hun onderzoek bij kinderen tussen elf en achttien jaar. Daaruit bleek dat de adolescenten symptomen vertonen van depressie, stress en angsten als gevolg van blootstelling aan beelden uit Gaza. Hoe langer en intenser de blootstelling aan die beelden, hoe groter de impact op hun mentaal welzijn.
Maar kinderen hoeven geen beelden te zien om zich het geweld voor te stellen, en dat is ruim genoeg om hen angstig te maken, zegt Winny Ang. ‘Er zijn kinderen die erg veel piekeren en die bang zijn dat de wereld vergaat. Ik zie dat in mijn praktijk in tijden van crisissen, bijvoorbeeld ook ten tijde van de coronacrisis.’

© Eric De Mildt
‘Het is belangrijk als ouder om alert te zijn als kinderen iets hebben gezien dat ze heel erg vinden. Daarover praten is heel belangrijk en kan ook door bijvoorbeeld tekeningen te maken. Soms hebben we als ouders de neiging om de dingen voor de kinderen te willen oplossen. We willen de kwaadheid zo snel mogelijk verjagen. Maar we moeten ook begrijpen dat kinderen, net als volwassenen, kwaad of angstig kunnen zijn. Het mentaal welzijn komt in het gedrang wanneer het kind bijvoorbeeld aan niets anders meer kan denken. En dan kan je inderdaad het best iets ondernemen. Maar dat er gevoelens zijn van kwaadheid of verdriet of angst, is eigenlijk eerder normaal dan abnormaal in deze tijd.’
‘Kinderen zijn anders dan volwassenen, maar tegelijkertijd ook niet helemaal’, besluit Winny Ang. ‘Accepteren dat de wereld onvoorspelbaar is, is al heel moeilijk voor ons als volwassenen. Dat geldt zeker ook voor kinderen. Het is dus altijd belangrijk om een evenwicht te vinden en te zoeken naar uitwegen. Het is soms goed om bij het leed stil te staan en daarop in te gaan. Maar het is ook perfect oké om het even opzij te zetten en er niet mee bezig te zijn.’
Deze reportage werd geschreven voor MO*157, het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Lees ook
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in